Les 2

Balans

Vorige week hebben we nut en noodzaak van een Balans besproken. 3 leerlingen vertellen over het gesprek dat ze met hun stagebieder hebben gevoerd over dit onderwerp.

LET OP:

- Het betreft gevoelige informatie, ga hier integer mee om !

Begrippen:

Bezittingen (activa)

De bezittingen worden in drie groepen verdeeld.

Vaste activa                                –       Vaste activa: de duurzame productiemiddelen. Dit zijn middelen die meerdere productieprocessen meegaan of langer dan een jaar gebruikt worden. Voorbeelden zijn: grond, gebouwen, machines, werktuigen en inventaris.

Vlottende activa                        –      Vlottende activa: de vlottende productiemiddelen. Dit zijn middelen die slechts één productieproces meegaan of die in één keer verbruikt worden. Voorbeelden zijn: de voorraden (brandstof, perstouw, zaaizaad) en de vorderingen (debiteuren).

Liquide middelen                            Liquide middelen: de geldmiddelen. Dit zijn de tegoeden uit de kas (contant geld) en/of de saldo’s op de bank.

 

Schulden (passiva)

Het totale vermogen wordt onderverdeeld in ‘eigen vermogen’ en ‘vreemd vermogen’. Het vreemd vermogen wordt weer onderverdeeld in twee groepen.

Eigen vermogen                       Het eigen vermogen wordt gebruikt voor de financiering en als buffer in slechte jaren. Het eigen vermogen is het vermogen wat de eigenaar(s) in het bedrijf heeft gestort of in de loop van de jaren heeft verdiend met het bedrijf. Het eigen vermogen kan ook dalen als er verlies is gemaakt.  Het eigen vermogen is een schuld van het bedrijf aan de eigenaar(s), hoe hoger het eigen vermogen, hoe beter.

 

Lang vreemd vermogen           –       Vreemd vermogen op lange termijn: dit is geld dat geleend is en dat door het bedrijf meer dan één jaar gebruikt kan worden. Dit geld hoeft niet binnen het jaar terugbetaald te worden. Voorbeelden van vreemd vermogen op lange termijn zijn hypotheekleningen, bankleningen, familieleningen en leasing.

Kort vreemd vermogen            –       Vreemd vermogen op korte termijn: dit is geld dat geleend is en dat het bedrijf minder dan één jaar mag gebruiken. Dit geld moet dus binnen een jaar terugbetaald worden. Voorbeelden van vreemd vermogen op korte termijn zijn: het bankkrediet, de te betalen rekeningen (crediteuren), de belastingdienst of schulden aan het personeel (denk aan opgebouwd vakantiegeld)

 

1.Balans

Inleiding                                

Eén van de twee onderdelen van de jaarrekening is de balans. De balans van een bedrijf geeft aan waarin het geld geïnvesteerd is (de investeringsbalans) en hoe er voor deze investeringen betaald is (financieringsbalans). Zoals bij alle economische balansen, moet ook deze altijd in evenwicht zijn. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat er allemaal opgenomen moet worden op de investerings – en financieringsbalans

2.1 Investeringsbalans

                                                               

Op de investeringsbalans staan alle bezittingen (activa) van een bedrijf.  Om een duidelijk beeld te krijgen maken we onderscheid tussen verschillende soorten activa.

Vaste activa                            De vaste activa. Dit zijn productiemiddelen die duurzaam bestemd zijn om de onderneming te dienen en waarover risico wordt gelopen. Duurzaam wil zeggen dat het productiemiddel langer dan één productieproces moet meegaan. En het risico wat wordt gelopen wil zeggen dat de waardeveranderingen ten laste komen van de onderneming.

Voorbeelden van vaste activa zijn bedrijfsgebouwen en –terreinen, machines, auto’s of computers

Immateriële vaste  activa      Een aparte categorie van bezittingen zijn de niet-materiële bezittingen, bezittingen die je niet fysiek hebt. Voorbeelden zijn fosfaatrechten, productierechten, software of goodwill. Goodwill geeft een beeld van de waarde bovenop de activa, die in de loop van de tijd gecreëerd is door het krijgen van een goed imago en een klantenbestand. Goodwill is alleen van toepassing bij de overname van een bedrijf. Deze hebben wel een waarde, moeten dus terug komen op de balans en er kan ook over worden afgeschreven.

Vlottende activa                     De vlottende activa. Dit zijn productiemiddelen die in minder dan een jaar omgezet worden (of kunnen worden) in geld. Voorbeelden van vlottende activa zijn voorraden en debiteuren.

                                                 Geld wat in de kas zit of op de bank staat (de zogenoemde liquide middelen) hoeft uiteraard niet meer in geld omgezet te worden omdat het al geld is. Meestal worden deze onder de vlottende activa ingedeeld, maar het komt ook voor dat de liquide middelen als aparte categorie op de balans staat.

                                               

Fig. 2.1 Investeringsbalans

Afbeeldingsresultaat voor Investeringsbalans

 

2.2 Financieringsbalans

                                                               

                                                 Er zijn verschillende manieren om de bezittingen van paragraaf 3.1 te financieren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie verschillende soorten financiering (passiva).

 

Eigen vermogen                      Dit is het saldo van alle activa min de schulden. Als het bedrijf alle bezittingen verkoopt tegen de balanswaarde en vervolgens de schulden aflost blijft het eigen vermogen over. Dat is het geld wat van de eigenaars van de onderneming is. Dit bestaat uit geld wat in het begin van de onderneming geïnvesteerd is of in de loop van de jaren verdiend is.

Achtergestelde lening            Als bekenden geld beschikbaar stellen voor jouw onderneming noemen we dat achtergesteld vermogen. Dit heet achtergesteld omdat bij een faillissement de verstrekker van de achtergestelde lening als laatste in de rij staat om het geld terug te krijgen. Bij de beoordeling door een bank of er een lening gegeven kan worden kan dit helpen het risico voor de bank te verkleinen en dus de lening of het rentepercentage gunstig uit te laten vallen. Bij deze beoordeling ziet de bank de achtergestelde lening als onderdeel van het eigen vermogen.

 

Lang vreemd vermogen         Wanneer tussen geldgever en geldnemer is afgesproken dat de geldnemer langer dan één jaar over het vermogen mag beschikken is er sprake van lang vreemd vermogen.

                                                 Voorbeelden van lang vreemd vermogen zijn een hypotheeklening en een banklening van meer dan één jaar.

 

Kort vreemd vermogen          Kort vreemd vermogen wilt zeggen dat de schuld binnen een jaar afgelost moet worden of bij een doorlopend krediet kunnen worden.

                                                 Voorbeelden van kort vreemd vermogen zijn crediteuren en rekening courant krediet.

                                                 .

 

Fig. 3.2 Financieringsbalans

Afbeeldingsresultaat voor financieringsbalans