In de figuur zie je naast de MO- en GO-lijn ook de GTK- en MK-lijn getekend.
De MK-lijn loopt horizontaal, dus de ondernemer heeft te maken met een proportioneel kostenverloop.
Bij een productieomvang van 20 stuks geldt GO = GTK, de gemiddelde opbrengst is gelijk aan de gemiddelde totale kosten.
De onderneming maakt geen winst en geen verlies.
Bij een productieomvang van 40 stuks geldt dat GO - GTK maximaal is. Bij deze productieomvang is de winst maximaal.
Winst = 40 x (GO - GTK)
Winst = 40 x € 5,-
Winst = € 200,-
Bij een productieomvang van 60 stuks geldt GO = GTK, de gemiddelde opbrengst is gelijk aan de gemiddelde totale kosten.
De onderneming maakt geen winst en geen verlies. De productieomvang van 60 stuks is de maximale productie waarbij de onderneming geen verlies maakt.
Bij een productomvang van 80 stuks geldt GO = MK. Bij deze productieomvang zijn de variabele kosten gedekt, de constante kosten zijn niet gedekt.
De onderneming maakt verlies.
Bij een productieomvang van 40 stuks geldt dat GO - GTK maximaal is.
Bij deze productieomvang is de winst maximaal.
Winst = 40 x (GO - GTK)
Winst = 40 x € 5,-
Winst = € 200,-
Bij een productieomvang van 40 stuks geldt dat GO - GTK maximaal is.
Bij deze productieomvang is de winst maximaal.
Winst = 40 x (GO - GTK)
Winst = 40 x € 5,-
Winst = € 200,-