Fase 1: Onderzoeksopzet

Ieder onderzoek begint met een onderzoeksopzet. Bij het maken van de opzet lees je je in over je onderwerp en zet je op papier hoe je je onderzoek precies gaat uitvoeren (= onderzoeksmethode).
Je onderzoeksopzet moet zodanig zijn dat het voor de lezer helder is wat je wilt gaan onderzoeken, wat er al over het onderwerp bekend is en hoe je je onderzoek wilt gaan vormgeven.

De onderzoeksopzet bepaalt een deel van je cijfer, namelijk 30%. Dat is niet voor niets: als je een goede opzet maakt, kom je tijdens het onderzoek zelf minder problemen tegen en hoef je alleen nog maar uit te voeren wat je zelf hebt bedacht.

Een goede onderzoeksopzet bestaat uit de volgende onderdelen:
  1. De doelstelling maakt duidelijk wat je met het onderzoek wilt bereiken.
  2. Het theoretisch kader maakt duidelijk wat er al bekend is over het onderwerp.
  3. De onderzoeksvraag maakt duidelijk naar welke uitkomst je op zoek gaat.
  4. De hypothese voorspelt de uitkomst van het onderzoek op basis van het theoretisch kader.
  5. De onderzoeksmethode beschrijft welke methode gebruikt wordt voor het onderzoek.
  6. De planning en taakverdeling beschrijft vooraf welke stappen tijdens het onderzoek worden gezet en door wie.