Ruwweg gezegd kun je chemische stoffen verdelen in twee categorieën: organische- en anorganische verbindingen.
Bij anorganische verbindingen denk ik aan rotsen, mineralen en zouten, zuren en basen..
Bij organische verbindingen denk ik aan planten, dieren, plastics..
Veelal wordt als definitie voor organische chemie gebruikt ‘alle verbindingen die koolstof bevatten’.
Toch zijn er uitzonderingen op deze regel, denk bijvoorbeeld aan de anorganische stof kalksteen: CaCO3. Jij mag deze definitie wel onthouden want organische chemie houdt zich alleen bezig met koolstofverbindingen.
Vaak wordt het woord ‘organic’ gebruikt door fabrikanten om aan te geven dat hun producten ‘puur natuurlijk’ zijn en vaak staat er dan ook op de verpakking: ‘no chemicals’. Jij en ik weten natuurlijk dat dat de grootste onzin is. Alles is immers opgebouwd uit chemicaliën.
Hiernaast een mooi voorbeeld: "organisch" zout... serieus?