De tweeling - Tessa de Loo

Boek: De tweeling

Auteur: Tessa de Loo

Leesniveau: 3

Standaardverslag

Het standaardverslag bestaat uit de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek
- overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
- informatie over de schrijver
- je eigen mening over het gelezen boek
Bij deze opdracht geldt dat je alle informatie (met uitzondering van je eigen mening) letterlijk van internet mag overnemen. Vermeld in dat geval bij elk onderdeel de gebruikte bron. Wees kritisch in de bronnen die je gebruikt. Jij bent verantwoordelijk voor de kwaliteit van de verwerkingsopdracht.

 

 

Samenvatting:

In een kuuroord in Spa, het Thermaal Instituut, wordt de bejaarde Lotte Goudriaan geïrriteerd door een even oude, luidruchtige Duitse, die toenadering zoekt. Lotte probeert haar te mijden ,maar dat mislukt en al snel blijkt dat de Duitse Anna Grosalie is, Lottes tweelingzus, van wie ze in 1922 op zesjarige leeftijd werd gescheiden. In lange gesprekken leggen de twee hun verleden bloot, Lotte eerst onwillig, Anna overenthousiast. In hun herinneringen staat de Tweede Wereldoorlog centraal. De tweeling Bamberg werd geboren in Keulen. In de prachtige omgeving van een voormalig Casino wonen ze bij hun vader en hun tante Käthe. Maar als hun vader, net als hun moeder, aan tbc gestorven is, worden de zusjes gescheiden. Lotte komt terecht bij een Nederlandse tak van de familie in het Gooi, een vrij gelukkig communistisch gezin met nog drie dochters, waar muziek centraal staat. Anna wordt meegenomen door haar grootvader naar de voorvaderlijke boerderij in het Teutoburgerwoud, een bekrompen milieu, waaruit haar vader destijds wist te ontsnappen. Al snel blijkt dat de gezonde, sterke Anna door haar pleeggezin als een goedkope arbeidskracht wordt gezien en als dusdanig wordt behandeld. Lotte ontsnapte aan dit lot door haar fragiele gezondheid. Anna wordt meermaals door haar tante en oom mishandeld. Een jonge pastoor trekt zich haar lot aan en zorgt ervoor dat ze wordt weggehaald door de kinderbescherming. Ze wordt in een nonnenschool geplaatst. Lotte heeft minder zorgen. Zij heeft het materieel betrekkelijk goed, kan naar hartelust zingen en geeft zelfs recitals. Bij haar familie is het meestal gezellig onder meer omdat veel muzikanten komen luisteren naar de uitstekende, zelf geknutselde geluidsapparatuur van haar nieuwe vader.Slechts de huwelijksproblemen van haar pleegouders, veroorzaakt door de egoïstische opstelling van haar stalinistische vader, en later diens ongeluk en ziekte, verstoren het idyllische plaatje. Ondertussen is in Duitsland Hitler aan de macht gekomen. De Duitsers staan daar ambivalent tegenover, maar zijn aanhang wordt steeds groter. Als Anna van de school komt, is Duitsland veranderd. Op een enkeling na staat nu iedereen achter de 'zondagsschilder' die het Duitse volk zoveel belooft. Anna gelooft niet in zijn ideologie, maar staat er ook niet afwijzend tegenover. Zij heeft haar eigen zorgen en gaat bij de Bund Deutscher Mädel om de katholieke verenigingen te redden en slaagt daar ook in: de BDM wordt in hun Gau als overbodig opgeheven. Pastoor Jacobsmeyer zorgt er intussen voor dat ze huishoudschool kan gaan volgen in Keulen. Vanaf dan is ze voorgoed los van haar familie. Na die opleiding, op haar 21ste, kan ze in dienst bij de familie Stolz, een veeleisende baan, maar ze kan er troost vinden in de ruime bibliotheek, waar ze zich intellectueel verrijkt. Het gevit en de kleinzieligheid van Frau Stolz beu, neemt ze ontslag en wordt aangeworven door de Gräfin van Falkenau: een gemakkelijker baan bij een veel menselijker opdrachtgeefster. In die periode bezoekt Lotte haar zuster op het landgoed van de Falkenaus. In plaats van een gezellige oudejaarsavond wordt dat een mislukking: de twee meisjes zijn van elkaar vervreemd. De oorlog breekt uit en Anna leert de Oostenrijkse soldaat Martin Grosalie kennen, die ook sceptisch staat tegenover Hitler en het derde rijk. De hele oorlog lang zullen ze elkaar maar enkele keren kunnen ontmoeten. In Nederland wordt Lottes joodse verloofde David opgepakt bij een razzia, zij zal hem nooit meer zien. De familie begint joodse vluchtelingen op te nemen. Vanaf dan staat hun oorlog in het teken van de angst om ontdekt en opgepakt te worden. De hongerwinter slaat toe. Meer dan eens moet Lotte op pad om voedsel te zoeken en dat zijn zelden aangename avonturen. De rest van het leven bestaat uit het smokkelen van vluchtelingen, het luisteren naar illegale zenders, het lezen van verboden kranten en het samentroepen met de onderduikers.Anna is haar werkgevers gevolgd naar een groot kasteel in Pruisen. Dat vervallen bouwwerk zal ze met de hulp van Poolse en Russische dwangarbeiders helemaal opknappen. Zij lijkt de enige die zich ten opzichte van alle partijen menselijk gedraagt. Tijdens een van zijn verloven trouwt ze met Martin. Die rept met geen woord over de oorlogsgruwelen in Rusland. Ondertussen rukken de geallieerden en de Russen op. Op verzoek van Martin vertrekt Anna naar Wenen. Enige tijd na hun laatste samenzijn wordt zij op de hoogte gesteld van zijn dood. Na een inzinking dient ze zich aan als verpleegster. De rest van de oorlog zal ze slachtoffers en gewonden verzorgen. Bij Lottes familie wordt angstig en ongeduldig het eind van de oorlog afgewacht. Hoewel tegen haar natuur van dienstbaarheid in, beseft Anna langzamerhand wat voor gruwelen, excessen en onrechtvaardigheden het Duitse leger heeft veroorzaakt, ook voor het Duitse volk. Als Rodekruiszuster moet ze van hier naar ginder, maar zelden komt ze menselijkheid tegen. Na de oorlog worden zowel Lotte als Anna geconfronteerd met de Amerikanen. Anna heeft er slechte herinneringen aan: hoewel de oorlog eindelijk voorbij is, voelt ze duidelijk het stigma van het Duits-zijn. Zelfs in de behandeling van het graf van haar man wordt haar onrecht gedaan, in dit geval door de katholieke kerk. Ze komt terecht in de kinderopvang, in de buurt van haar familie, waar ze dan ook voorgoed mee afrekent. Lottes familie valt uit elkaar; er wordt volop getrouwd en veel joden emigreren naar Amerika. Lotte trouwt met Ernst Goudriaan, een bij hen ondergedoken vioolbouwer. Ook na de oorlog ontmoeten de zussen elkaar een keer: Anna komt naar Nederland, maar nu is het Lotte die van geen communicatie wil weten.

De gesprekken tussen de oude dames zijn intens. Aan het eind van het verhaal sterft Anna bij het nemen van een kuurbad.

 

Verhaalanalyse:

  1. Thema

20e eeuw, dood, tweelingen, vrouwenleven, WO 2, zussen, schuld en oorlog.

 

  1. Personages

Lotte Goudriaan-Bamberg

Ene helft van de tweeling. Opgegroeid in Nederland, getrouwd met een Joodse man (Ernst) en zeer wantrouwend tegenover Duitsers en hun excuses “dat ze het niet wisten”. Heeft tijdens de oorlog Joden helpen onderduiken, heeft een Joodse geliefde (David) verloren en wil geen sympathie voor ‘de andere kant’ voelen. Heeft een naar omstandigheden goed leven gehad, hoewel ze als kind nogal ziekelijk was. Lotte is een ‘flat character’ omdat ze zich niet erg ontwikkelt gedurende het verhaal. Ze weigert Anna’s realiteit te accepteren ten opzichte van haar eigen tot Anna onverwachts sterft.

 

Anna Grosalie-Bamberg

Andere helft van de tweeling. Opgegroeid in een boerendorp in Duitsland. Fysiek en geestelijk mishandeld, via een klooster en een opleiding tot huishoudster in dienst gekomen bij een adellijke familie. Weduwe van Martin, een nazi. Werkte na de dood van haar man als rode kruis zuster voor de nazi’s. Staat voor de diep droeve wanhoop en pijn van het Duitse volk. Probeert Lotte deze menselijke kant van het verhaal in te laten zien, maar stuit op een muur van wrok en onbegrip. Sterft aan hartfalen. Anna is een ‘round character’ omdat ze zich ontwikkelt gedurende het verhaal. Ze begint als hartwerkend maar wereldvreemd boerenmeisje en slaat zich door het leven tot een vrouw die zo goed als alle slechts van de wereld gezien heeft, verloren heeft wat ze liefhad en ontworteld is, maar de wereld duidelijk kent. Ze is een harde werkster en probeert redelijk te zijn ondanks alle onrecht waar ze getuige van is, maar alle ontberingen hebben haar toch verbitterd gemaakt. Ze komt er op zeker moment achter dat haar oom jarenlang heeft gedaan alsof ze achterlijk was om haar thuis te kunnen houden van school: daarom liet hij haar ook steriliseren, want achterlijken mochten geen kinderen krijgen - deden ze dat wel, dan zou dat het Arische ras verpesten.

 

Pastoor Jacobsmeyer

De man die Anna redt uit de klauwen van tante Martha. Jacobsmeyer is pastoor in het dorp waar Anna opgroeit en mag haar graag. Hij steunt haar en geloofd in haar, en is daardoor een belangrijk personage in haar leven, al is het op de achtergrond.

 

David

Leider van het koor waar Lotte bij zit. De twee worden verliefd en hij hint op een huwelijk, maar Lotte houdt de boot af omdat ze zichzelf nog wat jong vindt. David wordt tijdens een razzia opgepakt voor ze zich kunnen verloven en sterft.

 

Ernst Goudriaan

Joods vioolbouwer. Duikt tijdens de oorlog met zijn familie bij Lotte’s familie onder. Weet tijdens een inval door de nazi’s de commandant zo in te palmen dat de rest van de familie niet ontdekt wordt, en de nazi’s weer vertrekken. Trouwt met Lotte.

 

Oom Heinrich

Heinrich is een slap persoon. Hij houdt eigenlijk wel van Anna maar is zo stom geweest met Martha te trouwen en doet niets tegen diens gedrag tegenover Anna. Hij mishandelt Anna in een opwelling zo erg dat ze de rest van haar leven onvruchtbaar blijft.

 

 

Tante Martha

Martha is een geestelijk zieke vrouw die geniet van de geestelijke en fysieke mishandeling van Anna, en zich daar dan ook ten volle voor inzet. Schoolvoorbeeld van de slechte stiefmoeder.

 

  1. Perspectief

Het perspectief wisselt in alle drie de delen tussen Lotte en Anna: in de personale verteller (derde persoon) wordt één van hen gevolgd in haar leven. Ook wordt er regelmatig naar het heden gesprongen, waar de oude Lotte en Anna over alles met elkaar praten. Hier is vooral Lotte degene uit wier oogpunt het wordt bekeken. Het effect van de perspectiefwisseling op de lezer is best krachtig: het gaat namelijk niet zozeer om het oorlogsgeweld, maar veel meer om hoe de beide zussen in hun totaal verschillende situaties de oorlog zien. Hierdoor krijgt de lezer ook steeds een andere visie voorgespiegeld en dat zorgt ervoor dat hij gaat twijfelen aan zijn eigen visie en zich gaat realiseren dat er nog veel meer aan de hand was.

 

  1. Ruimte

Het verhaal speelt zich af in twee landen: Duitsland en Nederland. Duitsland staat misschien wel centraal als het land waar de roots van de tweeling ligt: ze zijn er geboren en opgegroeid en Anna blijft er de rest van haar leven. Allebei de landen worden vooral geportretteerd zoals het eraan toeging tijdens de Tweede Wereldoorlog: er wordt veel gezegd over bombardementen, militaire posten en veilige en minder veilige plekken. In Nederland staan ook de hongerwinter en het onderduikcircuit centraal. Doordat Nederland vooral als slachtofferland en Duitsland vooral als superieur land wordt voorgesteld (superieur omdat de oorlog de problemen moet oplossen en juist goed is voor Duitsland, omdat de Duitsers juist dapper zijn dat ze het heft in eigen handen nemen) krijgt de lezer twee verschillende visies op de oorlog. Er wordt ook veel sfeer toegevoegd door de beschrijving van couleur locale: de oorlog komt tot leven door de beschrijvingen van tradities en de manier waarop men leefde, bijvoorbeeld op grote landgoederen of in de hongerwinter.

 

  1. Tijd

Qua tijd zit het verhaal vrij complex in elkaar. Er lopen twee tijdlijnen langs elkaar heen: de tijdlijn van Lotte en Anna vanaf hun kindertijd tot kort na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog: dit is ongeveer twintig jaar. De gebeurtenissen in deze lijn worden grotendeels chronologisch verteld, hoewel er ook af en toe herinneringen aan hun kindertijd in worden verwerkt. De tweede tijdlijn begint zo’n vijftig jaar na het einde van de oorlog, wanneer Lotte en Anna – inmiddels allebei oud – elkaar weer tegenkomen in een kuuroord. Deze tijdlijn duurt twee weken, tot het moment dat Anna overlijdt. Hier begint het boek ook mee en vanaf die eerste ontmoeting druppelen de flashbacks langzaam binnen en halen Lotte en Anna steeds meer herinneringen op, waarbij ze erachter komen hoe hun levens zijn geweest en steeds meer ontdekken over elkaars visie op de oorlog.

 

 

Informatie schrijver:

Renate Dorrestein groeide op in een rooms-katholiek advocatengezin in Amstelveen. In 1967 was ze in het programma Monitor samen met Coen van Vrijberghe de Coningh in gesprek als jeugdbestuurslid van Wildlife Rangerset met de Nederlandse prins-gemaal Bernhard van Lippe-Biesterfeld. Na de lagere school, geleid door nonnen, en het gymnasium aan het Keizer Karel College ging ze als leerling-journalist werken bij Libelle en Panorama. Door de vele reizen die ze kon maken voor het blad en de ervaringen die ze opdeed, werd haar persoonlijkheid en daardoor ook haar schrijfstijl gevormd. Na een aantal jaren ging ze in 1977 freelance schrijven. Midden jaren zeventig was Dorrestein al samen met een vriendin, Liesbeth Hendrikse, het productiebureau Proburo gestart, dat bijlagen verzorgde voor tijdschriften. In de periode 1977 - 1982 publiceerde ze in Het Parool, Viva, Onkruid en Opzij. Van laatstgenoemd tijdschrift was ze van 1982 tot 1987 redacteur. Ze was in 1986 betrokken bij de oprichting van de Anna Bijns Stichting, die elke twee jaar de Anna Bijns Prijs uitloofde voor "de vrouwelijke stem in de letteren". Ze werd 'ambassadeur' van het feministische online-tijdschrift LOVER.

 

Eigen mening:

Het was soms moeilijk te begrijpen aangezien ze dingen omschreef met woorden en betekenissen die ik niet ken. Waarschijnlijk vanuit vroeger dat ik het daarom niet altijd begreep. Het was soms nogal saai, omdat ze dan toch iets te veel vertelt. Verder was het wel een goed boek.

 

Bron:

https://www.scholieren.com/verslag/zekerwetengoed/de-tweeling-tessa-de-loo

https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/360669/de-tweeling

https://15-18.jeugdbibliotheek.nl/lezen/lezen-voor-de-lijst/niveau-3/de-tweeling.html

https://nl.wikipedia.org/wiki/Renate_Dorrestein