Inflatie heeft invloed op de koopkracht. Een hoge inflatie zal leiden tot hoge looneisen. Daarnaast heeft inflatie ook nog een aantal andere gevolgen:
Mensen die geld sparen, hebben nadeel van prijsinflatie. Sparen is het uitstellen van consumptie. Over je spaargeld krijg je rente. Als het rentepercentage echter niet hoger is dat de inflatiepercentage neemt de koopkracht van je spaargeld af.
Mensen die geld lenen, hebben voordeel van prijsinflatie. Lenen is het geld van een ander gebruiken. Het bedrag dat je leent, moet je later terug betalen. Op het moment dat je het bedrag leent, vertegenwoordigt het bedrag een bepaalde koopkracht. Als er sprake is van prijsinflatie is de koopkracht van het bedrag op het moment dat je het bedag aflost, minder.
Prijsinflatie leidt tot een verslechtering van onze concurrentiepositie. Een open economie als de Nederlandse heeft te maken met internationale concurrentie. Als de prijzen in Nederland sneller stijgen dan in het buitenland, zal onze export afnemen.