3. Experiment: Concept art, Minimal art en land art

Boek Bespiegeling: pag. 210, 211, 216, 217, 222 ,223, 230 en 231.

 

Wat is massacultuur ?
Vak: CKV en TEHATEX. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de westerse wereld steeds welvarender. Mensen kunnen meer geld uitgeven en omarmen de welvaart. Marketing en reclame drukken een grote stempel op het dagelijks leven. De tv wordt een massamedium, de wereld wordt daardoor een stuk kleiner. Kunstenaars gebruiken reclame, dagelijkse voorwerpen en heel normale dingen voor hun kunst. Kunstenaars van nu worden daar nog steeds door geïnspireerd. Kernbegrippen: reclame, consumptiemaatschappij, pop-art, strips, ‘hoge’ kunst, kitsch.

 

In de geschiedenis van de kunst bestaan drie soorten kunstenaars

1. De ambachtsman: kunst is realistisch: nabootsen ( voorbeeld: Rembrandt )

2. De kunstenaar als vernieuwer, uitvinder , creatieve uitvinder, maker van eigen wereld: die zijn licht op iets laat schijnen  ( voorbeeld Picasso )

3. De kunstenaar shopt in het verleden, het heden en de volkskunst : hij voegt allerlei bestaande beelden samen. Kunst wordt parodie. Er komt een onderscheid tussen hoge en lage kunst.

 

De Westerse opvatting omtrent wat een “kunstenaar” is, heeft een evolutie gekend. Traditioneel heeft de kunstenaar de taak om de werkelijkheid na te bootsen. De kunstenaar was een ambachtsman. De artistieke kwaliteiten van het voorwerp waren verbonden aan de vaardigheden van de persoon die het zelf kon maken.

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw verandert de opvattingen over de kunstenaar als ambachtsman.De kunstenaar wordt een producent van originele beelden. Het voorbeeld is niet langer meer de spiegel, maar het kunstwerk fungeert als een lamp met de bedoeling om iets toe te lichten.

In de cultuur van het moderne is de kunstenaar in de eerste plaats een creatieve uitvinder. Hij kan de indruk wekken dat de oorspronkelijke betekenis van het woord “creëren” eer aangedaan wordt, namelijk dat het uit het niets gebeurd is.

Duchamp ( DADA ) creërt een nieuwe kunstwereld door de dagelijkse werkelijkheid, de zogenaamde “readymade” (een schop, een kapstok, een urinoir) als kunst te introduceren. Denken over wat kunst is, door te tonen wat het niet is, is nieuw. Elke avant-garde beweging had als verdienste iets nieuws te hebben gebracht. Het is een traditie geworden om het nieuwe als voorwaarde voor goede kunst voorop te stellen.

In de post moderne kunst krijgt de opvatting over wat een kunstenaar is, krijgt hier voor de derde maal een wending. Hij is geen ambachtsman ( voorbeeld middeleeuwen, 17e eeuw ) of een uitvinder ( moderne kunstenaar ) , maar een “ knutselaar “ die collages maakt met de reeds bestaande cultuurproducten.

Hij plukt hierbij zowel uit de geschiedenis van de beeldende kunst als uit de voortbrengsels van de vroegere volks- en van de huidige massacultuur.

In de postmoderne opvatting over het kunstenaarschap is het model van de kunst dan ook niet te vergelijken met een natuurgetrouwe spiegel ( realisme ) of een verhelderende lamp ( bepaalde beeldaspecten uitlichten ), maar met een spiegelpaleis dat een veelheid van beelden brengt al dan niet met de werkelijkheid op zijn kop. De houding van de kunstenaar is dan ook niet langer het nabootsen van de wereld of het produceren van zijn eigen wereld, maar het parodiëren van de gevestigde cultuurvormen. De parodie  maakt duidelijk hoe de cultuur in elkaar zit. Ze wijst er ons op dat alles maar “maaksel” is, dat alles constructie is, m.a.w. dat de vorm in zeer grote mate, zo niet volledig, de inhoud bepaalt. Elke uitdrukking van iets is dus maar een manier van zeggen, die tijds- en plaatsgebonden is.

Een cultuurproduct toont hoe de werelden puzzels zijn. Maar dit beeld zit ook vol gaten, want de wereld zit ook anders in elkaar. De puzzel is nooit volledig. Stukken van verschillende puzzels zijn doorheen gehaspeld. Het betreft doorgaans cultureel gevormde afspraken om de dingen op een bepaalde wijze te bekijken. Ze kunnen echter ook anders bekeken worden. De postmoderne kunstenaar toont ons hoe de vormen in elkaar zitten. Dat is zijn parodiërende attitude.

 

 

Conceptueel kunstenaar Arjan Boerstra https://www.youtube.com/watch?v=rweVOp3wH6k

Sol Lewitt: concept art / minimal art

Minimal Art

Minimal Art is vooral een stroming in de beeldhouwkunst, en kenmerkt zich door herhaling van geometrische vormen en volumes, en door het ontbreken van een persoonlijk handschrift.
De objecten bestaan uit eenvoudige, geometrische of stereometrische vormen, die zijn te herleiden tot vierkanten of rechthoeken. Vaak worden deze vormen herhaald, waardoor een structuur ontstaat. De productiewijze lijkt industrieel, maar de materialen zijn puur: ijzer, hout, steen of licht. Lijst of sokkel ontbreken vaak.

De minimalisten wilden werk maken dat op zichzelf stond. Je moet niet proberen kunst op iets anders te laten lijken, vonden zij. Wanneer iets gemaakt is om iets anders te imiteren, is het resultaat altijd minder dan wat je probeert na te maken. Daarom hebben veel van hun werken ook geen titel, wij moeten niet denken dat het iets (anders) voorstelt.
De gedachte erachter is dat wij het werk zelf moeten interpreteren, zonder enige suggestie van de  kunstenaar. Zo betrekt de kunstenaar ons bij zijn werk; wij moeten zelf goed kijken en het proberen te ervaren.

 

 


Minimal art

Conceptuele kunst: Barbara Kruger

 

 

Conceptuele kunst

Conceptuele kunst is geworteld in de ideeën van Marcel Duchamp, hij is de vader van het conceptualisme. Het komt voort uit Dada, en uit het minimalisme. Minimal Art probeerde al met minimale middelen het idee vorm te geven, in de conceptuele kunst ging men nog een stap verder door het kunstwerk zelf overbodig te verklaren. Conceptuele kunst is gebaseerd op de gedachte dat het denkproces dat aan een kunstwerk ten grondslag ligt, meer waarde heeft dan het kunstwerk zelf. Het kunstwerk wordt gezien als documentatie van het idee.
De uitvoering is slechts een bijkomstige eindfase van het echte scheppingsproces. Deze kunstenaars willen ons denken meer prikkelen dan onze ogen of emoties. Vanaf 1967 gebruikte men het begrip conceptuele kunst om aan te geven dat het idee, het concept van een kunstwerk belangrijker was dan het werk zelf. Kunstwerken worden in toenemende mate “ontworpen” in plaats van “gemaakt”. Het idee is het belangrijkste, het visuele product komt op de tweede plaats.
Om aan deze ideeën uitdrukking te geven kiezen conceptuele kunstenaars nieuwe werkwijzen, hun werk bestaat uit foto's, documenten, (land)kaarten, film of video. Veel ideeën worden helemaal niet uitgevoerd, en zijn dus ook niet op tekening of foto te zien zijn. Echt conceptueel werkende kunstenaars schrijven hun ideeën alleen nog op, en beschouwen de (klad)tekst als een voltooid kunstwerk. Tekst wordt in de conceptuele kunst veel gebruikt.

 

 


Conceptuele kunst

Land art: Robert Smithson

Christo: gordijn in landschap

 

 

Land art (Earth Art)

Kunstenaars brengen veranderingen aan in een landschap door te graven, ophopen, toevoegingen aan te brengen en het bewerken van plekken in een natuurlijke omgeving. Kunst die ontstaat door de natuur te vormen/vervormen en daardoor een andere betekenis te geven aan het landschap.

Land Art is een bijzondere vorm van ecological art of environmental art waarbij de natuurlijke omgeving als beelddrager gebruikt wordt om een kunstwerk te creëren. Land Art komt voort uit eerdere stromingen zoals Minimal Art, Arte Povera, Conceptuele Kunst. Het gebruiken van materialen uit de natuur en het gebruik maken van landschappelijke plekken maakt Land Art tot een nieuwe Kunstvorm.

 

 


Landart

PPT massacultuur: minimal art, concept art en landart, happening.