Nederland is een parlementaire democratie. Er zijn kenmerken waaraan je dit kan herkennen. Hieronder staan de belangrijkste op een rij.
De politieke macht ligt namens de burgers bij het parlement, de volksvertegenwoordiging. Het kabinet of de regering kan ter verantwoording worden geroepen door de volksvertegenwoordiging. Het parlement neemt uiteindelijk de beslissing over een wetsvoorstel.
Er zijn vrije en geheime verkiezingen en algemeen kiesrecht. De burgers hebben het recht om vertegenwoordigers in het parlement te kiezen. Verder hebben zij het recht en de mogelijkheid om op andere wijze invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming.
De bevoegdheden en macht van bestuurders en bestuursorganen zijn vastgelegd in de Grondwet.
Vertegenwoordigende organen beslissen met meerderheid van stemmen, anders gezegd een besluit is democratisch tot stand gekomen. Er wordt echter in het algemeen rekening gehouden met minderheidsstandpunten.
Er is sprake van machtenscheiding:
de wetgevende macht - wetgeving is een gezamenlijke activiteit van regering en parlement
de uitvoerende macht (regering)
de rechterlijke macht.
Het is ideaal als de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht optimaal gescheiden zijn, de Trias Politica. In Nederland zijn de wetgevende en uitvoerende macht niet zuiver gescheiden.
Er zijn grondrechten in Nederland. Voorbeelden van deze grondrechten zijn vrijheid van meningsuiting, persvrijheid, vrijheid van vereniging en vergadering, van het oprichten van politieke partijen, godsdienstvrijheid, vrijheid van onderwijs, scheiding kerk en staat en recht op privacy.
Alle burgers zijn voor de wet gelijk. Dit betekent dat er respect is voor minderheden. In Artikel 1 van de Grondwet staat vermeld: ‘allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.