Middelengebruik
Bij middelengebruik gaat het meestal over genotmiddelen. Dit zijn middelen die invloed hebben op hoe jij je voelt. Je kunt er bijvoorbeeld vrolijk, ontspannen of energiek van worden. Een ander kenmerk van genotmiddelen is dat je ze schadelijk zijn voor je gezondheid. (Overmatig) gebruik is daarom gevaarlijk. Bekende genotmiddelen zijn drugs, alcohol en tabak.
Legale genotsmiddelen zijn alcohol en tabak. Wel is er steeds meer bekend over de schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Zo is de leeftijdsgrens voor alcohol en tabak van 16 naar 18 jaar verschoven. Ook worden bijvoorbeeld sigaretten steeds duurder. En op de pakjes staan waarschuwende teksten en nare afbeeldingen van gevolgen van roken. In café's en andere uitgaangsgelegenheden mag niet gerookt worden.En ook op terassen kan je niet meer zomaar een sigaret opsteken. Doel hiervan is om gebruikers te ontmoedigen te roken. Of je nu vindt dat dit werkt of niet, feit is wel dat het aantal jongeren dat (wel eens) rookt afneemt.
Opdracht 1:
a. Rook jij? Zo ja, hoe vaak rook je ongeveer?
b. Waarom denk je dat mensen roken? (Als je zelf rookt: waarom rook je?)
c. Wat zijn 3 korte termijn gevolgen van roken?
d. Wat zijn 3 lange termijn gevolgen van roken?
e. Wat vind je van de maatregelen die de overheid neemt om roken te ontmoedigen? (zie de tekst)
f. Wat is jouw mening over een algeheel rookverbod op straat en algemene ruimtes?
Naast roken is alcohol ook een bekend genotmiddel. Veel mensen drinken sowieso wekelijks alcohol. Net als roken is ook het gebruik van alcohol slecht voor je gezondheid. Toch wordt dit maatschappelijk erg geaccepteerd. Sterker nog, het wordt als normaal gezien dat mensen een biertje of een wijntje drinken. Kies je er voor om geen alcohol te drinken, dan wordt dit in veel situaties bijna als 'raar' gezien. Vreemd natuurlijk, waarom doen we dat eigenlijk?
Bekijk ook het onderstaande filmpje:
Opdracht 2:
a. Wie is volgens jou verantwoordelijk voor het drinkgedrag van jongeren; de jongere zelf of hun ouders? Waarom?
b. Drink je zelf alcohol? Wanneer ben je hier mee begonnen en hoe vaak/veel drink je? Zo niet; waarom niet?
c. Zie je in jouw omgeving wel eens nare gevolgen van alcohol? Wat vind je hiervan?
d. Wat is jouw mening over NIX18 (geen 18? Geen druppel!)? Denk je dat het werkt? Waarom wel/niet?
e. Er wordt gezegd dat er onder jongeren veel gedronken wordt door 'sociale druk'. Wat is jouw mening?
f. Wat vind je van de uitspraak 'het is pas echt gezellig met alcohol'?
In Nederland is het hebben en gebruiken van drugs verboden. Dit staat in de Opiumwet. Drugs zijn middelen die je rookt, eet, injecteert of snuift die een bepaald effect hebben. Dit kan verdovend, hallucinerend of stimulerend zijn. Kenmerk van drugs is dat het verslavende middelen zijn. Het effect is dat je vaker wilt gebruiken en vaak steeds meer van het middel nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken. Niet voor niets dus dat drugs verboden zijn in Nederland. Toch is er een kleine uitzondering. De wet maakt onderscheid tussen harddrugs en softdrugs. Softdrugs zijn gedoogd. Dit betekent dat je van dit middel toch iets mag hebben om te gebruiken. De hoeveelheid is wel beperkt. Heb je meer dan de toegestane hoeveelheid? Ben je alsnog strafbaar. Gedoogde softdrugs zijn bijvoorbeeld cannabisproducten (wiet/hasj), slaap- en kalmeringsmiddelen. Harddrugs zijn middelen als XTC, cocaïne, GHB, amfetamine enzovoorts.
Opdracht 3:
a. Wat is jouw mening over soft- en harddrugs?
b. Wat wordt bedoeld met hallucinerend? En verdovend? En stimulerend?
c. Waarom denk je dat mensen drugs gebruiken? En wat vind je hier van?
d. Wat kunnen de effecten zijn van het gebruik van drugs?
e. Softdrugs (wiet en hasj) worden door jongeren steeds meer als 'normaal' gezien. Wat vind jij hiervan?
f. Wat vind je van de stelling: Om criminaliteit te voorkomen zouden veel meer soorten drugs legaal moeten worden.