Theorie

De moderne landbouw wordt steeds grootschaliger om efficiënter te kunnen produceren. Nog steeds zijn er bedrijfjes, vooral in gebieden met weinig infrastructuur, waar kleine stukjes grond worden bebouwd en een paar dieren rondlopen. Wat geproduceerd wordt, is meestal voor eigen gebruik en wat over is, gaat naar de markt. Tot het midden van de 20ste eeuw was de landbouw in het grootste deel van Europa ook min of meer zo georganiseerd.

Een klein bedrijf dat veel verschillende gewassen kweekt, en maar voor een deel aardappels, zal niet gauw investeren in dure aardappelrooi- en sorteermachines. Maar als een bedrijf gespecialiseerd is in aardappelteelt, loont het wel om in dure arbeidsbesparende machines te investeren. Daarom is in grote delen van de wereld de bedrijfsgrootte van akkerbouwbedrijven fors toegenomen.
Een groot gebied dat beplant is met één soort gewas noem je een monocultuur.

figuur 3a

figuur 3b

Zo is ook de bio-industrie ontstaan: het op grootschalige intensieve wijze houden van dezelfde soort dieren.

Grootschalig telen en houden van planten/dieren leidt ook tot grootschalige risico's. Als een heel gebied, of zelfs een heel land afhankelijk is van een enkel product, moet alles gedaan worden om een misoogst te voorkomen. Een enkele  infectiemet een ziekte of een plaag die niet te bestrijden is, heeft dan rampzalige gevolgen. Plaagbestrijding is dus van groot belang.

In een monocultuur staan planten met allen dezelfde eigenschappen. Deze krijg je door de ideale plant ongeslachtelijke voort te laten planten, denk aan het gebruik van knollen (aardappels) of in het laboratorium met behulp van weefselkweektechniek.

 

In de tuinbouw wordt voor het kweken van kamerplanten veel gebruik gemaakt van weefselkweek. De techniek wordt ook toegepast bij het aanleggen van bijvoorbeeld palmboomplantages in de tropen. Bij de weefselkweektechniek snijdt men de te kloneren plant in heel veel kleine stukjes. Vervolgens wordt elk stukje in een reageerbuis met voedingsbodem gedaan. Als de groeiomstandigheden optimaal zijn, groeien er kleine, complete plantjes uit. De plantjes worden vervolgens in potten gedaan en verder gekweekt. Op de site van weefselkweek.nl kun je veel informatie en voorbeelden vinden (bij fotogalerij).

Weefselkweek lukt het beste als er  steriel wordt gewerkt en als de voedingsbodem voldoende stoffen bevat. De kweekkas moet ingesteld zijn op de juiste temperatuur, luchtvochtigheid, enzovoorts. De voordelen zijn groot: er is niet veel ruimte nodig, de opbrengst is enorm en er is het hele jaar door productie mogelijk.