Opdracht habitat

Biodiversiteit: evolutie en ordening

 

1. In dit hoofdstuk kwam je vetgedrukte termen tegen.

Je kunt de betekenis van deze termen noemen / beschrijven / uitleggen. Hieronder staan ze op alfabetische volgorde:

adaptatie (aanpassing)
analoge organen
analogie
autotroof
bacteriën
binaire nomenclatuur
biodiversiteit
competitie (concurrentie)   
DNA
DNA-analyse
ei
eilandtheorie
eukaryoten
evolutie
evolutietheorie
fitness
genetic drift   
genetische modificatie   
genetische variatie

genoom
geslacht
gisten
habitat
heterotroof
homologie
homologe organen
imago
kunstmatige selectie     
larve
metamorfose
mutatie
natuurlijke selectie   
parasitisme
plaagresistentie
plant
pop
populatie
prokaryoten

recombinant-DNA
reducenten
reproductieve isolatie
RNA
rudimentaire organen
schimmels
seksuele selectie   
selectiedruk
soort
soortvorming
stamboom
vaccineren
variatie
virussen
voortplanting van dieren
vorm-functie

 


2. Je kunt uitleggen hoe natuurlijke selectie een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de biodiversiteit op aarde.

3. Je kunt een voorbeeld noemen van twee analoge organen en van twee homologe organen.

4. Je kunt het verschil uitleggen tussen natuurlijke selectie en kunstmatige selectie en je kunt voor allebei twee voorbeelden noemen van selectiedruk.

5. Je kunt een voorbeeld noemen van genetic drift.

6. Je kunt uitleggen hoe voortplantingsgedrag gericht is op het vergroten van de fitness.

7. Je kunt beschrijven hoe een nieuwe soort kan ontstaan door reproductieve isolatie.

8. Je kunt beschrijven hoe bacteriën resistent kunnen worden tegen medicijnen en je kunt beredeneren dat dit een vorm van evolutie is.

9. Je kunt uitleggen op grond waarvan alle organismen onderverdeeld worden in prokaryoten en eukaryoten.

10. Je kunt de belangrijkste verschillen tussen bacteriën en virussen noemen.

11. Je kunt op basis van een beschrijving / afbeelding van een organisme aangeven tot welk Rijk het behoort.