Als je goederen tegen andere goederen ruilt, spreek je van directe ruil. Bij indirecte ruil speelt geld een rol. Geld is een door ieder aanvaard ruilmiddel waarmee producten kunnen worden gekocht.
Het gebruik van geld levert doorgaans een besparing op van de transactiekosten.
Transactiekosten zijn alle kosten die aan het ruilen van producten verbonden zijn.
Bij directe ruil zullen de transactiekosten vaak hoog zijn. Het is lastig om op het juiste moment de juiste ruilpartner te vinden en ook het vaststellen van de ruilverhouding is bij directe ruil vaak niet eenvoudig. Geld biedt voor deze problemen een oplossing. Het maken van afspraken over de ruilverhouding is met geld veel eenvoudiger en de verkoper kan met het geld meer goederen kopen die hij wenst en wanneer hij dat wenst. Geld is daarmee ongedifferentieerde koopkracht.
Geld heeft drie functies. Naast de rol als ruilmiddel of betaalmiddel heeft geld ook nog de volgende twee functies: