Boek 5 - havo 4: Hersenschimmen

De volledige naam van de schrijver is Hendrik Jan Marsman. Hij is geboren op 14 januari 1937 in Amsterdam. Hij is een Nederlandse schrijver, dichter en vertaler. Vanaf 2002 publiceerde hij onder het pseudoniem Bernlef, soms als Henk Bernlef. Hij is overleden op 29 oktober 2012 in Amsterdam.

Maarten Klein:
Maarten is de hoofdpersoon in het boek. Hij is een man van 71 jaar en woont 15 jaar met zijn vrouw Vera in Gloucester in de Verenigde Staten. Maar hij is geboren in Nederland, in Alkmaar. Hij en Vera zijn samen de ouders van twee kinderen, Kitty en Fred. Maar de kinderen wonen tegenwoordig weer in Nederland. Ze hebben samen ook een hond die Robert heet. Hij heeft rechten gestudeerd en werkte als notulist bij een bedrijf in Boston dat Intergovernmental Maritime Consultative Organisation heet, meestal afgekort tot IMCO. Hij is een hardwerkend mens, dat ook na zijn pensioen in Gloucester blijft wonen.
Maarten takelt in de loop van het boek steeds verder af doordat hij begint te dementeren. Op het einde herkent hij zelfs zijn eigen vrouw niet meer.

Vera Klein:
Vera is de vrouw van de hoofdpersoon. Zij is een zorgzaam persoon, die moet toekijken hoe haar man, met wie ze al vijftig jaar getrouwd is, van haar aan het vervreemden is. Maar Vera is een sterk persoon en slaat zichzelf er door heen. Zij is ook degene, die de eerste symptomen van Maarten’s ziekte serieus opvat en de dokter waarschuwt.
Vera gaat steeds meer op Maarten letten, omdat hij het niet meer zelf aankan. Ze heeft geduld met Maarten en wordt nooit kwaad op hem, dit is een teken van ware liefde. Maar als ze het niet meer aankan besluit ze dat Maarten naar een tehuis moet, waar hij beter verzorgd kan worden.
Haar uiterlijk wordt duidelijk door beschrijvingen van Maarten. Ze is tenger, maar wel mooi.
Verder heeft ze naast Maarten ook een eigen leven, mat vriendinnen en vroeger had ze ook een baan in een bibliotheek.
Fred en Kitty:
Fred en Kitty zijn de kinderen van Maarten en Vera, die tegenwoordig in Nederland wonen. Zij leiden beide een eigen leven in Nederland en komen alleen in de herinneringen van Maarten naar voren.

Dokter Eardly:
Dokter Eardly is de dokter naar wie Vera toe gaat als ze ziet dat Maarten steeds vaker dingen vergeet. Deze arts denkt het op te kunnen lossen met medicijnen en rust. Hij komt regelmatig langs om te kijken hoe het gaat met Maarten.

Phil Taylor:
Phil Taylor is de vrouw, die Vera komt helpen met de verzorging van Maarten, als Vera het niet meer alleen aankan. Maarten denkt steeds dat ze een vriendin van zijn dochter is. Ze komt bij Maarten en Vera wonen. Ze is zeer behulpzaam, maar een beetje naief.

 

Ellen Robbins:
Ellen Robbins is een vriendin van Vera, die regelmatig langskomt. Zij helpt Vera met haar problemen en zorgt voor afleiding voor Vera. Ze is een roddeltante.

Dementie/ geheugenverlies

Het boek gaat over dementie en hoe ermee om te gaan. Aan de ene kant gaat het verhaal er namelijk over hoe Maarten zelf met zijn dementie omgaat, maar aan de andere kant lees je het verhaal van twee mensen die al iets van 50 jaar samen zijn en liefde en leed hebben gedeeld, maar doordat Maarten dementeert van elkaar vervreemden. Op de achterliggende vraag van beide ‘verhaallijnen’: hoe moet je met dementie omgaan? is echter geen antwoord te geven, wat Bernlef dan ook niet doet.

Het thema van hersenschimmen is: dementie is een slopende ziekte.
Er zijn meerdere motieven in het boek:
-De winter: Maarten heeft een hekel aan dit seizoen, omdat alles vervaagt en op elkaar lijkt, zoals in zijn hoofd.
-De oorlog: Maarten denkt veel terug aan de oorlog. Hier kan hij zich nog veel van herinneren, maar hij haalt op een gegeven moment wel het verleden, de oorlog, en het heden door elkaar. Hij denkt dat hij nu nog steeds in de oorlogstijd leeft.
-Feiten: Hij wil alles kunnen verklaren. Hij wil dingen meten en opslaan, net zoals zijn vader vroeger deed.
-Taal: Taal is belangrijk als je wil communiceren en dingen wil uitleggen. Maar dit gaat steeds moeilijker, omdat hij de woorden niet meer kan vinden, hierdoor gaat hij rare dingen vertellen, die eigenlijk nergens op slaan.

Het verhaal is in chronologische volgorde geschreven, maar er zitten heel veel flashbacks in. De flashbacks zijn de herinneringen die Maarten heeft aan vroeger. Deze beslaan lange stukken, omdat Maarten probeert zich meer te herinneren.
De vertelde tijd is ongeveer negen dagen, die niet in zijn totaal verteld worden, maar waar tijdssprongen tussen zitten. Het is dus een discontinu verhaal.
De nieuwe dag word steeds aangegeven met een cursief gedrukte zin. Het verhaal wordt verteld terwijl Maarten het zelf meemaakt er zit dus geen prospectie in.
De verteltijd is 143 bladzijden.
Tijd is ook erg belangrijk in het boek, omdat de hoofdpersoon er na verloop geen tijd geen wijs meer uit kan. Hij haalt de dingen door elkaar, waardoor personen uit het verleden ineens in zijn gedachten in het heden opduiken.
Het verhaal heeft een begin die Ab ovo wordt genoemd, het verhaal begint aan het begin. Er zit geen voorgeschiedenis aan. Maarten begint namelijk van de een op de andere dag te dementeren. De eerste dag in het boek is ook de eerste dag waarop Vera het merkt.
Het boek heeft een gesloten einde. Het is duidelijk dat Maarten niet meer beter zal worden, want hij wordt opgenomen in een tehuis.

Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, in dit geval door de hoofdpersoon Maarten. We kunnen gedurende het hele verhaal met hem, in zijn hoofd meekijken, waardoor we ook heel erg met hem meevoelen. Het verhaal is chronologisch opgebouwd, we volgen Maartens steeds verder ontwikkelende dementie, met veel flashbacks en herinneringen.

 

De 71- of 72-jarige Maarten Klein woont met zijn vrouw Vera in Gloucester, aan de oostkust van de Verenigde Staten, even ten noorden van Boston. In de jaren vijftig zijn ze vanuit Nederland naar Amerika geëmigreerd. Hun twee kinderen, Kitty en Fred, zijn teruggegaan naar Nederland. Maarten werkte tot zijn pensionering bij de Intergovernmental Maritime Consultative Organisation (IMCO), een instituut voor visserijonderzoek in Boston.
Op een winterse dag kijkt hij uit naar de schoolbus met kinderen die elke morgen bij zijn huis stopt. Hij denkt terug aan zijn vader, die griffier bij de rechtbank was en thuis temperatuurgrafieken bijhield en aantekeningen over het weer maakte. Uit opmerkingen van zijn vrouw wordt duidelijk dat Maarten een beetje verstrooid begint te worden: het is zondag, dus de kinderen hoeven niet naar school. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is al middag. Eerder vergat hij al zijn koffie op te drinken en voor Vera hout uit de schuur te halen, hoewel ze hem daar tweemaal om had gevraagd. Hij zoekt de schuld van zijn vermoeidheid en concentratieverlies voorlopig bij de lange witte winter. Maarten piekert over zijn vergeetachtigheid. Er is iets mis, maar hij weet niet precies wat. Hij betrapt zich erop dat hij hardop in zichzelf praat. Woorden die hij alleen gebruikte op zijn werk als hij niets beters wist te zeggen, duiken plotseling op in zijn conversatie met Vera. Zijn gedachten dwalen vaak door associaties af naar gebeurtenissen uit het verleden, vooral uit zijn jeugd, uit de Tweede Wereldoorlog en uit de tijd dat hij op kantoor werkte. Soms roepen de herinneringen handelingen op waarvan hij zich niet bewust is. Als hij terugdenkt aan het mislukte vlechtwerkje dat hij op de kleuterschool van stroken papier maakte, scheurt hij onbewust de krant aan repen. De juffrouw vroeg hem destijds de potlodendoos te halen en Maarten gaat hem zoeken, op een plank in het washok, waar hij met een stoel bijklimt. Als Vera hem daar vindt, beseft hij pas wat hij doet. Tijdens een wandeling met de hond Robert verliest hij zich weer in het verleden. In het meisje achter de bar van het café waar hij even uitrust herkent hij zijn eerste vriendin. Daarna komt hij in het antiquariaat waar hij kort daarvoor ‘The Heart of the Matter’ van Graham Greene kocht. Maarten kan zich het boek op dat moment niet herinneren, hoewel hij er thuis af en toe een stukje in leest. Als hij mijmerend verderdwaalt door de stad, vindt Vera hem, ze maakte zich ongerust en is hem met de auto gaan zoeken. De symptomen van Maartens dementie worden duidelijker en heviger. Vera heeft de deur op slot gedaan toen ze even weg moest, maar Maarten breekt hem open om naar een IMCO-vergadering te gaan. Het gereedschap neemt hij mee in zijn aktetas Hij gaat echter niet als vroeger met de trein naar Boston, maar loopt naar een vakantiehuisje, waarvan hij de deur ook forceert. Terwijl hij wacht op de anderen oefent hij zijn betoog, waarin hij zijn twijfel uitspreekt over de zin van de organisatie, die aan de hand van computerprognoses aanbevelingen doet over vangstquantums. Dan realiseert hij zich de situatie en gaat hij op weg naar huis; hij vergeet echter zijn tas. Vera is in die tijd bij dokter Eardly geweest. Hij heeft haar aangeraden met Maarten foto's te bekijken om de herinneringen te ordenen. Maarten herinnert zich tot in de details het verhaal bij een foto uit zijn jeugd, maar kan andere gebeurtenissen, zoals het bezoek van zijn kinderen uit Nederland drie jaar geleden, niet plaatsen. Later weet hij dat weer en spijt het hem dat hij dat niet eerder wist. Als die dag de deur wordt gerepareerd kan hij zich het niet herinneren dat hij de deur heeft opengebroken. De deur wordt gerepareerd door William. Deze Amerikaanse jongeman komt vaak bij hen over de vloer om klusjes uit te voeren. Hij is best verlegen en stil maar na een paar pilsjes wil hij nogal eens loskomen. William had vroeger een hondje, Kiss, die al een tijdje dood is. Toch vraagt Maarten iedere keer weer als hij William ziet hoe het met Kiss is, wat natuurlijk niet leuk voor William en Vera is.
Op het tweede bezoek van dokter Eardly reageert Maarten met een redevoering, die imponerend bedoeld is. Daarna realiseert hij zich met machteloosheid, woede en angst dat hij niet meer helemaal meester is over de taal: hij moet zinnen soms eerst vanuit het Nederlands in het Engels vertalen voordat hij ze kan uitspreken en heeft moeite met het benoemen van voorwerpen. Steeds meer vermengt Maartens verleden zich met zijn dagelijks leven. Maarten verwart Vera met zijn moeder en zijn huis met het huis van zijn grootouders. Wat zijn vrouw hem het ene moment vertelt, kan hij direct daarna weer vergeten zijn. Als zij weg is, slaat Maarten een ruit in om de hond binnen te laten. Daarna vergeet hij het gas uit te zetten. Bij het volgende bezoek van de dokter ziet Maarten hem als een tegenstander in een moeilijke onderhandeling. Hij gaat hem verbaal te lijf met een vergaderstrategie van zijn ex-collega Karl Simic. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven slaat hij hem de spuit uit handen. Op dat moment waant hij zich in de oorlog. Omdat de toestand gevaarlijk wordt, komt de gezinshulp Phil Taylor inwonen om op Maarten te letten. Maarten vergeet steeds wie zij is en waarom ze er is en verwart haar met zijn pianolerares Greet van vroeger waar hij toen verliefd op was en met zijn dochter Kitty. Als hij tweemaal in een nacht door het huis dwaalt geeft Phil hem een injectie. Maarten wordt wakker doordat hij in zijn bed heeft gepoept. Vera en Phil maken de riemen los waarmee hij was vastgebonden en wassen hem in het bad; Maarten krijgt daarbij een erectie. Pas als hij het aanraakt beseft hij vol schaamte dat het zijn geslacht is dat boven water uitkomt. Maarten ontsnapt nog een keer uit het huis en komt na een wandeling door de duinen waarbij hij geen jas aanheeft terecht in het zomerhuisje waar hij eerder zijn aktetas had laten staan. De vuurtorenwachter ziet hem lopen en brengt hem terug naar huis in zijn jeep. Maarten houdt hem voor een Amerikaanse soldaat tijdens de bevrijding. Even later komt dokter Eardly, die Maarten voor een soldaat in burger houdt. Als de dokter hem een kalmerende injectie wil geven denkt hij dat hij wordt verdacht van collaboratie. Als Maarten wakker wordt, maakt hij een vuur in de open haard en verbrandt hij uit het album de foto's waarop hij is afgebeeld. Hij herkent zichzelf niet meer. Vera en Phil binden hem op een stoel vast. Ook hen herkent hij niet meer. Dan wordt hij in een ziekenwagen naar een inrichting gebracht. Dit ervaart hij als iets onvermijdelijks maar raars. Er dringen nog maar flarden van buiten tot Maarten door; zijn wereld is gekrompen tot zijn onsamenhangende, maar soms plotseling heldere gedachten, waarin de taal een belangrijke rol speelt. Het boek eindigt met een mededeling die hij nog wel opvangt, al beseft hij niet dat die van Vera komt: zij vertelt hem dat de lente op het punt staat te beginnen.

Ik vond dit boek interessant om te lezen. Dit vond ik omdat je eigenlijk een beetje in het hoofd kon kruipen van iemand die dementie heeft. Vooral in het begin was het interessant om te lezen, omdat hij nog wel wist wat er gebeurde en hij het ook zelf door had dat er iets niet goed was, maar het zo goed mogelijk probeerde te verbergen.

 

Ik vond het alleen op het einde niet echt meer een leuk boek. Dit kwam omdat het toen zo onlogisch was en alles door elkaar vertelde. Hij vertelde namelijk wat er allemaal gebeurde in her verzorgingstehuis, maar het was heel raar om te lezen omdat je een paar zinnen had en dan begon alweer een nieuwe alinea omdat hij toen alweer begon aan iets nieuws. Dat was best verwarrend.

 

Wat ik ook leuk vond om te lezen is dat je echt merkt dat hij achteruit ging. In het begin was er nog niet zoveel aan de hand, want hij vergat eens wat dingen dat gebeurd elk mens weleens. Hoe verder je aan het lezen was merkte je dat hij ook steeds grotere dingen vergat en soms ook niet meer wist wie zijn vrouw was.

 

Wat ik ook leuk vond om te lezen maar soms ook een beetje verwarrend was. Is dat hij de hele tijd flashbacks gaf. Hij vertelde over de oorlog, zijn vader en over zijn kinderen. Vooral las je veel hoe hij de oorlog heeft ervaren. En hoe hij dan weer dacht dat het weer oorlog was terwijl dat helemaal niet zo was.