Structuurontwikkeling in Nederland

Tweehonderd jaar geleden was in Nederland de landbouw nog de grootste sector. Relatief weinig mensen werkten toen in de industrie of handel.

Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw is daar snel verandering in gekomen. Als gevolg van het gebruik van nieuwe technieken vond er in de primaire sector een spectaculaire productiestijging plaats, waardoor de werkgelenheid in de landbouw snel afnam. In de secundaire sector nam de werkgelegenheid snel toe. Vooral de zware industrie en de verwerkende industrie van landbouwproducten groeiden snel. Tegenwoordig werkt ongeveer 80% van de beroepsbevolking in de tertaire of quartaire sector.

De structuurontwikkeling ging gepaard met een toename van het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking. Verdiende een Nederlander in 1820 omgerekend ongeveer 1200 dollar, in 2004 was dat ruim 20.000 dollar.

Bron: Maddison (1991) en www.cpb.nl
Werkgelegenheidstructuur Nederland 1820 - 2004
Jaar Landbouw Industrie Handel en diensten
1820 43 25 31
1850 40 31 29
1890 35 30 35
1910 28 35 37
2004 2 19 79