Het doel van deze bouwsteen
Onderzoeksvragen formuleren helpt met het concreet maken van wat voor informatie nodig is om een bepaalde oplossing te ontwerpen of te realiseren. Deze bouwsteen geeft handvatten voor het bedenken en formuleren van onderzoeksvragen.
Plaats in het curriculum en module
Onderzoeksvragen worden aan het begin van een project geformuleerd en gedurende en aan het eind van het project beantwoord, zodat aan het eind er een goede eindoplossing staat. Het is aan te bevelen deze bouwsteen in een van de eerste weken van een project aan te bieden. Aangezien dit een nuttige vaardigheid is bij alle projecten en verder geen speciale voorkennis vereist kan het vroeg in de opleiding worden aangeboden, bijv. leerjaar 1 kwartiel 1 of 2.
Er is in principe geen vereiste voorkennis. Het is wel nuttig deze bouwsteen te combineren met kennis van het DOT framework. Dit helpt namelijk zowel bij het bedenken van vragen als bij het bedenken van een aanpak om deze vragen te beantwoorden. Een voorbeeld zou dus kunnen zijn: Week 1: Probleemdefinitie en Onderzoeksvragen stellen; Week 2: Onderzoeksaanpak bepalen met het DOT framework.
Het is goed om studenten regelmatig tijdens de opleiding te laten reflecteren op de zelf-geformuleerde informatievragen, bijvoorbeeld aan de hand van de lijst van checks. Onderzoeksvragen bedenken en formuleren is en blijft een moeilijke vaardigheid.
Voorbeeld lesplan
2u | Laat de studenten het thuis de bouwsteen doornemen | Individueel, thuis |
10min | Geef in de les een korte samenvatting (nut van deze vaardigheid, praktijkvraag vs. informatievraag, doelen onderzoek, checks) en beantwoord eventuele vragen na aanleiding van de voorbereiding. | Klassikaal |
15min |
Een gezamenlijke brainstormsessie voor praktijkvragen binnen het team, die helpen met het realiseren van hun eindproduct. De docent kan hier wat input geven om het proces op gang te brengen wanneer een team vast zit. |
In projectteam |
15min |
Werk een gekozen praktijkvraag uit tot een informatievraag die voldoet aan de basischecks (relevantie, functie, neutraliteit, haalbaarheid, open en duidelijkheid). De docent kan hier vragen stellen die problemen in de huidige formulering zichtbaar maken voor de student en de checks verder toelichten bij onduidelijkheid. |
Elk teamlid individueel |
15min | Bespreek de geformuleerde onderzoeksvragen binnen het team en voeg na consensus toe aan het PvA. | In projectteam |
20min | Laat een paar studenten een voorbeeld geven van hun praktijkvraag en uiteindelijke onderzoeksvraag, en beantwoord veelvoorkomende vragen. | Klassikaal |
Dit voorbeeld duurt iets minder dan een blok van 2 lesuren van 45 minuten. De overige tijd kan worden besteedt aan het noteren van het doel en de deelvragen in een concept Plan van Aanpak en het verder uitwerken van andere belangrijke onderzoeksvragen.
Tips voor projectbegeleiding
De belangrijkste punten om studenten op te begeleiden is:
Stel dus vooral vragen die studenten hierover aan het nadenken zetten, door bijv. met opzet een onderzoeksvraag anders te interpreteren dan waarschijnlijk is bedoeld maar wat wel past bij de formulering, of door expliciet te vragen naar wat er op basis van het antwoord gedaan gaat worden.
Beoordelen
De projectopdracht zou als volgt beoordeeld kunnen worden per teamlid:
Onvoldoende | Voldoende | Goed | |
Per vraag | De vraag is geen informatievraag, maar heeft bijvoorbeeld nog de vorm van een praktijkvraag. | De vraag is een informatievraag, relevant voor de opdracht en eenduidig verwoord. | De informatievraag is relevant voor de opdracht, heeft een duidelijke functie, is neutraal, haalbaar, en open en eenduidig geformuleerd. |