Inleiding

Het bloed

Bloed is het transportsysteem van ons lichaam. Het stroomt voortdurend door ons lichaam om zuurstof, voedingsstoffen en andere stoffen aan weefsels te leveren en afvalproducten weer af te voeren. Daarnaast zorgt bloed voor de verdediging tegen indringers, stolling van bloed bij verwondingen en regulering van de lichaamstemperatuur.

Een volwassen mens heeft 5 tot 6 liter bloed in zijn lichaam. Dit wordt rondgepompt door het hart in een systeem van slagaders, aders en haarvaten. In rust circuleert het bloed in ongeveer 1 minuut door ons lichaam, bij zware inspanning duurt dit 20 seconden.

Het hart pompt dus ongeveer 6 liter bloed per minuut. De linkerhelft van het hart zorgt ervoor dat zuurstofrijk bloed door het lichaam wordt gepompt. De rechterhelft is verantwoordelijk voor dat het zuurstofarme bloed in de longen terecht komt.

De kleur van bloed wordt bepaald door hemoglobine. Zuurstofrijk bloed is helderrood, zuurstofarm bloed is donkerrood. Doordat aderen onder enkele lagen weefsel liggen, lijkt het bloed donkerder. Hierdoor kunnen aderen niet rood, maar blauw door de huid schemeren.

Hier komt ook de term ‘blauw bloed’ vandaan. Vroeger werkte de adel niet op het land en had dus een bleke huid. Donkere aders waren dus goed zichtbaar. Bij het gewone volk was de huid donkerder door het werken in de zon, waardoor aders niet goed zichtbaar waren.

Na deze les kun je:

* De onderdelen van het hart benomen

* De samenstelling van het bloed benoemen

* De weg die het bloed afneemt beschrijven

* Het verschil tussen de grote bloedomloop en de kleine bloedsomloop uitleggen