Alkaanzuren

Voorvoegsel

Uitgang

carboxy-

-zuur


Naamgeving

De carboxylgroep is de ‘belangrijkste’ groep die we gaan behandelen deze periode. Het voorvoegsel -carboxy zul je dan ook niet gebruiken. Zodra je een zuurgroep ziet in een structuurformule mag je er automatisch vanuit gaan dat dit de belangrijkste functionele groep is. Een zuurgroep zit altijd aan het begin of einde van een keten en staat dus altijd op plek één. Het is dan ook niet nodig deze plek met een cijfer -1- aan te geven in de systematische naam.

 

Bekende organische zuren

Methaanzuur – Mierenzuur
Mierenzuur is een zuur dat wordt uitgescheiden door mieren. De naam zegt het al. Een mier kan je bijten en mierenzuur in de wond spuiten. Ook sproeien ze dit met z’n allen vanaf het mierennest naar potentiele indringers. Ook brandnetels maken gebruik van mierenzuur.

 

Ethaanzuur – Azijnzuur
Azijnzuur is jullie goed bekend. Je moeder lapt er wellicht de ramen mee, of misschien gebruik je het wel eens in een dressing voor over je salade. Huishoudazijn heeft een percentage azijnzuur van ongeveer 7%. Dit is nog te sterk om te consumeren. Azijn voor over je salade heeft een percentage azijnzuur van ongeveer 4%.

 

Butaanzuur – Boterzuur
Bacteriën produceren het en zorgt voor een groot deel voor je lichaamsgeur. Ook bedorven boter ruikt naar boterzuur. Daar heeft het zijn naam ook vandaan.

 

Vetzuren
Lange koolstofketens met een een zuurgroep zijn ideale stoffen om zeep van te maken. Dit doet men door een vet te ‘verzepen’ en er vetzuren van te maken.

Deze vetzuren gaan met hydrofobe staarten naar elkaar toe zitten. De hydrofiele koppen staan naar buiten want deze willen wel met water (hydro) in aan raking komen. Ze vormen zo een ‘micel’. Deze micellen worden gebruikt in wasmiddelen om vet en vuile deeltjes 'in te kapselen' en zo op te lossen in het water.