Het proeven van je voedsel doe je met de smaakzintuigen in je tong. Met de zintuigcellen in de tong kun je de smaken zoet, zuur, zout en bitter proeven. Van voedsel komen zowel geurstoffen als smaakstoffen af. De smaakstoffen worden waargenomen door de zintuigcellen in de tong.
De smaakstoffen komen op je tong. De zintuigcellen in de tong worden geprikkeld en er ontstaat een impuls op de gevoelszenuwcel. Deze impulsen komen via uitlopers van de gevoelszenuwcel aan bij het smaakcentrum in de grote hersenen.
