Essen und trinken

Dieses Thema beschäftigen wir uns vor allem mit essen und auch ein bisschen mit trinken. Zuerst lernen wir über die verschiedene Produkte. Danach werden wir die Pluralformen/Mehrzahlformen und die Farben lernen. Später schauen wir uns 'der Supermarkt' und 'das Restaurant' an.

In Nederland zijn er in elke plaats verschillende frietzaken/snackbars te vinden. In Duitsland zal je deze niet zo snel tegenkomen. In Duitsland kom je daarvoor in de plaats wel vaak een "Imbiss" tegen waar je verschillende vleesproducten kunt bestellen.
Als je in Nederland aan iemand vraagt wat er vanavond "op tafel staat", wordt er vaak eerst geantwoord met de groente die voorgeschoteld zal worden. Daarna volgt eventueel nog het vlees en de "koolhydraten" (Bv aardappels). In Duitsland gaat dit vaak iets anders. Zoals je misschien al verwachtte, wordt daar vaak eerst geantwoord met welk vlees er op het menu staat. Zoals je in deze twee voorbeelden merkt speelt vlees een belangrijke rol in de duitse cultuur.

Wir fangen dieses Thema deswegen mit einem Video über Wurst an. Zu dem Video gibt es einige Fragen.