Paragraaf 5: Omzet,kosten en winst

Paragraaf 5: Omzet, kosten en winst

 

Aan producten en diensten hangt een prijskaartje. Een prijs die de afnemer moet betalen en een prijs die een bedrijf moet betalen om de producten en diensten te kunnen maken of uitvoeren. Hoe komt het prijskaartje tot stand? Een ondernemer wil op korte termijn winst maken. Hij doet dit door omzet te behalen. Omzet of opbrengst bestaat uit de prijs maal het aantal verkochte goederen ( Prijs x afzet). Ook kijkt hij naar de kosten van het product. De omzet – de totale kosten noemen we de winst. De belangrijkste kosten zijn de inkoopwaarde van de omzet ( inkoopkosten).  De omzet –de inkoopwaarde noemen we de brutowinst.

 

 

Product 1

Product 2

Product 3

Product 4

Inkoopprijs

€ 316,-

€ ….

€ 108,-

€……

Brutowinst

55% vd verkoopprijs

45% vd verkoopprijs

35% vd inkoopprijs

80% vd inkoopprijs

Verkoopprijs

€…..

€ 200,-

€…….

€ 23.50

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

28. Bereken de ontbrekende bedragen in bovenstaande tabel.

 

Naast de inkoopwaarde van de omzet zijn er verschillende bedrijfskosten.

De jaarlijkse afschrijvingskosten kun je berekenen door de volgende formule toe te passen.

(aanschafwaarde-restwaarde)

               Tijdsduur

 

29. Een ondernemer heeft een bestelwagen aangeschaft voor € 30.000,- na 5 jaar is de bestelwagen bij verkoop nog € 5.000,- waard. Bereken de jaarlijkse afschrijvingskosten.

30. Hoeveel heeft de ondernemer na 3 jaar afgeschreven? Hoeveel is de bestelwagen na 3 jaar waard?

 

De winst kun je vinden door de omzet te verminderen met alle bedrijfskosten. Als je de omzet en de kosten onder elkaar noteert noemen we dat ook wel de winst/verliesrekening. Hieronder zie je een voorbeeld van een winst/verliesrekening

http://i.ytimg.com/vi/KYiBeEJKm4Y/hqdefault.jpg

31 a. Stel met onderstaande gegevens de winst vast.

 

  1. De omzet was in 2010 € 480.000,-

  2. De inkoopwaarde van de omzet was in dat jaar: € 356.400

  3. De kosten van dit bedrijf bedroegen

    31b. Bereken de brutowinst als percentage van de omzet.

  4. 31c. Bereken de nettowinst als percentage van de omzet

 

  1.  

    32. Maak een winst en verliesrekening over het jaar 2015 met de volgende gegevens.

Omzet is € 160.000,-, rentekosten € 1.500,-, brutowinstpercentage vd omzet is 25%, afschrijvingskosten € 1.230, loonkosten € 15.000,- en de algemene kosten zijn € 1.200,-

 

33. Stel dat Jaap Brouwer op 1 dag 100 verbanddozen verkoopt. De totale kosten die dag zijn € 400,- en hij heeft de dozen ingekocht voor € 100,-. Hij wil een winst behalen van € 300,-. Hoe hoog moet de verkoopprijs per verbanddoos zijn?

34. Wanneer is de nettowinst gelijk aan 0?

Als de omzet gelijk is aan de kosten is de nettowinst 0. Dit noemen we het break even point ( totale opbrengst = totale kosten).

35. Gerlinde brengt een product op de markt voor € 40,-. De variabele kosten zijn € 19,- per stuk en de constante kosten bedragen 14.000,-. Bereken de break even afzet!

Resultatenrekening maken