Er bestaan in het Latijn enkele onregelmatige werkwoorden, waarvan de conjunctivus praesentis onregelmatig is. Hieronder staan ze. De meeste werkwoorden vervoegen via het regelmatige m, s, t, mus, tis, nt.
Esse (zijn): Sim, sis, sit, simus, sitis, sint.
Posse (kunnen): Hier wordt een soort 'stam' gebruikt, pos-, waarachter als uitgang de esse vormen komen: possim, possis, possit... etc.