1H02.V.2 Opgaven ................................................................................................................
1 | Plaats op de kaart |
Om de noordpool aan te geven is maar één coördinaat nodig.
2 | Werken op de kaart |
Op kaarten staan vaak breedte- en lengtecirkels. Daarmee kan dan de ligging van een plaats worden bepaald.
St. Petersburg ligt op 30∘ OL, 60∘ NB.
Op de kaart is Amsterdam aangegeven.
Santiago de Chile ligt op 70∘ WL, 33∘ ZB.
3 | Antipoden |
Twee punten op aarde heten elkaars antipoden (tegenvoeters) als ze precies tegenover elkaar liggen. Hun verbindingslijn gaat dus door het midden van de aarde.
Op de wereldbol ligt een punt op 50∘ WL.
Een punt ligt op 40∘ NB.