Hoe vind ik het lijdend voorwerp?
Zij geeft een cadeau.
- Persoonsvorm: Zij geeft een cadeau.
- Onderwerp: Zij geeft een cadeau.
- Lijdend voorwerp:
- Wie/wat + persoonsvorm + onderwerp
- Wie/wat + geeft + zij
- Wat geeft zij? > een cadeau
- een cadeau is het lijdend voorwerp in deze zin.
- Komt er geen duidelijke antwoord op de vraag; wie/wat + pv + ow? Dan zit er geen lijdend voorwerp in de zin.
- Let op: niet iedere zin hoeft dus een lijdend voorwerp te hebben.