Lesdoelen:
Aan het eind van deze lessen ...:
Theorie
Sommige woorden hebben een trema, apostrof, accent of cedille nodig om goed uitgesproken te worden. We al gaan in deze les al deze leestekens langs.
Trema (twee puntjes op de klinker: ë, ï, ü, ä, ö)
Je gebruikt een trema bij afleidingen, dus bij niet-samengestelde woorden. Een trema geeft aan dat je twee klinkers niet als één klank moet lezen.
Bijvoorbeeld bij het woord beïnvloeden. Als er geen trema op de -i had gestaan, had je de e en de i als ei kunnen lezen.
Bij een klinker met een trema begint ook een nieuwe lettergreep. Dit is duidelijk te horen in de volgende woorden: ruïne, reëel, geïnteresseerd, coördinator, kopiëren.
Er is geen trema nodig bij woorden als: gekopieerd en video, want hier is geen sprake van een verkeerde uitspraak.
In leenwoorden wordt ook wel eens een trema gebruikt: fröbelen, überhaupt, conciërge.
Let op! Bij samenstelling wordt een koppelteken gebruikt: diploma-uitreiking, mee-eten, zonne-energie.
Apostrof
Een apostrof gebruik je in de volgende gevallen:
Accent
Er zijn drie verschillende accenten. Vaak komen ze voor in Franse leenwoorden op de letter -e.
Cedille
De cedille staat onderaan de -c wanneer deze voor een -a, -o of -u staat en als een -s moet worden uitgesproken. Woorden waarin een cedille voorkomt zijn: Curaçao en garçon. Indien er geen cedille onder de -c staat en er komt een -a, -o of -u achter, dan spreek je hem uit als een -k: cadeau, decor, caravan.
Opdracht 1
Geef per woord aan of dit juist of onjuist is geschreven en verbeter de onjuiste woorden.
1. concierge
2. ruine
3. coupé
4. discussiëren
5. cafè
6. çactus
7. geörganiseerd
8. coördineren
9. Curaçao
10. créme
Opdracht 2
Je ziet vijf rijtjes met woorden waarvan er telkens een fout is geschreven. Verbeter het fout geschreven woord.
1. bureautje - buggy'tje - sms'en - display'tje
2. cafees - logés - lentes - piano's
3. première - paté - créche - gênant
4. Française - reunie - ongeïnteresseerd - Anna's
5. hobby's - cd's - 's morgens - ênquete
Opdracht 3
Geef van de volgende beweringen aan of deze juist of onjuist zijn. Leg je antwoord uit!
1. Om uitspraakproblemen moet je soms een in samenstellingen een trema gebruiken.
2. Om ingelogd te blijven, moet u eenmalig inloggen.
In bovenstaande zin hoeven er geen accenten te komen op 'eenmalig'.
3. U kunt uw zoon en uw dochter meenemen!
In deze zin kun je het woordje 'en' als volgt benadrukken: èn.
4. Als er voor de -y een klinker staat, geeft de meervoudsvorm of het verkleinwoord geen
uitspraakproblemen en gebruik je dus geen apostrof.
5. Een cedille wordt gebruikt om ergens de nadruk op te leggen.
Opdracht 4
Schrijf onderstaande zinnen over en voeg hoofdletters én leestekens toe.
1. in italie wordt er in veel sauzen creme fraiche gebruikt
2. pieter riep geergerd tegen zijn zusje je moet me niet telkens na apen
3. heb je uberhaupt wel tijd om mee te gaan vroeg stefan aan zijn collega
4. de concierge kopieert de engelse werkboekjes
5. bij opsporing verzocht kwamen drie jongens in beeld die s nachts twee tvs hadden gestolen
De antwoorden van opdracht 1 t/m 4 vind je hieronder: