boekverslag 2: Het gym
Titel: Het gym
Karin Amatmoekrim is geboren op Parmaribo op 25 december 1976. Ze is een Surinaams- Nederlandse schrijver. Ze is Nederland opgegroeid maar is Suriname geboren. Ze emigreerde in 1981 namelijk naar Nederland en groeide op in IJmuiden. Ze ging naar school op het Gymnasium Felisenum in Velsen Zuid. Daarna heeft ze psychologie en moderne letterkunde gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Ze schrijft korte verhalen romans en columns. In 2004 kwam haar debuutroman Het knipperleven. Boeken die ze onder andere heeft geschreven zijn: wanneer wij samen zijn, Titus, Het Gym,De man van veel en Tenzij devader.
Personages:
Sandra:
Sandra Spalburg is twaalf jaar, klein van stuk, van Surinaamse afkomst maar niet zwart: 'Haar vader was een lichte man, van gemengde afkomst' (p. 108). Ze woont met haar moeder en jongere zusje in een kleine flat in een achterstandswijk van een kleine stad. Haar vader is ervandoor gegaan met een andere vrouw maar komt nog steeds af en toe over de vloer. Sandra kan goed leren en houdt van lezen. Ze is behept met een zekere vechtersmentaliteit. Ze laat duidelijk merken hoe ze over dingen denkt en is niet bang om af te wijken, hoewel ze wel haar twijfels en onzekerheden heeft. De ontwikkeling die ze doormaakt is dat zij haar afkomst (armoede, achterstandswijk), waar ze zich eigenlijk voor schaamt, een plek probeert te geven door zich niet volledig aan te passen aan de nieuwe omgeving van het gymnasium, al merkt ze wel dat ze door deze nieuwe omgeving vervreemdt van haar vriendinnen uit de wijk.
Moeder van Sandra:
De moeder van Sandra is lang en elegant en een sterke vrouw met principes. Ze heeft een uitkering en is bezig met een cursus waardoor ze meer mogelijkheden op een baan zou moeten krijgen. Ze is gescheiden van de vader van Sandra maar is eigenlijk nog steeds gek op hem. Ze is streng tegen Sandra en benadrukt constant dat ze haar best moet doen. Als ze twijfelt, trekt ze haar 'alles-goed-gezicht'.
Chantal:
Tanya en Chantal zijn Sandra's beste vriendinnen in de wijk. Ze zaten samen op de basisschool maar gaan nadien elk een andere richting in. Tanya heeft een pikzwarte huid en kort kroeshaar en is voor alles street wise. Ze kan wel een gestolen fiets op de kop tikken, leert Sandra hoe je een jongen een knietje moet geven en is Marokkaanse hangjongens de baas: 'Tanya hield zich altijd taai'. Chantal is uiterlijk het tegenovergestelde: 'Chantal was lang en blond en had de borsten van een volwassen vrouw' . Ze is erg met uiterlijk en jongens bezig en wordt al snel ontmaagd door een oudere jongen van de kermis.
Sandra’s vriendinnen van het gymnasium
Sandra's vriendinnen op het gymnasium, Renske, Nienke, Mirte en Jojanneke, zijn representatief voor de school. Ze hebben blond, steil lang haar en donkerblauwe kleren met oudroze sjaaltjes. Renske en Nienke zijn kakkers die op hockey zitten, Mirte is een 'jonge alto', die niets liever doet dan haar mening geven. Jojanneke is een Jehova's getuige en een soort hippie: 'Ze geloofde dat als een boom werd gekapt en je goed luisterde, je hem kon horen huilen van de pijn. Dat vond Mirte een razend interessante theorie'.
Bart Willink
Bart Willink is een jongen van de stad met een grote bek die zegt waar het op staat. Hij is ook een uitzondering op het gym. Hij heeft een 'gedrongen figuur dat eerder bij een veertiger paste' en 'zijn ogen keken spottend en scherp de wereld in'. Hij heeft stekeltjeshaar en een kleine mat in zijn 'brede, pezige nek'. Hij wordt neergezet als een jonge Geert Wilders of Pim Fortuynavant la lettre; de jongen in de klas met wie hij het meest op trekt heet niet voor niets Bas Fortuyn.
Meneer Vullings
De belangrijkste en meest in het oog springende leraar op het gym is Vurings, de leraar Nederlands. Hij is jong, volgens sommige kinderen pas 22 en redelijk knap. Hij behandelt de kinderen uit de hoogte en noemt jongens 'hormonale zombies met te korte beentjes' en meisjes 'bakvissen' (p. 114). Hij zet leerlingen vaak voor gek en toch vinden ze hem geweldig. Sandra vindt zijn manier van praten 'overdreven en gemaakt'. 'Maar als hij over boeken vertelde, veranderde zijn toon' (p. 115). Dan klinkt hij warm en gepassioneerd.
Dirk Jan:
Dirk Jan is een lange jongen die altijd heel aardig is tegen Sandra. Hij is net zo als de andere mensen op het gymnasium. Hij heeft rijke ouders en zijn vader heeft een goede baan. Sandra vind Dirk Jan sinds het schoolfeest een best wel leuk, maar ze durft het niet tegen hem te zeggen. Dirk jan heeft haar voor haar verjaardag ook wat gegeven en heeft wel eens aangeboden om haar naar huis te brengen.
Thematiek:
Cultuurverschillen
De roman “Het Gym” heeft een duidelijk herkenbare thematiek. Het gaat allemaal om het meisje Sandra dat zich als Surinaams meisje moet handhaven tussen de kakkers van het gymnasium. Hoewel ze zich soms schaamt voor haar afkomst, weet ze de “struggle for life” te winnen. Het hoofdthema is dus de multiculturele samenleving en de problemen/cultuurverschillen/vooroordelen van de Nederlanders ten opzichte van Surinamers. Enkele voorbeelden: - Hockeymeisje Mirte geeft daarvan in de roman een voorbeeld: ‘‘Ik weet zéker dat jij goed kan dansen,” zei ze. “Dat kunnen jullie toch allemaal?” Ze deed iets raars met haar heupen en zei: “zo doen jullie dat toch?’’ - En haar moeder denkt hetzelfde: "Haar stem was zacht toen ze zei: “Jullie zijn zo één met die natuur, hè. Jouw volk is echt nog heel oer. Mooie, mooie mensen. Dat zijn jullie toch.” En ze bleef haar aanstaren, alsof ze nog iets van haar wilde." - De jongen aan het einde van de roman met wie ze voor het eerst tongt, vermoedt dat bruine meisjes “toch altijd geil zijn” (blz. 256). Evenzo goed hebben de meisjes uit haar eigen wijk vooroordelen over de leerlingen van het gymnasium en heeft de moeder van Sandra na het bezoek aan het toneelstuk over de vreemde dingen die Nederlanders doen.
Motieven:
Coming of Age
Verder zijn er de normale gebeurtenissen: eerste feestje, eerste verliefdheid, eerste zoen, jaloezie onder de meisjes. Die gebeurtenissen zijn allemaal typerend voor de coming of age, dat dus ook een motief is in deze roman.
schoolleven
"Het Gym" is natuurlijk een boek waarin het schoolleven centraal staat. Het bijzondere aan het schoolleven is gelegen in het feit dat Sandra een buitenbeentje in het gymnasium is. Ze krijgt vriendinnen (Mirte, Nienke, Renske Jojanneke) omdat ze bijzonder is en ze wordt gepest (door Bart Willink) omdat ze bijzonder is en buiten de boot valt. Op school valt leraar Vurings het meeste op; hij brengt haar de liefde voor literatuur bij.
Discriminatie
Op school wordt ze het meest gepest door de vervelende puber Bart Willink. Maar vanaf het eerste moment geeft ze aan dat ze hem "aankan." Ze gaat er niet voor opzij, dat heeft ze wel geleerd in de volkswijk, waar het leven ook hard is. Maar eigenlijk wordt ze later in de volkswijk ook gediscrimeerd, omdat ze niet meer tot OSM behoort. De meisjes uit haar wijk (Chantal en Tanya) zien haar als een nepkakker. Op de muren van haar flat wordt het een en ander gekalkt. Mogelijkerwijs hebben de meisjes uit haar eigen wijk dat gedaan.
Schaamte
Omdat ze in een omgeving verkeert, waarin veel rijke kakkers voorkomen, gaat ze zich voor haar eigen afkomst schamen. - haar moeder betaalt het schoolgeld cash; de anderen giraal - de kleding die ze draagt is goedkoop van de Zwarte Markt in Beverwijk - ze heeft een hopeloze fiets vergeleken bij haar klas - ze schaamt zich voor de wijk waar ze woont als andere ouders haar willen thuisbrengen - ze schaamt zich voor haar moeder en vader (ook nog gescheiden) - ze schaamt zich voor haar eerste vriendje Dirk Jan die erg aardig voor haar is, maar die ze uit schaamte niet toelaat: hij mag haar zeker niet thuisbrengen.
Tijd:
Het verhaal speelt zich af in onze tijd, het zou bij wijze van spreken nu aan de gang kunnen zijn. Dit weet ik omdat de schrijfster actuele problemen aanhaalt. De dingen die voor ons op dit moment kenmerkend zijn voor het leven in een achterwijk, zijn bijvoorbeeld in dit boek verwerkt. De kijk van de maatschappij die op dit moment actueel is wordt in het boek beschreven.
De tijd die verloopt tussen het begin en het einde van het verhaal is één jaar. Het begint met de zomervakantie, en eindigt wanneer het schooljaar afgelopen is.
De tekst is volledig chronologisch, en wanneer je naar de schrijfstijl kijkt is dit ook te verklaren. Er wordt een realistisch beeld geschetst, en in dit geval is dat beeld behoorlijk rauw. Daar hoort dan ook een directere schrijfstijl bij dan anders.
Perspectief:
Het perspectief berust bij de 12/13-jarige Sandra Spalburg. Zij gaat als enige van haar school en woonwijk naar het Gymnasium in een naburig dorp. Ze is van Surinaamse afkomst: haar moeder is overwegend thuis en haar vader komt zo nu en dan “langs wippen.” De kinderen van het gymnasium zijn kakkers, maar sommigen gedragen zich goed ten opzichte van haar.
Sandra is een personale (zij-verteller) verteller die in de o.v.t. vertelt.
Samenvatting:
De twaalfjarige Sandra woont met haar Surinaamse moeder en zusje in een achterstandswijk. Na de zomervakantie gaan Sandra en haar vriendinnen Tanya en Chantal naar de middelbare school. Tanya en Chantal gaan naar een scholengemeenschap in de buurt. Sandra, die goed kan leren, wordt door haar moeder naar een zelfstandig gymnasium buiten de stad gestuurd.
Op het gymnasium blijkt Sandra de enige gekleurde leerling te zijn (buiten een geadopteerde jongen uit een steenrijke familie) en de enige die uit 'de wijk' komt, zoals haar buurt wordt genoemd. Vrijwel alle andere leerlingen wonen in het groene villadorp waar de school staat.
Sandra voelt zich erg ongemakkelijk op school. De leerlingen zijn anders dan de kinderen met wie ze in de wijk omgaat. Ze praten anders, dragen andere kleding, gaan een paar keer per jaar op vakantie en hun ouders hebben beroepen waar ze nog nooit van heeft gehoord, zoals 'internist'. Sandra's moeder heeft een bijstandsuitkering en zelfs voor eten is niet altijd voldoende geld, laat staan voor vakanties. Wanneer een klasgenoot pocht over de nieuwe boot van zijn vader die anderhalve ton duurder uitviel dan de vorige, berekent Sandra dat dit evenveel is als vier jaar bijstand.
Toch raakt ze bevriend met een aantal meisjes uit haar klas. Ze durft hen niet bij haar thuis te ontvangen, want ze schaamt zich voor de armoedige buurt en de flat met tweedehands meubels waarin ze woont. Ze komt andersom wel bij haar schoolvriendinnen thuis. Op een dag staat de moeder van Nienke erop om Sandra met de auto thuis te brengen. Sandra weet haar niet op andere gedachten te brengen. Als ze wordt afgezet, schaamt ze zich enorm.
Dan wordt Sandra uitgenodigd voor het verjaardagsfeestje van Renske. Als ze op het feestje arriveert, zit de kamer al vol gasten. Sandra wordt door Renskes moeder naar het midden van de kamer geloodst. Daar vraagt ze de aandacht van de gasten en zegt: 'Dit is Sandra. (...) Ze komt uit Suriname, maar ze zit bij Renske op het gymnasium. (...) Knap hè?' (p. 168).
Klasgenoot Bart laat zich discriminerend uit over allochtonen. Sandra ergert zich daaraan, maar ze reageert niet. Ook niet als hij haar 'negertje' noemt (p. 107). 'Surinamers mochten elkaar negers noemen', vindt ze, 'Maar als een Nederlander het zei, neger, dan klonk het anders. Het klonk fout' (p. 108).
Op een gegeven moment onderneemt ze toch actie tegen Bart. In het geheim bekladt ze de posters waarmee hij campagne voert voor de schoolraadverkiezingen. Per ongeluk schrijft ze 'rasist' in plaats van 'racist'. Iedereen valt over die spelfout. Daardoor komt de boodschap totaal niet over. Het is niet duidelijk of Bart weet dat het Sandra was die zijn campagneposters bekladde. Later schrijft iemand stiekem 'nepkakker' op de buitenmuur van haar flat. Sandra vermoedt dat Bart het heeft gedaan, omdat hij vertelt dat hij bij haar langs is geweest toen ze ziek was. Maar ze weet het niet zeker. Als tijdens de les handenarbeid de docent even de klas uit is, maakt Bart een beledigende tekening van Sandra. Sandra is vastbesloten Bart een lesje te leren. 'Ik ga hem in elkaar slaan' (p. 227), zegt ze tegen haar schoolvriendinnen, want zo wordt dit soort problemen in de wijk opgelost. Maar van vechten heeft ze weinig verstand, daarom vraagt ze Tanya om advies. Tanya oefent met Sandra een paar klappen en trappen en bij de volgende aardrijkskundeles, waar iedereen bij is, geeft ze Bart een trap in zijn kruis en een paar trappen na. Beiden worden naar de rector gestuurd. Sandra weigert te vertellen waarom ze Bart aanviel. Maar haar vriendinnen Mirte en Renske vertellen de rector dat Bart een racist is en beschrijven een paar nare voorvallen. Tot Sandra's verbazing neemt de rector het voor haar op. Terwijl Bart wordt geschorst, spreekt hij Sandra aan alsof ze zielig is. Ze is verbijsterd. 'Ze had net een jongen die een kop groter was in zijn kruis getrapt. Als er íemand geen zielenpiet was, was zij het wel' (p. 241).
Een andere jongen uit haar klas, Dirk Jan, laat vaak merken dat hij Sandra leuk vindt. Ze dansen samen op het schoolfeest en hij geeft haar een pen met inscriptie cadeau. Sandra wordt verliefd op hem, maar ook hem wil ze niet confronteren met de armoedige omstandigheden waarin ze woont. Op de dag dat ze haar rapport moet ophalen, is haar fiets kapot. Dirk Jan biedt aan haar achterop de fiets naar huis te brengen. Ze snauwt dat ze helemaal niets van hem wil en scheldt hem uit voor 'stomme kakker' (p. 253). Uiteindelijk is haar eerste tongzoen niet met Dirk Jan, op wie ze verliefd is, maar met een wildvreemde jongen op het eindfeest van de hockeyclub.
Mijn mening:
Ik vond dit boek prettig om te lezen omdat er niet veel moeilijke woorden in stonden dus dat was fijn. Ook was het fijn dat de zinsopbouw niet al te ingewikkeld was dus dat je makkelijk door kon lezen. Zo is het makkelijk voor mij om het boek sneller uit te lezen.
Wat ik leuk vond aan dit boek is dat degene die de hoofdrol had dat je vanuit haar perspectief het verhaal bekeek. Bij dit boek was dat leuk omdat ze in een hele andere cultuur terecht kwam dus dan kon je allemaal lezen wat ze dacht over bepaalde situaties. Dat vond ik leuk omdat ze sommige dingen heel gek vond of juist heel leuk.
Wat ik minder leuk vond aan dit boek was het einde, omdat je niet echt weet hoe het verder gaat met de hoofdpersoon. Je weet bijvoorbeeld niet hoe het verder gaat met haar en de jongen die ze leuk vindt of dat haar vader bij het gezin blijft of alweer weg gaat. Dus het was een best open einde en dat vond ik bij dit boek niet zo leuk.
Wat ik ook leuk vond om te lezen dat je ook erg het verschil ziet tussen de twee culturen. Je kunt namelijk lezen dat ze met haar vriendinnen van haar basisschool gaat afspreken maar ook kun je lezen over dat ze gaat afspreken met haar nieuwe vriendinnen. Doordat je door het perspectief van de hoofdpersoon leest, lees je dus ook dat ze dingen gaat vergelijken tussen de twee culturen.