Stap 1: Klimaat en landschap

Relatie tussen klimaat en landschap


Loofbossen zijn te vinden in gebieden met een C-klimaat en naaldbossen in gebieden met een D-klimaat.

De Russische geleerde Wladimir Köppen (1845-1940) heeft het klimaat op aarde in vijf soorten ingedeeld en elke soort weer onderverdeeld.
Bepalend voor de grenzen van de klimaatzones is het verspreidingsgebied van plantensoorten. Bepalend voor het wel of niet voorkomen van planten is de temperatuur en de neerslag. Dat inzicht is gebruikt voor de onderstaande indeling van klimaten.

1e. Grove indeling Benaming 2e. Neerslagindeling
A   Tropische (regenwoud)klimaten
  • Af: regenwoud (zonder droog seizoen)
  • Am: moesson
  • Aw: savanne (met droge winter)
B   Woestijn- of droge klimaten
  • BW: Woestijn
  • BS: Steppe
C   Zee- of maritieme klimaten
  • Cs: (sommertrocken) droge zomer
  • Cw: (wintertrocken) droge winter
  • Cf: (fehlt) zonder droog seizoen
D   Land- of continentale klimaten
  • Ds: droge zomer
  • Dw: droge winter
  • Df: zonder droog seizoen
E   Poolklimaten
  • ET(undra): Toendra
  • EF(rost): IJskap
  • EH(ochgebirge): Hooggebergte

 

  1. Bij A-klimaten of tropische klimaten is de gemiddelde temperatuur van de koudste maand van het jaar ten minste 18 graden Celsius.
  2. Bij B-klimaten, de aride of droge klimaten, is er te weinig neerslag voor boomgroei. De B-klimaten krijgen een extra hoofdletter S bij een steppeklimaat en een W bij een woestijnklimaat. Het verschil wordt gelegd bij 200 mm p/j. Om precies te zijn: het gaat om het verschil tussen neerslag en verdamping. Daarbij is de temperatuur belangrijk. Dus bij een koud gebied met weinig neerslag kun je een BS aantreffen en met dezelfde hoeveelheid neerslag een BW in een warm gebied.
  3. Bij C-klimaten of maritieme klimaten ligt de gemiddelde temperatuur van de koudste maand tussen -3 en 18 graden Celsius. De gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 graden Celsius.
  4. Van een D-klimaat of landklimaat is sprake als de gemiddelde temperatuur van de koudste maand lager is dan -3 graden. De gemiddelde temperatuur van de warmste maand is hoger dan 10 graden Celsius
  5. Bij E-klimaten of poolklimaten is de gemiddelde temperatuur van de warmste maand niet hoger dan 10 graden Celsius.

Om de volgende vragen te kunnen beantwoorden, zoek je de volgende kaarten in de Grote Bosatlas en/of Alcarta:

Op een landkaart en vanuit de ruimte gezien lijken fysisch-geografische zones scherpe grenzen te hebben. In werkelijkheid zit tussen twee van die zones een smal overgangsgebied.
Als je bijvoorbeeld vanuit een gebied met tropisch regenwoud een gebied met savanne inrijdt, zul je zien dat bomen en groepen bomen steeds verder uit elkaar staan tot je maar af en toe een boom of een groep bomen tegenkomt en daartussen grote ruimtes met lang gras.

Kijk naar onderstaande zes fragmenten in deze video. Beantwoord daarna de vragen.

1. Van 0.57 minuten “Hier in Burgers’ Zoo” tot 3.08 minuten afbeelding van weerhuisje.

2. Van 6.20 minuten “In het wild leven deze dieren" tot 6.58 “het hele jaar groen blijven”.

3. Van 7.13 minuten “Dit is dus de droge klimaatzone” tot 9.01 minuten “want overleven is hier moeilijk”.

4. Van 10.03 minuten “De gematigde zones liggen” tot 10.36 minuten “anders stukvriezen”.

5. Van 11.38 minuten “O, ja. De koude zone” tot 12.19 minuten “met sneeuw en ijs”.

6. Van 12.48 minuten “pinguïns in beeld” tot einde.