Wat kan ik straks?

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- noemen wat vier factoren zijn die het weer bepalen.
- aangeven waarmee je de temperatuur meet en wat de maateenheid voor temperatuur is.
- omschrijven wat luchtdruk betekent, hoe je luchtdruk kunt meten en wat de maateenheid voor luchtdruk is.
- aangeven hoe je windsnelheid meet en met welke eenheid je de windsnelheid aangeeft.
- omschrijven wat de relatie tussen luchtdruk en wind is.
- uitleggen met twee voorbeelden waarom het weer belangrijk is in ons dagelijkse leven.