Passief transport

Passief transport

Wanneer een stof zich door een celmembraan verplaatst van een hoge concentratie naar een lage concentratie kost dit geen energie voor de cel, daarom wordt het passief transport genoemd. Voorbeelden hiervan zijn: diffusie en osmose. Dit proces gebeurt door porie-eiwitten. Naast water kunnen bijvoorbeeld ook natrium, kalium en calcium op deze manier door porien heen. Echter kan een cel een porie ook dichtzetten zodat dit transport niet meer plaats kan vinden. Naast porien zijn er ook transporteiwitten. Zij binden speciale moleculen en transporteren ze naar binnen of naar buiten door het membraan heen. Hoe groter het aantal porie en transporteiwitten, hoe sneller de diffusie gaat.

 

Bron: biologie voor jou leeropdrachten boek havo 4a (6e druk)

Uitleg passief transport
Uitleg passief transport van de site 10voorbiologie.nl