Boek: Wie zoet is
Auteur: A.H.J. Dautzenberg
Leesniveau: 5
Standaardverslag
Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.
Samenvatting:
Deel I Appeltjes van Oranje
Het zijn 6 op internet geplaatste interviews van de ik-figuur met Sinterklazen uit den lande: o.a. Haarlem, Tilburg, Laarhoven, Avezijn....
In Haarlem interviewt de verteller Herman Smit, een gepensioneerde onderwijzer die het sinterklaas spelen als een ernstige taak ziet. Hij neemt geen kinderen op schoot. Alles moet traditioneel: vrouwen kunnen geen sinterklaas zijn vanwege hun te hoge stem. In Tilburg is sinterklaas Dunnewijk een kindervriend. Hij heeft een meisje dat aan kanker leed, meegenomen op zijn paard. De vraagstelling van de ik-verteller wordt suggestief, maar de sinterklaas kan niet de kindermisbruiker zijn
Edo is een verhalenvertyeller en geeft veel informatie over de afkomst van Sinterklaas (Wodan) en over de vrouw Sintele die hij heeft. Ook aan Edo stelt de ik-verteller impertinente vragen.
De vierde Sinterklaas is de voorzitter van de schuttersvereniging. Hij is noodgedwongen Sinterklaas en vindt het helemaal niet leuk dat hij in een jurk moet lopen. Hij moet het tegen wil en dank doen. Hij wordt boos tijdens het interview.
Het interview met de burgemeester uit een dorp in het zuiden loopt helemaal uit de hand. De man voelt zich niet op zijn gemak en vertelt over een door een pedofiel jaren geleden vermoord jongetje (Nicky Verstappen?) Hans Ubrechts wil niet dat het interview op internet komt en betaalt aan de ik-figuur 2000 euro. Toch plaatst die het interview op zijn weblog.
Wanneer de ik-verteller in Dordrecht Stefan de Otter ondervraagt, krijgt hij zelf een angstaanval. Hij wordt daarbij geholpen door Stefan. Ook al heeft hij steeds genante en dubbelzinnige vragen gesteld over de gevoelens die een Sint krijgt als hij een kind op zijn schoot trekt.
In de interviews klinkt steeds door dat de ik-verteller op zoek is naar een Sinterklaas die hem in zijn jeugd iets geflikt heeft. Hij zet na het afnemen van het gesprek het verslag op internet.
- deze interviews worden in de roman afgewisseld met bizarre en vrijwel onbegrijpelijke (toneel) dialogen tussen gijzelaar en gegijzelde. [Tenminste het onbegrijpelijke gold sterk voor mij. Pol]
Pruimpjes van de Bomen
Dit deel bestaat uit brieven die de gegijzelde Nol schrijft aan zijn vriend Theo. Ze worden geschreven van woensdag 22 oktober tot woensdag 3 december. Na een lezing is hij gevangengenomen door een man die hem via een luikje van eten voorziet. Het is eerste klas eten. Hij mag ook de interviews lezen. Hij heeft door dat de man naar een sinterklaas op zoek is die zijn kind heeft misbruikt. Op televisie kijkt hij vooral naar darten en 's nachts naar Astro TV. Hij probeert structuur aan te brengen in zijn dagen door drie keer per dag een brief te schrijven. Om de tijd te doden vangt en verzorgt hij een spin, maar uiteindelijk doodt hij die. Hij wil uit zijn gevangenschap breken en bedenkt een plan: hij zal een tandenborstel slijpen en een ziekte voorwenden. De man zal dan binnenkomen en hij zal hem doden door hem met een afgeslepen tandenborstel in zijn halsslagader te prikken. Hij moet daarom minder gaan eten en weigert eten. De kwaliteit is daarna een stuk minder. Het plan heeft dus niet geholpen. Op 3 december mag hij zijn eigen (het zevende) interview lezen. Daarin bekent hij Arnold Veltman dat hij seksueel misbruik heeft gepleegd. Hij leest dan ook dat het Beest zal moeten branden.
Sinterklaas zal komen
Het derde deel is een Ik-verhaal over drie dagen in december door de gijzelnemer wat hij van plan is te doen met zijn gijzelaar en een grote flashback naar wat er in het verleden op 5 december is gebeurd.
De ik-figuur heeft zijn gijzelaar met een pijltje in zijn bovenbeen verdoofd en in een trog gelegd, eerst in water, later ook in azijn. Hij noemt de man steeds het Beest. Er blijkt in het verleden iets gebeurd te zijn. Op 4 december maakt hij de man weer wakker en hij is van plan de man als een varken aan een grill te braden. Hij wil hem daarvoor doden op 5 december met de afgeslepen tandenborstel. Dan breekt 5 december aan. Er is een flashback naar vroeger naar de avond waarop een familielid (vader of oom) sinterklaas speelt. De ik-verteller is er getuige van dat Sinterklaas zijn vriendinnetje Lotte aanrandt. Hij kan haar niet helpen. Daarom wil hij de man later doden. Hij blijft over hem praten als het Beest. Dat zal die dag gaan gebeuren.
Dit deel wordt gevolgd door korte haatreacties op Internet na publicatie van dit verhaal. Een BN' er (Henk Bres) maakt daar deel van uit.
Wie stout is.
Epiloog van een alwetende verteller wat er met de psychiatrische patiënt Arnold Veltkamp is gebeurd. Hij is door een buurvrouw betrapt die een brandlucht in haar appartement rook. Hij had zichzelf in brand gestoken. Hij wordt opgenomen in een psychiatrische kliniek. Uiteindelijk pleegt hij zelfmoord door met een afgeslepen tandenborstel zijn halsslagader te hebben doorgeprikt.
Verantwoording
Verantwoording door schrijver Dautzenberg dat het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten en vermelding van zijn bronnen. Hij zou brieven een dagboek en aantekeningen van een psychisch getraumatiseerde man hebben gebruikt. Die man heeft het ook steeds over het getal zeven. Maar dit hoofdstukje maakt ook deel uit van de romantechniek. Ook hier moet je dus twijfelen aan de relatie fantasie en werkelijkheid.
Laatste (en zevende) interview met Nol Veltkamp
Interview dat aansluit op de 6 interviews van het eerste deel. Daarin geeft Arnold Veltman aan dat hij een kind seksueel misbruikt heeft. Degene die het interview afneemt, zal wraak nemen op Veltkamp. Hij zal moeten branden. De psychiater C.G. Jung speelt in de tekst een belangrijke rol: hij is de man van het onderbewuste.
Verhaalanalyse:
Dautzenberg noemt het thema van de roman in een radio-interview: de zoektocht van een heel eenzame, getraumatiseerde man naar verlossing. Dat doet hij op verschillende manieren met de taal: interviews, de brieven en later de bevrijding door zijn fictieve verhaal en de flashbacks naar het verleden. Arnold Ventkamp is in zijn jeugd getraumatiseerd, maar het is heel moeilijk na te gaan wat er precies is gebeurd: is het de verkrachting van zijn vriendinnetje Lotte door de oudere Sinterklaas die in ieder geval een familielid van de ik-verteller is (zijn vader, zijn oom).
Arnolt Veltkamp: Het enige personage in deze roman dat van belang is, is Arnold Veltkamp. Omdat je als lezer echter steeds in de maling bent genomen, kom je daar pas aan het einde van het verhaal achter. Het is een getraumatiseerde man, die nadat zijn moeder gestorven is eenzaam is geworden. Waarschijnlijk heeft hij in zijn jeugd een traumatische ervaring met het Sinterklaasgebeuren meegemaakt en is hij in zijn onderbewuste een verhaal aan het maken. Hij had een veel betere (maar ook een beetje enge) verhouding met zijn moeder dan met zijn vader. Waarschijnlijk beeldt hij zich in dat hij wraak moet nemen op de dader van het trauma. Maar vervolgens wil hij zichzelf in de fik steken. In het psychiatrisch ziekenhuis doodt hij zichzelf met de afgeslepen tandenborstel.
De complexe structuur van deze roman is als volgt:
Appeltjes van Oranje
- 6 op internet geplaatste interviews van de ik-figuur met Sinterklazen uit den lande: Haarlem, Tilburg, Laarhoven, Avezijn....
- deze worden afgewisseld met (toneel) dialogen tussen gijzelaar en gegijzelde.
Pruimpjes van de Bomen
Dit deel bestaat uit brieven die de gegijzelde Nol schrijft aan zijn vriend Theo.Ze worden geschreven van woensdag 22 oktober tot woensdag 3 december.
Sinterklaas zal komen
Ik-verhaal over drie dagen in december door de gijzelnemer wat hij van plan is te doen met zijn gijzelaar en een grote flashback naar wat er in het verleden op 5 december is gebeurd.
Gevolgd door korte haatreacties op Internet na publicatie van dit verhaal.
Wie stout is.
Epiloog van een alwetende verteller wat er met de psychiatrische patiënt Arnold Veltkamp is gebeurd.
Verantwoording
Verantwoording door schrijver Dautzenberg dat het verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten en vermelding van zijn bronnen.
Laatste interview met Nol Veltkamp
Interview dat aansluit op de 6 interviews van het eerste deel.
Het valt uit tekstgegevens niet op te maken waar de ik-figuur Arnold Veltkamp zijn vreemde fantasieën kan botvieren. In het derde deel komt er een enkele verwijzing naar Twente in een van zijn zinnen.
Wat de tijd betreft is het wel na te gaan. Het verhaal speelt in 2014. De zes interviews die afgenomen zijn, zijn geplaatst van juli tot oktober. De brieven dateren van 22 oktober tot 3 december. Deel III beschrijft de laatste dagen voor Sinterklaas.
Informatie schrijver:
Antonius Hedwig Jozef (Anton) Dautzenberg (Heerlen, 13 december 1967), meestal A.H.J. Dautzenberg genoemd, is een Nederlandse schrijver
Eigen mening:
Ik vond het echt een leuk boek. Het is een totaal anders iets dan dat ik normaal lees. Het boek zet je ook zo leuk aan het denken en neemt je mee het verhaal in. Het is ook zo leuk mysterieus en mooi gemaakt. Wat het wel eng maakt is dat het is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Verder was het interessant om te lezen.
Bron:
https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/wie-zoet-is-ahj-dautzenberg