Opdracht 1 .........

1.1 Klanttypologieën (individueel)

  1. Geef aan wat voor type werkplaatsmanager jij zelf bent (A, B, C en D) met een duidelijke uitleg met voorbeelden waaruit dit blijkt.
  2. Geef daarnaast per type klant (A, B, C en D) aan hoe jij als werkplaatsmanager wel of juist niet moet handelen.

1.2 Opties en accessoires (individueel)

Op de prijslijst staan zowel opties als accessoires. Verdiep je in dit onderwerp en geef antwoord op onderstaande vragen:

  1. Beschrijf in je eigen woorden wat het verschil is tussen opties en accessoires. En zoek uit waarom het verschil belangrijk is.
  2. Noteer in een overzichtelijk schema (gebruik onderstaand voorbeeld) minimaal vijf voorbeelden van opties en accessoires.

Opties

Accessoires


1.3 Upselling (individueel en werkgroep)

  1. Schrijf een verslag van ongeveer 300 woorden over het onderwerp “upselling”. Verwerk hierin de onderstaande onderdelen:
  2. Maak in je werkgroep een mindmap met zoveel mogelijk zaken waarmee de aftersales zijn omzet kan halen.

1.4 Voorbereiden instructiefilm inventariseren klantbehoefte

(werkgroep)

Bij activiteit 4 van stap 3: Uitvoeren ga je met je werkgroepje een instructiefilm maken over de eerste vier fasen van het klantgesprek. Nadat je een klant hebt begroet en op zijn gemak hebt gesteld is het belangrijk dat je erachter komt op welke wijze je de klant van dienst kunt zijn. Hiervoor is het noodzakelijk dat je de juiste vragen stelt en goed luistert. Je stelt open- en  gesloten vragen op het juiste moment. Zo kom je achter de exacte wensen en verwachtingen van de klant en alleen op deze manier kan je je producten of diensten goed presenteren en vertel je wat de klant wil horen.

 

Stap 6 - Afsluiten

Stap 5 - Bezwaren wegnemen

Stap 4 - Presenteren op maat

Stap 2 - behoeftebepaling

Stap 3 - Samenvatten behoeftes

Stap 1 - Voorstellen, begroeten

 

Het is de bedoeling dat de film van elke fase een DO- en een DON’T-variant bevat. Het moet duidelijk zijn welke stap in het fragment wordt uitgebeeld en of het gaat om de DO- of DON’T-variant. Dit kun je bijvoorbeeld doen door tekst toe te voegen als; stap 1 voorstellen, begroeten DO-variant. De totale film mag maximaal 20 minuten duren.

 

Bij het maken van de film focussen jullie op de volgende zaken:

 

Om een goede film te kunnen maken moet je je voorbereiden.
Onderzoek hiervoor onderstaande vragen met je werkgroep en werk dit uit.