de begrippen epicentrum, hypocentrum en de schaal van Richter omschrijven.
aangeven bij welke plaatbewegingen aardbevingen kunnen ontstaan en waar op aarde aardbevingen voorkomen.
Hoe ging het?
Tijd
Had je voldoende tijd om alle opdrachten te voltooien?
Eindopdracht A Toets
Waarom koos je voor de toets? Wat vond je een vraag waar je veel van geleerd hebt?
Eindopdracht B Seismograaf lezen
Wat vond je van de eindopdracht?
Had je de volgorde van de gebeurtenissen, zoals die op de seismograaf stonden, goed aangegeven?