Met de campagne ‘Koop een geit’ (Koopeengeit) roept de Belgische organisatie Dierenartsen Zonder Grenzen (DZG) mensen op om 50 euro voor een geit te doneren voor kansarme Afrikaanse families. Voor deze families is het hebben van enkele geiten of runderen “een middel om uit de armoede te raken”, aldus DZG.
Geiten zijn makkelijke eters en kunnen in barre omstandigheden overleven. Daarin ligt echter ook het problematische karakter van de geitenkuddes in veel ontwikkelingslanden: ze eten zowat alles wat ze op hun pad tegenkomen. Te veel geiten zorgen voor overbegrazing, ook wel overbeweiding genoemd.
Hier is sprake van als door langdurige, intensieve begrazing door planteneters (geiten, schapen, runderen) de vegetatie niet de kans heeft zichzelf te herstellen.
Overbeweiding kan leiden tot bodemerosie, maar daarvoor zijn meer oorzaken aan te wijzen. Erosie is een natuurlijk proces van slijtage van de bodem waarbij de bovenste, vruchtbare laag van de bodem wegspoelt of wegwaait. Menselijke activiteiten (overbeweiding, ploegen, het kappen van bossen) kunnen het erosieproces versterken, we spreken dan van een versnelde bodemerosie.
Op verschillende plekken in de wereld rukt de woestijn op. We spreken daarbij van verwoestijning, het oprukken of zich uitbreiden van een woestijn of het ontstaan van nieuwe woestijnen; verwoestijning wordt ook gebruikt om de verandering van een gebied naar drogere omstandigheden aan te duiden. Daar vallen ook steppegebieden onder. Door bodemerosie neemt het waterbergend vermogen van de bodem af en is er in droge perioden minder water voor planten beschikbaar.
Een belangrijke oorzaak van bodemerosie en verwoestijning is ook de bevolkingsgroei, die het grootst is in Afrika. Er is nu al sprake van overbevolking (een te grote bevolking in verhouding tot de draagkracht van een gebied) en de komende tijd zal de groei van de wereldbevolking vooral in het relatieve arme Afrika plaatsvinden.
De droogte en verwoestijning verdrijft bovendien herders van hun land. Veeteelt wordt door het gebrek aan water steeds moeilijker en de veeboeren trekken naar vochtiger gebieden. Dat levert spanningen en conflicten op met daar levende akkerbouwers.
In Afrika verdwijnt nog steeds ruim tweemaal zoveel bos in houtvuurtjes om te koken, dan door commerciële houtkap: veel Afrikanen hebben geen geld voor een gasstelletje of elektrisch kookplaatje. Bovendien hebben al die nieuwe inwoners een plek nodig en daarvoor wordt volop gekapt en gebouwd.