Coach

Net als bij het voetballen is de COACH in de beroepscontext van de zorg degene die een student weet te stimuleren en verder te helpen in haar ontwikkeling.

Je versterkt als coachende werkbegeleider het gedrag van de student door tijdens het werk feedback te geven op het gedrag van de student. Het is daarbij belangrijk dat je zorgt voor een veilige situatie voor de student, dus op een gepast moment!

Deze feedback is gericht op het goede gedrag, maar ook op het te verbeteren gedrag van de student.

Bekijk het onderstaande filmpje en vertaal de informatie naar je beroepspraktijk.

Een coach heeft een aantal doelen:
  1. Iets nieuws leren.
  2. Iets wat je nog niet goed/effectief kunt beter doen = scoren!
  3. Iets wat je goed kunt verbeteren = naar een hoger niveau tillen, mooier maken of grenzen verleggen.

Voorbeeld:

Als een student al werkervaring in de ouderenzorg heeft en nu de overstap maakt naar de kraamzorg, dan zal zij alle kraamspecifieke theorie moeten leren terwijl ze al vaardig is in het omgaan met een zorgvrager.