Tijdens deze leereenheid leer je om het gedrag en welzijn van dieren te observeren en te beoordelen.
Leerdoelen
Heeft kennis van gangbare huisvestingsystemen voor productiedieren.
Heeft kennis van klimaatfactoren (temperatuur, CO2, vochtigheid ect.) en apst deze toe.
kan diersignalen interpreteren.
Succescriteria
Je kan minimaal 2 soorten huisvestingsystemen benoemen voor minimaal 2 productiedieren.
Je benoemt 3 signalen van minimaal 2 productiedieren waaruit je kan afleiden dat het dier gezond is.Je benoemt minimaal 4 klimaatfactoren die een rol spelen in de stallen.
Je benoemt 3 voorbeelden van minimaal 2 productiedieren waarbij de weerstand onder druk staat.
Je benoemt 3 signalen van minimaal 2 productiedieren waaruit je kan afleiden dat het dier ziek is.