De negen kamers - Peter-Paul Rauwerda

Boek: De negen kamers

Auteur: Peter-Paul Rauwerda

Leesniveau: 4

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

 

 

Samenvatting:

De hoofdpersoon in het boek is de zeventien jarige Jonas die al maanden door heftige hoofdpijn geteisterd wordt. Jonas leest graag en heeft een levendige fantasy, hij verzint zelf ook verhalen. Op een dag heeft hij het huis voor zich alleen, zijn ouders zijn naar een congres en zijn zusje logeert bij oma. Juist dan gebeurd er iets vreemd in huis, er wordt ingebroken maar niets meegenomen. De inbreker heeft het huis opgeruimd en een boek achtergelaten dat zo groot is als een deurmat. Er zit een briefje bij waarop, in sierlijke ouderwetse letters, staat Maak dit boek open en je leven zal vergoed veranderen.
Jonas vertrouwt het niet maar zijn nieuwsgierigheid wint het en hij opent het boek. Op de eerste pagina staat het gedicht over de negen kamers.

Vanaf dat moment verandert alles en maakt hij de meest vreemde en bizarre dingen mee. Hij vindt een huis dat niet bestaat, toch kan hij het zien en zelf een kijkje nemen in de tuin. Daar komt hij al zijn oude speelgoed tegen maar dan levensgroot, wat een onwerkelijke creepy sfeer oproept.
Jonas heeft in de loop van het boek ook de meest onwaarschijnlijke ontmoetingen. Als eerste ontmoet hij een dwerg (die ooit een reus was) en krijgt van hem de waarschuwing om niet het huis in te gaan, want wie naar binnen gaat kan er nooit meer uitkomen
Natuurlijk slaat hij dit advies in de wind en komt in het huis waar hij inderdaad niet kan vertrekken en kamer voor kamer moet zien te overleven.

Iedere kamer heeft iets aparts, iets gevaarlijks en laat hem twijfelen tussen waarheid en leugens, tussen dromen of wakker zijn. Maar geeft hem ook inzichten en levenslessen die niet allemaal even leuk zijn. Het roept vragen bij hem op over zijn hoofdpijn en zijn familie. Wat is echt en wat niet? Droomt hij? Wordt hij in de maling genomen? Verzint hij het door de hoofdpijn? Is er iets vreselijks met hem aan de hand?
Hij zit vol met vragen maar kan er niet te lang bij stil staan omdat er zoveel om hem heen gebeurt. Hij ziet een meisje dat hij dolgraag wil ontmoeten, en wanneer dat gebeurt brengt ze hem met haar verhalen over het huis en haar vreemde gedrag helemaal in verwarring.
Jonas komt o.a. in een reuze bibliotheek met allerlei soorten boeken die zich gedragen naar het genre waar ze bij horen. Zweverige wazige boeken zweven en dartelen door de kamer, boeken met wollig taalgebruik hebben een zachte omslag. Hij komt vele vreemde personen tegen die het niet altijd even goed met hem voor hebben. Gevaar ligt over al en op de meest bizarre manieren op de loer en zowel Jonas als de lezer kan geen moment voorspellen wat er nu gaat gebeuren of waar het verhaal naar toe zal gaan.
Ook worden er verhalen verteld door de personen die hij ontmoet, vaak een mooi verhaal waarin een boodschap voor Jonas verpakt zit.

Jonas gaat van avontuur naar avontuur, van kamer naar kamer en ondekt ondertussen van alles over zich zelf. Hij sluit een innige vriendschap al gaat dit niet vanzelf. En hij gaat nadenken over wat de hoofdpijnen en wat hij nu meemaakt met elkaar te maken hebben.
Er gebeurt veel en er zijn steeds onverwachte wendingen zodat je gemakkelijk totaal de draad kwijt zou kunnen raken. Toch komt er steeds iets terug van wat er al gebeurd is of wat met zijn leven buiten het huis te maken heeft.

 

Verhaalanalyse:

  1. Thema

Het boek is een fantasie, mysterie verhaal. Jonas komt in situaties terecht waarbij hij niet meteen weet wat er gebeurt. Ook is het begrijpen van wat er gebeurt een mysterie. Er gebeuren dingen in het boek die duidelijk onder fantasie vallen.

 

  1. Personages

Anna: anna is het meisje die veel terug komt in het boek. Ze zit opgesloten in het huis en wilt heel graag het huis uit.

Edo en ode: edo en ode zijn een gekke tweeling. Ze lijken op het begin een beetje apart, maar later blijken ze dus gestoord te zijn. Ze experimenteren op dieren en wilde nu ook op jonas experimenteren.

Mevrouw braaksma: ze lijkt op een vriendelijke vrouw, maar is alleen maar op geld uit. Ze gaf jonas eten waarvan hij in slaap valt en neemt hem mee naar de stad van goud. Ze is een gemene vrouw.

Wieland: wieland zat vast samen met jonas. Hij heeft jonas geholpen met ontsnappen en heeft geen kwade bedoelingen. Hij is een vriendelijke en behulpzame man.

Jonas: jonas is de hoofdpersoon van dit verhaal. Hij houd van lezen en is erg nieuwsgierig. Hij komt daardoor vast te zitten in het huis.

De vader van anna: de vader van anna is een glasblazer. Als hij een glazen bol blaast, zit er in die bol een mogelijke toekomst van jonas in. Verder is hij een vriendelijke man.

 

  1. Perspectief

Alles wat er vertelt wordt, wordt verteld in de derde persoon. Het is wel vanuit jonas perspectief, maar niet in ze zin van ik loop rond. Het staat in de zin van jonas loopt rond.

 

  1. Ruimte

De woonkamer: de woonkamer is net een filmset. Alles lijkt echt maar is nep. Ook wordt daar een soort toneelstukje gespeelt.

De bibliotheek: de bibliotheek is een enorme doolhof van boekenkasten. Als je dan uit de doolhof bent moet je nog de uitweg vinden. In dat gedeelte zijn er allemaal verschillende boeken gesorteerd op basis van wat voor boeken het zijn.

De eetkamer: de eetkamer is een net versierde ruimte met veel eten. Heel veel eten.

De kelder: de kelder is een donkere ruimte. Er leven daar mensen die niet meer helemaal goed zijn in hun hoofd. Daar kunnen ze ook niet veel aan doen. Ze bedoelen het niet verkeerd en opzicht is daar de sfeer wel mooi.

De badkamer: de badkamer is net een soort aquarium en strand. De ruimte heeft eb en vloed momenten en er leven daar waterdieren. De uitweg daar is moeilijk te vinden.

De slaapkamer: de slaapkamer is een rustige kamer. Hier kun je dan ook tot rust komen na al die andere avonturen van de andere kamers.

De stookkamer: de stookkamer is de werkruimte van de vader van Anne. Hier doet hij zijn glazen bollen blazen en hier bewaart hij ze ook.

De torenkamer: de torenkamer is een van de hoogst zittende kamers in het huis. In deze ruimte lijk je dan ook ineens ouder. Veel gebeurt er in deze ruimte niet.

De schuilkamer: de schuilkamer is de kamer waar je nooit naar binnen mag.

 

  1. Tijd

Als ik het goed begrepen heb, zit het gewoon in de tegenwoordige tijd. Er is een moment in het verhaal wat lijkt op het verleden, maar ook dat speelt zich in de tegenwoordige tijd af.

 

 

Informatie schrijver:

Rauwerda was als kind al veel bezig met tekenen. Na zijn studie werkte hij enkele jaren bij Oberon Medialab waar hij animaties maakte voor website's en computerspelletjes. Hiernaast ging hij zich richten op het illustreren van kinderboeken. Zo maakte hij de tekeningen voor het boek Het boek van alle dingen en Florian Knol van Guus Kuijer. In 2016 verscheen zijn roman De negen kamers waar hij in 2017 de Dioraphte Literatour Prijs voor kreeg.

 

Eigen mening:

Ik vind het een heel leuk boek. Ik houd van fantasieverhalen en mysterie verhalen zijn ook heel leuk. Ik vind de manier hoe de schrijver de kamers omschrijft en wat er dan gebeurt goed uitgelegd. Toch zou ik het wel fijn vinden als dat einde duidelijker is. Voor mij is het nogal onduidelijk wat het nu is.

Bron:

Samenvatting: https://conniesboekenblog.nl/2016/10/16/gelezen-negen-kamers-peter-paul-rauwerda/

Informatie schrijver: https://nl.wikipedia.org/wiki/Peter-Paul_Rauwerda