§1: Politieke besluitvorming
In Nederland hebben we een besluitvormingsproces. Het besluitvormingsproces verloopt in vier fasen:
Het politieke besluitvormingsproces begint vaak met het ontstaan van wensen en verlangens in de maatschappij of bij het vaststellen van maatschappelijke problemen. Als politici deze wensen of problemen belangrijk genoeg vinden, dan worden het op de politieke agenda geplaatst. Naast burgers, mogen ook politieke partijen en politici met wensen komen in deze fase. We zeggen dan dat het probleem op de politieke agenda is geplaatst.
Om zaken op de politieke agenda te krijgen, proberen burgers, pressie- en belangengroepen de publieke opinie te mobiliseren. Dit houdt in dat je zoveel mogelijk mensen op de hoogte brengt van jouw wens of probleem. Hiervoor kun je gebruik maken van kranten, televisie en sociale media. De massamedia spelen dus een belangrijke rol om problemen en wensen onder de aandacht van politici te brengen. Vaak zetten politici of ambtenaren zelf punten op de politieke agenda.
Sommige pressie- en belangengroepen of media slagen er beter in hun opvattingen, opinies, belangen onder de aandacht te krijgen van politici dan andere. Zij hebben dan een sterkere invloed op het besluitvormingsproces dan andere. Deze wensen moeten leiden tot het nemen van maatregelen door het kabinet of de gemeente.
Bestuurders en politici bepalen welke problemen worden aangepakt en welke problemen prioriteit krijgen. Prioriteit houdt datgene in wat voorrang krijgt of hoort te krijgen. Zij komen met voorstellen voor oplossingen van een bepaald probleem.
Als het kabinet of college van B&W met oplossingen voor een bepaald probleem komt, dan is er sprake van beleidsvoorbereiding. Daarbij spelen ambtenaren een belangrijke rol. De lobby van pressie- en belangengroepen richt zich in deze fase vaak op de ambtenaren.
Eerst nemen bewindslieden of bestuurders (ministers, wethouders) een (voorlopig) besluit. Vervolgens komt de volksvertegenwoordiging (het parlement, de gemeenteraad) aan bod. Zij kunnen nog veranderingen aanbrengen als zij dat willen (recht van amendement). De Tweede Kamer heeft daarnaast ook het recht wetsvoorstellen in te dienen (recht van initiatief).
Voordat de volksvertegenwoordiging een definitief besluit neemt, proberen allerlei belangengroepen nog invloed uit te oefenen. Fase 3 is afgerond als de volksvertegenwoordiging de uiteindelijke beslissing heeft genomen. (stemrecht).
Ambtenaren onder verantwoordelijkheid van de minister/ de wethouder moeten de wetten en maatregelen uitvoeren. Daarbij kan het voorkomen dat besluiten soms anders worden opgevat door de verschillende groepen, politici, ambtenaren. Daarom is controle erg belangrijk. Op die manier kun je nog aanpassingen doorvoeren. De vierde fase is afgerond als het besluit is uitgevoerd.
knelpunten politieke besluitvorming. https://www.youtube.com/watch?v=_mHpiebXCD4