De vraag naar arbeid in personen

De arbeidstijd beīnvloedt de vraag naar arbeid.
Als werknemers korter gaan werken, brengen zij per persoon minder producten voort. Om toch dezelfde productieomvang te halen, zijn er dus meer werknemers nodig.

Voorbeeld:
In een onderneming werken 18 mensen 40 uur per week.
De arbeidsproductiviteit is 10 producten per uur.
De productieomvang is 18 x 40 x 10 = 7200 producten.

Als de werknemers in plaats van 40 uur per week 36 uur gaan werken, is de productiviteit per werknemer 360 producten per week. Om dezelfde productieomvang te halen, zijn er dan 7200 : 360 = 20 mensen nodig.
De vraag naar arbeid is met twee personen toegenomen.