Schaal berekenen

Oefenopdrachten: schaal berekenen.

 

Oefenopdracht 1: Bereken de volgende afstanden en noteer de berekening!

a. op kaartblad GB 40–41 (GB 36-37): Huizen – Amsterdam (van stadsrand tot stadsrand)

b. op kaartblad GB 98–99 (GB 88-89): Parijs – Londen (van stadsrand naar stadsrand)

c. op kaartblad GB 172–173 (GB 156-157): New York – Miami

d. op kaartblad GB 190–191 (GB 172-173): Amsterdam – New York.

 

Oefenopdracht 2: Hoe groot is de werkelijke afstand die wordt voorgesteld door 5 cm op de kaart bij de volgende schalen. Noteer altijd de berekeningen!

a. 1 : 1.000.000                                  d. 1 : 18.500

b. 1 : 5000                                         e. 1 : 250.000

c. 1 : 350.000                                     f. 1: 60.000

 

Oefenopdracht 3: Meet en bereken de hemelsbrede afstand tussen de volgende plaatsen. Noteer de berekening ook!

a. Wat is de afstand van Sint-Petersburg naar Magadan? Zoek een kaart waar allebei de plaatsen op staan!

b. Wat is de hemelsbrede afstand van Sölden naar Merano?

c. Wat is de hemelsbrede afstand tussen Istanbul en Ankara?

Oefenopdrachten: zoekmogelijkheden A

 

In de atlas werken we met verschillende soorten kaarten, we hebben

-          overzichtskaarten

-          staatkundige en natuurkundige kaarten

-          thematische kaarten

-          topografische kaarten

-          gemeentekaarten

 

Overzichtskaarten:

 

Oefenopdracht 1:

Ga naar kaart 40-41 E4. Hier zie je een roze kleur, welk soort bodemgebruik vindt hier plaats?

 

Oefenopdracht 2:

Neem nu kaart 42-43 voor je. Meneer Vos, is met zijn kinderen wezen wandelen in de bossen bij zijn grootouders in de buurt. De kinderen hebben de gehele dag in het stuifzand gespeeld in de bossen. In welke plaats wonen zijn grootouders?

 

A. Helenaveen (F4)     B. Barendrecht (D2)   C. Waalwijk (E3)

 

Staatkundige kaarten:

 

Oefenopdracht 3:

Op staatkundige kaarten heeft ieder land of iedere provincie haar eigen kleur. Ga naar de staatkundige kaart van Nederland.

A. Welke kaart is dat?

B. Welke kleur heeft Noord Holland op deze kaart?

C. Noord-Holland heeft 2 hoofdsteden in de provincie welke?

  1………………………………………………………………

  2………………………………………………………………

D. Op welke manier wordt er onderscheid gemaakt tussen deze 2 hoofdsteden en hoe zie je dat terug in de kaart?

 

Oefenopdracht 4:

Neem kaart 164 voor je: Afrika staatkundig.

Wat is de hoofdstad van:

A. Tanzania:……………………………………………………………………………………

B. Zambia:………………………………………………………………………………………

C. Kongo:……………………………………………………………………………………….

 

Natuurkundige kaarten:

 

Vergelijk nu kaart 162 – 163 met kaart 164 – 165

Je ziet dat we net hebben gewerkt met een staatkundige kaart. Nu gaan we verder met een Natuurkundige kaart.

 

Oefenopdracht 5:

Bekijk op kaart 162-163 (G5) de Kilimanjaro. Dit is de hoogste berg van Afrika, hoe hoog is deze berg?

 

Oefenopdracht 6:

Ga weer terug naar kaart 162 - 163.

A. Welke 3 gebieden in Egypte liggen onder zee niveau?

  1………………………………………………………………………………………………

  2………………………………………………………………………………………………

  3………………………………………………………………………………………………

B. Schrijf erachter hoe diep het daar is. ↑↑↑↑↑↑↑↑

 

Thematische kaarten

 

Oefenopdracht 7:

A. Neem kaart 211 E. Welk werelddeel heeft de meeste Malaria slachtoffers?

B. Van een aantal landen in Afrika zijn geen gegevens welke zijn dit?