Boek Bespiegeling: 236, 237, 252, 253, 254, 255.
Streetart: Keith Haring ( 1958-1990 )
Keith Haring was net geen 32 toen hij in1990 stierf aan de gevolgen van Aids, maar in zijn korte kunstenaarscarrière had hij bij leven al een stevige internationale reputatie opgebouwd. Samen met Andy Warhol en Roy Lichtenstein was hij een icoon van de pop art: kunst in het tijdperk van de reproduceerbaarheid en kunst voor de massa. Hij was pas 28 toen hij werd uitgenodigd op de artistieke hoogmis Documenta in Kassel.
Zelf scheen hij zich toen te hebben afgevraagd of hij daarmee was gerecupereerd door “het systeem,” dat hij jarenlang had bevochten in zijn graffiti, tekeningen, collages, en installaties. Haring was – kom daar tegenwoordig nog eens om – een wereldverbeteraar, maker van kunst met een niet mis te verstane boodschap: tegen het kapitalisme, de dwang van de religie, de verdwazing van de massamedia, de kernoorlog, het consumentisme. Hij nam actief deel aan acties tegen de Apartheid in Zuid-Afrika en aan campagnes voor veilige seks. Dat alles in de context van de Reaganjaren, op een moment dat geëngageerde kunstenaars zeldzaam worden.
Haring verliet het schildersatelier en maakte kunst op straat en in de metro. Hij werkte ontzettend snel en dat moest ook wilde hij de politie vóór zijn als hij in de metrogangen van New York zijn graffiti aanbracht. De middelen die hij gebruikt staan in fel contrast tot de overmacht van de reclame en de massamedia: pen, papier, krijt, simpele symbolen (als pictogrammen of volgens Le Monde: hiëroglyfen) die voortdurend terugkeren in telkens andere composities. Hij weigert te schilderen op doek en gebruikt in plaats goedkoop geplastificeerd zeildoek en hij werkt samen met anonieme straatkunstenaars.
Naarmate – oh contradictie – de sponsors toestromen en de middelen toenemen maakt hij grotere en grotere installaties: op autowegen, op de campus van de universiteit of op de gevel van een ziekenhuis – niet alleen in de VS maar ook in Italië, Spanje en Frankrijk, waar hij reusachtig populair was en is. Van het overweldigend oeuvre dat hij naliet is nu een retrospectieve tentoonstelling te bezichtigen in Parijs, onder de duidelijke titel: “Keith Haring, The Political Line.“
Streetart: Banksy
Streetart van Banksy, dat is streetart dat je eigenlijk niet mag missen. Wereldwijd heeft deze kunstenaar al vele bijzondere werken gerealiseerd. Hij bezocht de grootste steden ter wereld en liet hen achter met een indrukwekkend stukje streetart. Niet voor niets geniet deze streetartist wereldwijde populariteit. Maar wie is Banksy nu eigenlijk?
Banksy is anoniem en toch zo bekend. Vanzelfsprekend is Banksy een pseudoniem. Voor streetartists is het eigenlijk niet mogelijk om onder de eigen naam te werken. Dit heeft vooral te maken met het feit dat graffiti plaatsen in de meeste landen illegaal is. Nu is streetart eigenlijk niet te vergelijken met graffiti, omdat het toch echt om pure kunst gaat, maar toch wordt niet iedereen er heel blij van. Iedereen kent Banksy, maar niemand kent zijn echte naam. Zijn werken zijn herkenbaar, onderscheidend in de wereld van streetart, van het hoogste niveau en ondertekend met de persoonlijke stijl van Banksy.
Toch zijn er wel wat gegevens bekend over Banksy. Zo weten we dat hij in Engeland woont, in Bristol, waar hij aan het begin van de jaren negentig een start maakte met zijn eerste werken. Hij maakt stencils, schilderijen, muurschilderingen en talloze andere kunstwerken. In 2003 werd hij pas echt erkend als streetartist van hoog niveau. Door de tijd waarin hij aan zijn werken begon, wordt vermoed dat hij midden jaren zeventig is geboren. Er zijn maar weinig mensen die hem hebben mogen ontmoeten in de wetenschap dat hij de enige echte Banksy is. Deze paar mensen omschrijven hem als een nette, typische man met een bijzondere uitstraling.
Eigenlijk is iedereen het erover eens dat Banksy een ervaringsrijk leven moet hebben, of hebben gehad. Deze informatie wordt gehaald uit de stijl van zijn werken. Hierin zien we veel armoede, oorlogen en kapitalisme terug. Toch speelt ook humor een belangrijke rol in zijn werken. Er wordt dat ook vermoed dat Banksy iets wil bereiken met zijn werken; namelijk het openen van de ogen van mensen en het aanzetten tot nadenken, toch met een knipoog en in ongedwongen sfeer.
Banksy behoort tot de streetartists die aan de top van de wereld staan. Hij mag zichzelf plaatsen tussen de straatkunstenaars die goed kunnen leven van hun streetart. Hij hoort zelfs bij de straatkunstenaars die het meest verdienen met hun werk. Zijn werken werden in 2006 geveild en de bedragen waren zeker niet misselijk! Toch voelde Banksy zich niet prettig bij de veiling. Op zijn eigen website deelde hij mede dat hij het onvoorstelbaar vond dat mensen zoveel geld neertelden voor ‘deze shit’. Hij noemde de kopers ‘idioten’ en liet duidelijk merken dat hij geen voorstander was van de georganiseerde kunstwereld en de commerciële kanten van het vak.
Banksy: painting self-destructs
Interview John Körmeling https://www.youtube.com/watch?v=p7I8hE4wDzo
Kunst in de wijk : John Körmeling
Architect, beeldend kunstenaar, uitvinder en vrijdenker, zo wordt John Körmeling (1951) wel getypeerd. Zijn werk is even divers; een grote lichtsculptuur, stripachtige tekeningetjes met beeld- en woordspelingen, schetsen van al dan niet uitvoerbare bouwsels, maquettes en onconventionele oplossingen voor problemen van ruimtelijke ordening, je komt het allemaal tegen op deze presentatie van Körmelings werk in de collectie van het Van Abbe. Sinds kort is daar nog een werk bijgekomen: de overdekte brug, die het museum ook vanaf Stratumseind toegankelijk maakt.
Achter die veelheid gaat een kunstenaar schuil, die graag ten strijde trekt tegen de op de loer liggende benepenheid van de georganiseerde samenleving. Maar zijn oorlogsvoering is er een van het vrolijke soort; humor blijkt een effectief wapen. Een stripachtig tekeningetje uit 1991 toont twee wandelende onderbenen, die zijn voorzien van een rechthoekig stukje vloerbedekking; Vaste vloerbedekking onder je schoenen luidt de titel.
Körmelings werk wordt vaak onconventionele bouwkunst genoemd. Hij begeeft zich op het snijvlak van beeldende kunst, architectuur en design. Functionaliteit en een humoristische spitsvondigheid kenmerken zijn werk.
In 1999 realiseert hij Drive-in Wheel, een reuzenrad waar je met de auto in kunt rijden, ware het een parkeerplek. Ruimte, mobiliteit en verplaatsing zijn terugkerende thema’s. Een goed voorbeeld is Parkeerkleed (1991). Een donker tapijt van ongeveer 2,5 bij 5 meter, wit omlijnd en met een witte ‘P’ in het midden. Het kleed kun je oprollen, meenemen in je auto en uitrollen als je ergens wilt parkeren: een mobiele parkeerplek.
Körmeling wil de dingen niet zo streng scheiden: kermis combineren met constructivistische architectuur en bouwstijlen als de Nieuwe Zakelijkheid en het Nieuwe Bouwen. “Feest in een gebouw als je dat mixt.” Hij is van mening dat er, juist door verschillende elementen met elkaar te vermengen, ruimte vrij komt. Ruimte om te creëren, ruimte om te denken.
Werkblad Scholte, Banksy, Körpeling : stijlcitaat en kunst in de wijk.