Vanaf de eerste kermisdag heb ik op je gewacht.
Ik wachtte met mijn vermolmde klapdeur.
Ik wachtte met mijn piepende rails.
Ik wachtte met al mijn knarsende karretjes.
Ik wachtte met mijn halfversleten band
vol kreten, onverwachte slierten plasctic,
plotse stilstand in het schemerdonker
en mijn rubberen vogelspin.
De geraamtes rammelen al dagen
nergens anders over. Jij zou in mij verdwijnen.
Dan zou ik vervagen tot een gele afdruk
in het gras - voor eeuwig samen.
Wie wil er nu eerst naar het spiegelpaleis?
Ingar Heytze, Het ging over rozen. Uitgeverij Podium, Amsterdam 2002