Doel van de opdracht:
Informatie:
Neem een multimeter voor je op de meettafel.
Voordat je een multimeter gaat aansluiten moet je eerst weten wat je gaat meten.
Met een multimeter kun je namelijk meerdere grootheden meten. Een grootheid is als voorbeeld lengte, de afkorting is l, eenheid is meter en de afkorting daarvan is m.
Het instellen van de multimeter.
Voordat je de multimeter aansluit, moet je eerst de meter op de juiste grootheid, AC of DC en het juiste meetbereik instellen.
Op de multimeter zit een draaiknop. Deze draaiknop moet je instellen op de grootheid die je wilt gaan meten.
In deze meting gaan we stroom meten, dus zet je de draaiknop op stroom. Meestal moet je meteen de eenheid instellen.
Zet de meter op ampère (A).
Er zijn twee soorten stroom: gelijkstroom (DC) en wisselstroom (AC).
Zet de meter op de juiste soort stroomsoort.
Ook de hoogte van de in te stellen stroom is van belang. Zorg dat de ingestelde stroom op de meter niet te laag is. Want anders klap de zekering eruit!
Het aansluiten van de meetsnoeren.
Er moeten altijd twee bussen worden aangesloten. Als je de stroom moet meten gebruik je de A-bus en de COM.
Zorg ervoor dat de stroom altijd bij de A-bus de meter in gaat en bij de COM de meter verlaat.
Is de stroom kleiner dan 400mA (0,4A) dan kun je voor een nauwkeurigere aflezing de mA bussen gebruiken. Haal de snoer dan uit de A-bus en draai de meter op de mA stand. Steek vervolgens de draad in de mA-bus.
Het meten van de stroom.
Benodigdheden:
Bouw de schakeling uit figuur 2 op.
Neem een vaste spanning van 12 V(DC). Zet de meter op het meetbereik van 400 mA. Zorg ervoor dat punt 1 op de mA-bus en punt 2 op de COM wordt aangesloten.
Laat de schakeling controleren door de docent en schakel pas daarna de spanning in!
Zorg dat je het meetbereik kiest dat zo dicht mogelijk bij de gemeten waarde ligt. De meetnauwkeurigheid is dan het grootst.
Meet met de universeelmeter eerst de stroom door weerstand R1. Dat is I1. Schakel de spanning uit en vervang daarna weerstand R1 door een weerstand R2 van 470 Ohm. Schakel de spanning weer in en meet de stroom I2. Doe dit ook met weerstand R3 van 1K Ohm en meet de stroom I3.