Als het klimaat in een gebied verandert, veranderen ook de landschappen in dat gebied. Dat is bijvoorbeeld in Nederland de afgelopen 3 miljoen jaar gebeurd toen ijstijden werden afgewisseld door perioden waarin het net zo warm was als tegenwoordig, of zelfs nog iets warmer.
Tijdens een ijstijd bestond de bodem van Nederland uit toendra of was de bodem met een dikke laag ijs bedekt. Tijdens een periode tussen twee ijstijden in had Nederland landschappen met gras, moerassen, heide of loofbossen.
Nu zien we landschappen veranderen als gevolg van de klimaatverandering (Stap 2). Op Spitsbergen bijvoorbeeld groeien op steeds meer plekken gras en struiken gedurende de zomer, waar tot in de jaren 80 van de vorige eeuw het hele jaar door sneeuw en ijs lag of de bodem uit permafrost bestond. Permafrost is het verschijnsel dat in bepaalde gebieden nabij de polen en in het hooggebergte de ondergrond nooit helemaal ontdooit.
Kijk voor een ander voorbeeld van de gevolgen van de klimaatverandering naar deze video.
Wat zal er verder gebeuren met de landschapszones op aarde? Dat hangt ervan af hoeveel warmer het zal worden op aarde.
Door de opwarming zal niet alleen de temperatuur wereldwijd oplopen, ook zal de hoeveelheid neerslag groter of kleiner worden. Ook dat heeft invloed op de ligging van de landschapszones.
Het klimaatpanel IPCC heeft uitgezocht wat er vermoedelijk zal gebeuren met temperatuur en neerslag wereldwijd. Deze prognoses zijn verwerkt in de volgende twee kaarten van de Bosatlas:
![]() |
GB54 Kaart 220B / GB55 Kaart 242B - Mogelijke veranderingen in temperatuur |
|
GB54 Kaart 220D / GB55 Kaart 242D - Mogelijke verandering in neerslag |
Vergelijk deze twee kaarten met de volgende kaart. Beantwoord daarna de vragen.
![]() |
GB54 Kaart 219D / GB55 Kaart 241D - Fysisch-geografische zones |