7.7.1. Benoemen welke objecten en artefacten kenmerkend zijn voor een biologielokaal, beschrijven hoe een practicumlokaal wordt ingericht en de rol van de toa hierin.
Op mijn huidige werkplek hebben we twee biologielokalen. Dit zijn ruime lokalen waar ongeveer 28 leerlingen in kunnen. Naast de tafels en stoelen voor de leerlingen is er voor de docent een groot, hoog bureau. Hierbij zit tevens een wasbak met kraan. Ook is er een digibord aanwezig.
Daarnaast zitten aan de randen van het lokaal practicum werkplekken. Hier zitten gaskranen, wasbakken met kranen en stopcontacten. Deze plekken zijn uitermate geschikt om practica uit te voeren.
Wij werken niet met een TOA op mijn werkplek. Daardoor zijn wij als docenten verantwoordelijk voor het organiseren van de practica. We werken met bakken waarin we alles klaar zetten voor een practica en ruimen dit zelf of laten leerlingen dit opruimen. De lokalen hebben aangrenzend een werkruimte met een klein keukentje met een koelkast, wasbak en kraan. Hier hebben wij ook de opslag van al onze materialen. In onderstaande foto serie is te zien hoe de lokalen en onze werkruimte eruit zien.