Dieren met ogen hebben er heel vaak twee (maar niet altijd, zie het Blok 'Zenden en ontvangen: Superzintuigen). Zien die twee ogen dan ook precies hetzelfde?
Doe de volgende drie proefjes en beantwoord de bijbehorende vragen.
Benodigdheden:
Proefje 1Werkwijze:
Wat gebeurt er? Hoe denk je dat dit komt? |
Proefje 2Werkwijze 1:
Beschrijf wat er gebeurt. Hoe kun je dit verklaren? Werkwijze 2:
Beschrijf wat er gebeurt. Hoe kun je dit verklaren? |
Proefje 3
Werkwijze:
|