Rond 500 voor christus vond er een verandering plaats in het politieke bestuur van Rome. Er brak een revolutie uit onder burgers die meer inspraak wilden in de politiek. De burgers wilden dus zelf gaan bepalen wat er in het land mocht gaan gebeuren. In deze tijd was dat helemaal niet zo vanzelf sprekend zoals wij dat nu in Nederland hebben. Omdat de arme burgers zelf geen inspraak kunnen brengen bij de koning werde zei vertegenwoordigd door rijke burgers die dit wel haddden. De rijke burgers konden eisen stellen aan de koning omdat zij het geld hebben om zelfstandig zonder de koning verder te gaan want als iedere rijke man weg trekt heeft de koning geen leger meer om zijn land te beschermen. De koning werd vervangen door een volksvertegenwoordiging. Het is ze dus gelukt om de koning af te zetten en meer inspraak te krijgen. Helaas voor de arme burgers is niets minder waar. De rijke burgers gaven vrij weinig om ze, ze hadden de arme burgers nodig om te laten zien dat een grote groep niet blij was met de koning maar nu er een volksvertegenwoordiging was luisterde de rijke niet naar de arme burgers.
je ziet zo dat je verschillende klasses heb in het Romeinse rijk. Met verschillende klasses bedoelen we de rijk doem die iemand heeft. hieronder zie je een afbeelding hoe deze klasses eruit zien. je ziet dat de slaven onderaan staan en de nobiles bovenaan. de nobiles zijn de rijkste en de machtigste mannnen in het Romeinse rijk zoals de keizer en de senatoren.
