De persoonsvorm

De persoonsvorm (pv) is het eerste werkwoord dat je tegenkomt in de zin.

In veel zinnen laat de persoonsvorm zien wat er gebeurt zoals in de volgende zinnen.

  1. Ties loopt.
  2. Marianne kijkt.
  3. Elise vraagt iets aan de meester.
  4. Ali slaapt op de tafel.

In andere zinnen laat de persoonsvorm vooral zien in welke tijd het zich afspeelt. We kunnen dan aan het eerste werkwoord niet per se zien wat er gebeurt, maar wel wanneer.

  1. Ik wilde gister het boek lezen.
  2. Nu wil ik liever Netflix kijken.
  3. Sijmen zei toen dat hij het daar niet mee eens was.
  4. Ik zal hem vandaag dus ontlopen.

 

*Door het werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden in de zin) te zoeken wordt duidelijk wat de tijd en actie is in de zin. Kijk bij het kopje "werkwoordelijk gezegde" om hier meer over te leren.