Lesdoelen:
Aan het eind van deze les ...:
Theorie personages
Zowel in boeken als in films en series heb je te maken met verschillende personages. In deze paragraaf gaan we daar wat dieper op in.
Personages zijn mensen die een rol spelen in een verhaal. Meestal zijn er meerdere personages in verhalen uit boeken, films, strips, series enzovoorts. Desalniettemin is hier wel een onderscheid te maken tussen verschillende karakters. Verschillende karakters die voor (kunnen) komen in een verhaal zijn: een round character (rond karakter), een flat character (vlak karakter) en een type.
Round character (rond karakter) is een personage dat zich ontwikkelt naar mate het verhaal vordert. Aan het einde van een verhaal lijk je dit personage door en door te kennen. Zowel goede als zwakke eigenschappen zijn naar voren gekomen. Een voorbeeld hiervan is het personage Peter Benjamin Parker uit het verhaal van Spider-man. De hoofdpersoon is in het begin van het verhaal een beetje een studiebol en erg onzeker. Aan het eind is hij een superheld. Door het verhaal heen heeft hij zich ontwikkeld tot een ander persoon. Bijna altijd zijn de round characters de hoofdpersonen in een verhaal van wie je meerdere eigenschappen te zien / lezen krijgt.
Flat character (vlak karakter) is juist het tegenovergestelde. In dit geval wordt het personage nauwelijks uitgewerkt en het ontwikkelt zich dus ook niet verder. Vaak zijn dit de bijfiguren. Zij blijven het hele verhaal hetzelfde. In Spider-man is bijvoorbeeld de oma van Peter een flat character.
Een type is een personage van wie één karaktertrek erg wordt uitgelicht. Denk hierbij aan de boze stiefmoeder of de mooie prinses in sprookjes. In series en boeken zal je dit karakter minder snel tegenkomen.
Meestal zijn de hoofdpersonen in een verhaal gewone mensen, zoals wij. Maar soms zijn het ook helden of idolen. In deze gevallen kan je je identificeren met de hoofdpersoon en even ontsnappen aan de werkelijkheid. Identificeren betekent dat je je kan inleven in de hoofdpersoon. Het kunnen identificeren is van groot belang voor de spanning in een verhaal.
Een hoofdpersoon kan ook een antiheld zijn. Wanneer dit het geval is, word je niet echt uitgenodigd om je te identificeren. Dit kan komen doordat deze persoon afwijkt in karakter of uiterlijk. Een antiheld kan wel heldhaftige dingen doen. Een voorbeeld van een antiheld is de klokkenluider van de Notre Dame.
Dan heb je ook nog personages van wie de naam een extra betekenis heeft. In zo'n geval spreek je van een speaking name. In Asterix en Obelix zitten een aantal speaking names, bijvoorbeeld Xynix (wat je uitspreekt als 'kzie niks). Xynix is een waarzegger die in de toekomst kijkt, terwijl zijn naam dus zegt dat hij niks kan zien.
Opdracht 1
Maak onderstaande opdracht.
Opdracht 2
Beantwoord de volgende vragen.
1. Is Donald Duck een held of een antiheld? Verklaar je antwoord.
2. Noem minstens drie personages uit een film die jij leuk vindt. Geef per personage aan of je met een round character of een flat character hebt te maken. Verklaar je antwoorden.
3. Welke typische superheld vind jij het leukst?
4. Ken jij nog een antiheld? Zo ja, welk personage is dat volgens jou?
5. Lees / kijk jij liever verhalen met gewone mensen of met helden? Verklaar je antwoord.
Opdracht 3
Hieronder zie je een stuk van de achterkant van het boek 'Paniek'. Lees het stukje tekst goed door en beantwoord vervolgens de vragen die eronder staan.
1. Welke twee hoofdpersonen heeft dit boek?
2. Zijn dit waarschijnlijk round characters of flat characters?
3. Welke twee personages zijn waarschijnlijk bijfiguren?
4. Zijn dit waarschijnlijk round characters of flat characters?
5. Zou jij je goed kunnen identificeren met één van de hoofdpersonen denk je? Verklaar je antwoord.