Modi in het Latijn

De aspecten van het werkwoord (bron: Wikibooks)

 

 

In de volgende paragrafen geven we kort de verschillende aspecten aan die het werkwoord kan uitdrukken en volgens welke de specifieke vormen tot stand komen. Deze aspecten worden tevens gebruikt om een vorm te benoemen. Een paar voorbeelden:

vexavisti = jij hebt gekweld

Deze vorm wordt aangeduid met indicativus perfectum actief, tweede persoon enkelvoud. D.w.z. dat deze vorm de modus indicativus uitdrukt, de tijd perfectum (voltooid tegenwoordige tijd). Verder is het in de actieve vorm en heeft het de uitgang van de tweede persoon enkelvoud (jij). Deze benoeming kunnen we afkorten tot ind. perf. act. 2e p. ev.

Nog een paar voorbeelden:

festinaverimus = (op)dat we ons hebben gehaast

coniunctivus perfectum actief, eerste persoon meervoud (afkorting: con. perf. act. 1e p. mv)

audiretur = (op)dat hij werd gehoord

coniunctivus imperfectum passief, derde persoon enkelvoud (afkorting: con. imp. pas. 3e p. ev)

Om handigheid te krijgen in het vertalen van Latijnse teksten is het noodzakelijk dat men zich deze vorm van benoeming eigen maakt. Weten welke vorm men voor zich heeft, is essentiƫel voor een goed begrip van de zin en dus voor de vertaling.