Een string is een verzameling van alfanumerieke tekens, zoals letters, cijfers, interpunctietekens en spaties. Het is dus een blok tekst zoals je die met je toetsenbord zou kunnen maken. Met strings kun je niet rekenen en ze staan tussen enkele of dubbele aanhalingstekens. Python gebruikt enkele aanhalingstekens als dubbele.
MAAR LET OP: als je met enkele begint moet je ook met enkele eindigen en als je met dubbele begint moet je ook met dubbele eindigen.
Enkele voorbeelden:
voornaam = 'Jan'
achternaam = "Karelsen"
woonplaats = "Hengelo"
En een bijzondere:
achternaam = "Huis in 't Veld"