Boek 5

Verwerkingsopdracht boek 5

 

Kaas van Willem Elsschot. 

 

Standaardverslag.

Samenvatting

Frans Laarmans is een doodgewone man. Hij heeft een vrouw en twee kinderen. Hij is werkt bij de General Marine and Shipbuilding Company. Als Frans midden in de nacht thuis komt en hij net naar bed wil gaan staat zijn broer voor de deur, die verteld dat hun moeder op sterven ligt. Een uur later is ze dood.

 

Op de begrafenis leert hij Van Schoonbeke kennen die hem uitnodigt om op bezoek te komen. De vrienden van Van Schoonbeke praten over zaken die Laarmans niet begrijpt. Op een dag vraagt Van Schoonbeke aan Laarmans of hij vertegenwoordiger in België van een grote Nederlandse firma wil worden.

 

Thuis gekomen probeert hij normaal te doen, maar zijn vrouw en zoon merken dat er iets is. ’s Avonds verteld hij het tegen zijn vrouw. Laarmans wil zijn baan bij de General Marine and Shipbuilding opzeggen, maar zijn vrouw zegt hem dat niet te doen. Hij schrijft een brief naar de firma en meld zich ziek op kantoor.

 

Laarmans wordt algemeen vertegenwoordiger van België en groothertogdom Luxemburg voor de firma Hornstra. Hornstra stuurt om te twintig ton volvette Edammer. Laarmans krijgt 5% van de verkoopprijs, een vast salaris van 300 gulden per maand en vergoeding van reiskosten. Hij gaat naar de wekelijkse bijeenkomst van Van Schoonbeke, die hem nu voorstelt als ‘mijnheer Laarmans, groothandel in voedingswaren’. De gasten nemen nu een andere houding aan.

 

Hij licht zijn vrouw in na het eten. Ze leest het contract nauwkeurig en stelt vragen over.

 

Frans volgt het advies van zijn vrouw op en zijn broer zorgt ervoor dat hij 3 maanden niet hoeft te werken. Frans begint nu met het inrichten van zijn kantoor. Het kantoor komt in het huis na de badkamer. Frans begint met de naam ‘kaashandel’ en komt uiteindelijk op ‘General Antwerp Feeding Products Association’ (GAFPA).

 

Thuis hoort hij dat de kaas is aangekomen. Iemand had gebeld maar Ida wist niet meer waar de kaas was. De volgende morgen belde iemand van het Blauwhoedveem om te vragen waar de kaas naar toe moet. Laarmans laat de kisten opslaan in de kelders. De laatste kist laat de man bij Laarmans thuis bezorgen voor als hij monsters nodig heeft. Iedereen wil de kaas proeven.

Laarmans zoekt een week naar kantoorspullen. Op de bijeenkomst worden er zeven en een halve kaas verkocht. Frans bezorgt ze zelf. Hij plaatst een advertentie om agenten aan te stellen. Er komen veel sollicitatiebrieven binnen.

 

Laarmans stelt dertig agenten aan maar er komt niks binnen. Hij is gekozen tot plaatsvervangend voorzitter van de Association Professionnelle des Négociants en Fromage.

 

Frans probeert stiekem de kisten die over zijn met de taxi terug te brengen en denkt na over hoe hij dit ooit had kunnen doen. Frans wacht thuis op Hornstra, maar besluit de deur niet open te doen.

 

Frans wordt hartelijk ontvangen op kantoor en beseft dat het niet zo slecht was. Hij schrijft aan Hornstra dat hij niet meer kan werken. Laarmans bezoekt het graf van zijn ouders.

 

Analyse

https://www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-kaas-door-willem-elsschot-41309

 

Informatie over de schrijver

De schrijver van dit boek is de Vlaamse Willem Elsschot.  Willem Elsschot is het pseudoniem van Alfons Jozef de Ridder. Geboren op 7 mei 1882 in Antwerpen (België) en is op 31 mei 1960 gestorven aan een Hartinfarct. Hij ligt begraven op het Schoonselhof in Antwerpen.

 

Hij was de zoon in een bakkersgezin. Hij studeerde aan de Antwerpse gemeenteschool in de Van Maerlantstraat, Het koninklijk Atheneum en het Hoger Handelsgesticht (later de Rijkshandelhogeschool) waar hij in 1904 zijn diploma in handelswetenschappen haalde. Tijdens zijn studie was De Ridder lid van de studentenclub NSK (later Wikings-NSK). Hij schreef hiervoor het clublied. Hij werd van het Atheneum afgestuurd zodat hij zijn studies niet kon afronden. Op het atheneum krijg hij les van Pol de Mont en ontdekte zijn liefde voor de literatuur.

 

Tijdens de zomervakanties bezocht Alfons vaak zijn oom in het landelijke Blauberg. Hij wandelde graag in het gebied Helschot waar hij zijn schrijversnaam vandaan haalde.

 

De Ridder oefende verschillende beroepen uit in: Antwerpen, Brussel, Parijs, Rotterdam en Schiedam. Een oude collega van hem stimuleerde hem om zijn kleurrijke verhalen op papier te zetten.

 

Vanaf 1912 werkte hij voor het tijdschrift La Revue Continentale Illustrée: industrie, finance, commerce, éducation. Het tijdschrift ging wegens de economische omstandigheden in de eerste wereldoorlog failliet.

                                                                                                              

Tijdens de eerste wereldoorlog was hij secretaris van het Nationaal Comité voor Hulp Voeding in Antwerpen. Na de oorlog stichtte hij zijn eigen reclamebureau dat hij tot aan zijn overlijden bleef besturen. Zelf hield hij niet van de reclame wereld. Vlak voor zijn overlijden zei hij “Niet alleen walg ik van de reclame maar ook van de commercie in het algemeen. En ik heb Lijmen geschreven omdat ik er op een of andere manier van af moest komen. Ik moest wel reclame bedrijven, want van mijn pen heb ik nooit kunnen leven.”

 

Tussen 1946 en 1951 had De Ridder een relatie met dichteres Liane Bruylants. Maar volgens haar had hij nog een andere relatie met een onbekende vrouw.

 

Willem Elsschot werd 78 jaar. Zijn vrouw overleed de dag daarop. Elsschot werd gecremeerd en daarna werd zijn as samen met het lichaam van zijn echtgenote begraven.

 

In juli 1999 werd het Willem Elschot Genootschap opgericht, dat zich actief inzette voor de bekendheid van Elsschots werk en leven.

 

In oktober 2004 verscheen een eerste biografie, Willem Elsschot, Mythes bij het leven, geschreven door Jan van Hattem. In maart 2011 verscheen de biografie Elsschot, Leven en werken van Alfons de Ridder door Vic van de Reijt.

 

In 2004 wilden drie kleinzonen delen van et archief verkopen. De dochter van Elsschot, Ida de Ridder, en andere familieleden wisten dat te voorkomen. Het nalatenschap moest bij elkaar blijven. Het archief van Elsschot was in handen van zijn oudste zoon Walter, bij diens overlijden het in handen van de kleinzonen Walter, Fons en Christiaan de Ridder kwam. Ze hebben in overleg beslist dat het archief als een geheel wordt beschouwd.

 

Van 2007 (125 jaar na Elschots geboorte) tot 2010 (een halve eeuw na zijn overlijden) vond in Antwerpen het literair- culturele festival ‘De stad van Elsschot’ plaats. Van 30 mei t/m 31 december 2010 werd in het Letterhuis in Antwerpen de expo ‘Dicht bij Elsschot te zien, waar veel stukken uit het archief te zien zijn.

Prijzen:

- 1948 - Vijfjaarlijkse Staatsprijs van België voor verhalend proza

- 1951 - Constantijn Huygensprijs

- 1960 - Staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan

 

5 boeken:

- Villa des Roses (1913)

- Lijmen (1924)

- Tsjip (1934)

- Pensioen (1937)

- Het tankschip (1942)

 

 

 

Eigen mening boek

Ik heb dit boek samen met mijn ouders uitgezocht. Mijn vader had dit boek vroeger ook gebruikt voor een boekverslag maar kon het boek zelf niet vinden. We wouden het boek online huren zodat ik het op de laptop of telefoon kon lezen maar dat wou niet echt lukken. Het boek stond op de computer waar allemaal boeken staan die mijn moeder op de e-reader kan lezen. We hebben boek op de e-reader gedownload zodat ik het kan lezen. Ik kan dus niet beschrijven hoe het boek eruit ziet.

 

Het boek was in de hele oude Nederlandse taal geschreven met een Vlaams accent, omdat de schrijver Vlaams was. Mens werd geschreven als mensch, mensen als menschen en er werden heel veel oude uitdrukkingen en een aparte zinsopbouw gebruikt waardoor het verhaal soms moeilijk te begrijpen.  Het begin van het verhaal ging over een blauwe lucht en was moeilijk te begrijpen waarom  het boek juist zo begon. In het volgende stuk werd de hoofdpersoon van het boek (Frans Laarmans) opgehaald door zijn broer Karel die huisarts is. Het blijkt dat hun moeder op sterven ligt en nadat ze er een tijdje waren is ze overleden. Het boek was toen beter te begrijpen. Een paar dagen later is de begrafenis.

 

Frans is een klerk (iemand die administratieve werkzaamheden verricht onder het managementniveau) van de General Marine and Shipbuilding Company. Als hij van Van Schoonbeke (vriend van zijn broer) een aanbod krijgt om de groothandelaar te worden in Nederlandse kaas begin ik te begrijpen waarom het boek kaas heet.

 

Ik had in het begin verwacht dat dit over een man ging die kaas zou verkopen en het er slecht mee ging en hij failliet moest en hoe hij daar verder mee moest leven. Een deel daarvan klopt wel (dat hij in kaas zou handelen en het niet zo goed ging met de handel en er mee stopte), maar een deel klopte ook weer niet (dat het boek ging over hoe het met hem ging nadat hij failliet was gegaan).

 

In het begin was het moeilijk om te begrijpen hoe het met Frans ging, maar langzamerhand kwam ik meer over Frans te weten en kreeg ik meer medelijden.

 

Ik zou dit boek aanraden het is een leuk boek. In het begin is het moeilijk te begrijpen en je moet aan het taalgebruik wennen, maar hoe langer je leest hoe makkelijker het word en hoe meer je ervan gaat begrijpen.