De aanslag - Harry Mulisch

Standaardverslag: De aanslag

Samenvatting:

Proloog
'Ver, ver weg in de tweede wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem.' Na deze eerste zin volgt een nauwkeurige beschrijving van de omgeving: de vier huizen die de allure van villa's hebben. De namen van de huizen (Welgelegen, Buitenrust, Nooitgedacht, Rustenburg) en hun bewoners stralen gezapigheid en rust uit, evenals de omgeving. 'De klinkers van de rijweg aan de voorkant waren in een visgraatmotief gelegd.' (p. 9). Soms komt een schip door het Spaarne gevaren. Het meest geniet Anton van het tafereel van een man die aan boord lopend het schip met een stok voortduwt: 'een man die naar achteren liep om iets naar voren te duwen, en tegelijk op dezelfde plaats bleef' (p. 10). Motorschepen splijten het water tot een V, die door de wal wordt gekeerd 'tot een omgekeerde V, een labda, en zo voort in steeds zwakker herhaling. 'Elke keer probeerde Anton vast te stellen, hoe het zich nu precies voltrok, maar elke keer groeiden de factoren aan tot een patroon, dat hij niet meer kon overzien.' (p. 11).

Eerst episode: 1945
Op een avond in januari 1945 zit het gezin Steenwijk in een verduisterde huiskamer. Peter maakt zijn huiswerk, Anton leest een artikel in Natuur en Techniek getiteld 'Een Brief aan ons Nageslacht', vader zit een boek te lezen en moeder verandert een trui in een knot wol. Vader legt de jongens uit wat een symbool is: twee delen van een steen die op elkaar blijken te passen, een sluitend geheel vormen. Vervolgens gaat men een spelletje Mens-erger-je-niet doen. 'Het was bijna acht uur: spertijd.' In de stilte weerklinkt plotseling een zestal schoten, de aanslag op Fake Ploeg, hoofdinspecteur van politie, 'de grootse moordenaar en verrader van Haarlem en omstreken'. Diens zoon, Fake Ploeg jr., is een klasgenoot van Anton. Snel verslepen de buren (Korteweg) het lijk van Nooitgedacht tot voor Buitenrust. De gebeurtenissen worden zonder emotie door Anton opgeslagen. Het gebeuren 'maakte zich los van alles wat er aan vooraf ging en er op zou volgen, snoerde zich in en begon de reis door zijn verdere leven'. (p. 32). Het huis Buitenrust wordt door de Duitse militairen in brand gestoken, de ouders worden weggevoerd en later samen met een aantal gijzelaars gefusilleerd. Anton wordt voor die nacht ondergebracht in een politiecel in Heemstede.


In de politiecel blijkt ook een jonge vrouw te zitten - de lezer kan vermoeden dat zij bij de aanslag betrokken was - die Anton bezweert de schuldvraag nooit te verleggen: 'Ze zullen je misschien van alles wijs proberen te maken, maar je moet nooit vergeten dat het de moffen zijn, die jouw huis in brand hebben gestoken. Wie het gedaan heeft, heeft het gedaan, en niet iemand anders.' (p. 47). Verder steekt ze een hele beschouwing af over liefde en licht, waar Anton niets van begrijpt. Ze vertelt hem - als enige - van een getrouwde man te houden die ook van haar houdt. Anton wordt na enige tijd uit de cel gehaald en naar de Ortskommandantur in Haarlem gebracht, waar hij de bloedsporen van zijn celgenoot van zijn gezicht wast: 'aarzelend, stukje bij beetje haalde hij het enige dat hij van haar bezat weg' (p. 60/61). Vervolgens wordt hij met een militair konvooi meegestuurd naar Amsterdam, waar een oom en tante van hem wonen.

Tweede episode: 1952
'De rest is naspel.' Als Anton hoort dat zijn ouders en ook zijn broer zijn gedood, blijft hij bij zijn oom en tante wonen. Hij wordt als hun zoon behandeld, maar tevens met iets meer omzichtigheid benaderd dan wanneer hij weer bij zijn ouders zou hebben gewoond; dat bevalt hem. Met de oorlog houdt hij zich niet bezig. 'Als geen goede leerling en geen slechte' doorloopt hij het gymnasium; vervolgens gaat hij geneeskunde studeren. In september '52 bezoekt Anton een tuinfeest in Haarlem. Gesprekken over Korea, waaraan hij nauwelijks deelneemt. Anton verlaat het feest snel en besluit nu meteen maar afscheid te nemen van het verleden.


As op de plek des onheils, met veel wildgroei. De naam 'Nooitgedacht' is weg. Mevrouw Beumer nodigt hem binnen in Welgelegen. Ze heeft wel eens iemand naar de lege plek zien kijken, vanaf de overkant van de straat. Anton realiseert zich dat als Peter zijn zin had gehad (hij wilde het lijk van Ploeg voor Nooitgedacht wegslepen), dit huis in de as gelegd zou zijn en niet het hunne. Dan was Peter misschien in Indië gesneuveld. 'Alles was onvoorstelbaar.' (p. 99). Nadat hij van mevrouw Beumer heeft gehoord van een monument op de plaats van de fusillade, gaat hij daar kijken. Terug in Amsterdam, vraagt hij zijn oom en tante waarom ze hem nooit hebben verteld van het monument. Ze hadden dat wel gedaan, in '49; er was een uitnodiging geweest, maar Anton had geantwoord dat die stenen hem gestolen konden worden.

Derde episode: 1956
'Als geen goede student maar ook geen slechte vervolgde hij zijn studie.' (p. 109). In 1953 gaat hij op kamers wonen, boven een viswinkel. Al voor hij zijn artsexamen doet, besluit Anton anesthesist te worden: dat beroep vergt geen al te grote betrokkenheid; bovendien boeit hem de gedachte dat de narcose de uitingsmogelijkheid en de herinnering aan pijn wegneemt. Opstand in Hongarije, landing van Fidel Castro op Cuba en... relletjes in Amsterdam. Bij zo'n rel, toevallig bij Anton voor de deur, staat opeens Fake Ploeg jr., een 'grote grijze kei' in de hand, voor hem. Hij vraagt Fake mee naar binnen te gaan. Zonder plichtplegingen spreken zij over beider achtergrond, zo eender en zo anders. Fake houdt zijn vader in ere en als Anton vraagt of zijn naam dan ook op het monument had moeten staan, gooit hij de steen in de spiegel en verdwijnt. Daarop ploft de oliekachel, 'een wolk roet' ontladend. (p. 129). 'Het roet verspreidde zich door de kamer.'

Vierde episode: 1966
In 1959 doet Anton artsexamen en gaat zich specialiseren in de anesthesie. Hij huurt een verdieping in de buurt van het Leidseplein. In 1960 is hij tijdens de kerstvakantie in Londen. In Westminster Abbey bekijkt hij de graven met beelden van de gestorvenen, 'onder definitieve narcose', en de Coronation Chair, met onder de zitting een grote kei. Opeens staat hij oog in oog met een Nederlandse stewardess, Saskia de Graaff; een jaar later trouwen zij met elkaar. Ze kopen een half huis, in de buurt van het Concertgebouw. Anton, Saskia en hun vierjarig dochtertje Sandra wonen de begrafenis bij van een oud-verzetsman, vriend van haar vader. Tijdens de bijeenkomst daarna hoort Anton iemand iets zeggen over een aantal schoten, wat hem meteen met 1945 verbindt.

De man in kwestie, Cor Takes, blijkt een van de daders van de aanslag. In het gesprek dat hij met Anton heeft, vertelt hij over zijn drijfveer, terwijl Anton hem een en ander kan vertellen over de toedracht van de gebeurtenissen na de aanslag. Takes zegt ook dat hij er na de bevrijding nog een paar keer is wezen kijken. Die aanslag heeft voor Takes een bijzonder belang, omdat hij die samen met zijn vriendin Truus Coster heeft gepleegd, die daarbij gewond was geraakt. Ze was gearresteerd en kort voor de bevrijding gefusilleerd. Volgens Anton is zij degene bij wie hij in de cel werd ingesloten. Die middag droomt Anton van Buitenrust als een Griekse tempel en vervolgens realiseert hij zich opeens dat Saskia wel een heel sterke gelijkenis vertoont met zijn voorstelling van Truus Coster. Of is Truus juist een projectie van zijn beeld van Saskia? De volgende dag bezoekt hij Takes. Hij ziet een foto van Truus en inderdaad ervaart hij haar verschijning als die van Saskia. Takes vertelt dat hij van haar hield, maar zij niet van hem. Van alles wat Truus ooit tegen hem gezegd heeft, kan Anton zich niets herinneren. Voor Takes is de oorlog nog steeds niet voorbij. Hij laat Anton ook het pistool van Truus zien; voor Anton is de oorlog nu opeens niet meer zo ver weg. Een overvolle asbak begint te smeulen en te walmen.

Laatste episode: 1981
In 1967 is Anton gescheiden van Saskia; in 1968 hertrouwd met Liesbeth. Zij krijgen in 1969 een zoon, die ze Peter noemen. Zo rond zijn veertigste wordt Anton soms gehinderd door vlagen van angst en onrust. Met zijn dochter Sandra bezoekt hij de kade in Haarlem. Opeens herinnert hij zich flarden van Truus' uitspraken, over schuld, en: 'hij denkt dat ik niet van hem houd'. Ze bezoeken ook het graf van Truus. Cor Takes blijkt onvindbaar. En steeds vaker ziet hij bestelwagens in de stad met het opschrift 'Fake Ploeg Sanitair BV'. Op een zaterdag in november 1981 heeft Anton hevige kiespijn. Zijn tandarts helpt hem, nadat hij heeft toegezegd mee te lopen in de anti-kernwapendemonstratie. Dat doet hij, aanvankelijk met Peter (nu twaalf jaar), die in de massa verdwijnt. Vervolgens ontmoet hij Sandra, inmiddels zwanger, en daarna zijn vroegere buurmeisje Karin Korteweg. Karin vertelt hem wat zij van de toedracht der gebeurtenissen na de aanslag weet. Haar vader wilde zijn hagedissen behouden, daarom mocht het lijk niet voor hun huis worden aangetroffen. Bij Aarts voor de deur kon ook niet, want daar zaten Joden. Korteweg, die uit angst voor Anton naar Nieuw-Zeeland was verhuisd, pleegde daar in 1948 zelfmoord. Peter en Anton ontmoeten elkaar weer. In golven gaat een massale angstschreeuw door de menigte. Anton, tegen zijn zin betrokken bij de oorlog, tegen zijn zin betrokken bij de demonstratie, 'laat zich meenemen door de stad naar het vertrekpunt; (...) zijn schoenen sloffen en het is of zij wolkjes as opwerpen, ofschoon nergens as te zien is.'

Bron: https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/360685/de-aanslag

Overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse

Titel

De titel: ‘De Aanslag’ representeert de moord op de NSB’er Fake Ploeg in 1945. Deze gebeurtenis vindt in het boek aan het begin plaats. Door deze gebeurtenis ontstaat er een raadsel hoe en waarom deze aanslag heeft plaatsgevonden.

Thema’s

De thema’s die ik aan het boek heb gekoppeld zijn dood en schuld. Door de aanslag die is gebeurd in 1945 is hij steeds opzoek naar de dader. Zijn leven is hierdoor zo veranderd dat hij erachter wil komen wie de schuldige is van deze gebeurtenis. Met behulp van het dobbelsteenmotief laat hij zien dat oorlogen erg warrig verlopen, en dat er veel toevallige dingen gebeuren waar je jezelf niet op kan voorbereiden. Aan het eind van het boek komt Mulisch er dan ook achter waarom de aanslag is gepleegd en door wie.

Motieven

Dobbesteen: In het boek zijn er twee momenten waarin er een dobbelsteen ligt in de context. Telkens is dit wanneer Antons leven veranderd. Het eerste moment dat het dobbelsteenmotief wordt gebruikt is op pagina 11 tot en met 13 wanneer de aanslag op Fake Ploeg is gepleegd. Vanaf deze gebeurtenis gaat zijn leven alleen nog maar om de aanslag, de Tweede Wereldoorlog en de zoektocht naar schuld. Het tweede moment wanneer hij de dobbelsteen ziet is op pagina 114 en 115 wanneer hij in zijn huis in Toscane is. Wanneer hij hier is vallen alle puzzelstukjes op hun plaats en ontdekt hij waarom de aanslag is gepleegd op Fake Ploeg en niet op een ander huis. Door dit antwoord kan hij zijn schuldvraag beantwoorden. Ook staat de dobbelsteen voor toeval, waardoor Mulisch de dobbelsteen als motief gebruikt voor gebeurtenissen die per toeval gebeuren.

Tweede Wereldoorlog: De Tweede Wereldoorlog is de plek waar het boek zich in afspeelt. Er wordt vooral gepraat over hoe het leven is tijdens de tweede wereldoorlog, dus het leven van een gewoon mens, van verzetsstrijders en van slachtoffers.

Coming of age: Coming of age is een belangrijk motief omdat het boek levensloop van Anton volgt. Hoe hij door de jaren heen als persoon ontwikkeld door de gebeurtenissen die hij allemaal heeft meegemaakt.

Haat: Haat is ook een erg belangrijk motief van het boek, omdat Anton veel te maken heeft met haat. Hij heeft veel haat tegen de personen die voor veel verdriet hebben gezorgd tijdens de oorlog, maar ook aan zijn eigen persoonlijkheid en de oorlog zelf.

Tijd

Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog. In de eerste episode speelt het zich af in het jaar 1945. In de tweede episode speelt het boek zich af in 1952. De derde episode wordt afgespeeld in 1956 en episode vier wordt 10 jaar later afgespeeld in 1966. Episode vijf is de laatste episode en wordt afgespeeld in 1981. De verhaallijn staat op chronologische volgorde.

Perspectief

Het verhaal wordt geschreven vanuit een personaal perspectief. Door dit perspectief ziet de lezer alles door de ogen van de hoofdpersoon en hoe hij dit ervaren heeft. Op sommige momenten in het boek wordt een beschrijving gegeven van Antons leven, waardoor de verteller verder weg van het verhaal staat. In het boek komen perspectiefwisselingen voor, want in het proloog heb je te maken met een alwetende verteller.

Ruimte

De ruimte waarin het boek zich afspeelt is tijdens de Tweede Wereldoorlog. Je kan voor jezelf een beeld creëren hoe je denkt dat dit eruit ziet. Door de beschrijvingen die hij geeft kun je vaak een goed beeld vormen. Er zijn veel verschillende plekken waar het verhaal zich afspeelt. In het begin van het boek woont hij in Haarlem. In het tweede deel van het boek woont hij in Haarlem. Het derde deel is hij een student in Amsterdam. In het vierde deel van het verhaal woont hij ook in Amsterdam. In het laatste deel van het boek woont hij in Nederland maar ook woont hij in Zuid-Italië.        

Personages

Anton Steenwijk: De hoofdpersoon van het boek is Anton Steenwijk. Tot zijn dertiende woonde hij met zijn ouders en broer Peter in een villa in Haarlem. Het had niet echt een bijzondere persoonlijkheid, hij was vrij normaal. Wanneer zijn ouders en zijn broer Peter in onschuld werden vermoord ging hij in Amsterdam wonen bij zijn tante en oom die hem hadden geadopteerd. Door de jaren heen blijft de gebeurtenis in 1945 hem volgen. Het leven gaat verder Anton trouwt en krijgt kinderen. Hij houdt heel erg van puzzelen en lezen. Anton is in het bezit van vier huizen, hiervan staan er een aantal in Italië. Politiek interesseert hem niet, hij leeft voor het verleden en erachter te komen wie en waarom dit is gebeurd.

Spanning

Het boek is niet echt heel spannend omdat het over zijn leven gaat. De gebeurtenissen zijn zeker heftig maar ik weet niet of ik ze heel spannend vond om te lezen.

Taal

Wanneer je de roman aandachtig leest, zal je merken het juist woord op de juist plek staat. Wanneer je nog aandachtiger gaat lezen zul je merken dat het lijkt alsof de schrijver zich vergist. Zijn boek bestaat uit allerlei motieven en woordgebruiken.

Bron: https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/360685/de-aanslag

Informatie over de schrijver

De schrijver van het boek is Harry Kurt Victor Mulisch. Hij werd geboren op 29 juli 1927 in Haarlem. Hij is de enige zoon van Karl Victor Kurt Mulisch en Alice Schwarz. De vader van Harry Mulisch was geboren in 1892 in Gablonz, het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. Na de Eerste Wereldoorlog emigreerde hij naar Nederland. De moeder van Harry Mulisch is Joods, zij is geboren in 1908 in Antwerpen. Door de gebeurtenissen van de jaren 1914-1918 is zij met haar familie naar Nederland gevlucht. In het jaar 1936 zijn de ouders van Harry Mulisch gescheiden. Zijn moeder vestigde zich in Amsterdam en Harry werd voornamelijk opgevoed door huishoudster Frieda Falk.

Nadat Harry Mulisch klaar was met de basisschool ging hij naar het Christelijk Lyceum in Haarlem. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de vader van Harry benoemd tot directeur personeelszaken van het bankiershuis Lippmann- Rosenthal & Co, hier moesten Nederlandse Joden kostbaarheden inleveren. Door deze positie kon hij zijn zoon Harry en ex-vrouw beschermen tegen deportatie. Wanneer de oorlog voorbij was werd hij gearresteerd en drie jaar in een interneringskamp vastgehouden.

Wanneer Harry Mulisch op de middelbare school zat leerde hij de wetenschap kennen. Hij vond dit geweldig en werd geïnspireerd door Leonard Roggeveens jeugdboek ‘De avonturen van Bram Vingerling.’. Hij richtte een laboratorium in voor experimenten, hij verzamelde fossielen en hij met alchemie hield hij zich bezig. Deze gebeurtenissen zorgde ervoor dat zijn schoolprestaties te slecht waren. Hij is gezakt voor zijn overgangsexamen en is in 1944 van school gegaan. Hij heeft hierna vele boeken geschreven.

Bron: https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/438511/harry-mulisch

Eigen mening

Ik vond het een heel indrukwekkend boek. Het boek gaat over de tijd rond de tweede wereldoorlog wat mij altijd erg aanspreekt. Ik vind dit soort boeken heel interessant. De gebeurtenissen die gebeuren in het boek zijn heftig en daarom soms moeilijk om een goede mening over te vormen. Ik vond de manier van schrijven erg mooi door alle woordgebruiken in het verhaal. Het was een realistisch boek waardoor je een goed beeld kan vormen in je hoofd wat mij helpt om het boek goed te begrijpen. Aan de andere kant vond ik het boek ook leerzaam, omdat je blij moet zijn met wat je hebt en dat niet alles vanzelfsprekend is. Het is natuurlijk geen leuk verhaal het is heel droevig en treurig.

 

Moo van Leur

H5D.