Juryrapport Nederlands Havo 4
Sterre van der Eerden klas H4C
Titel: Lieveling
Schrijfster: Kim van Kooten
De 5 gestelde eisen
Om de prijs te winnen van het beste Nederlandstalige boek moet het verhaal van het boek voldoen aan de volgende gestelde eisen.
1) Het boek moet een verrassend einde hebben.
Het is belangrijk dat een boek dit heeft, omdat je anders, naar mijn mening, een boek voor niets leest. Je leeft als het ware naar een einde toe. Het leukste is als het einde dan een plottwist heeft, zodat je er ook over na gaat denken. Een erge teleurstelling is als het verhaal een cliché einde heeft wat de lezer al had zien aankomen. Tot slot geeft het wat afwisseling als je niet altijd een positief einde hebt, maar ook een negatief.
2) De titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
Lezers gaan sneller een boek lezen als de titel al iets over het verhaal zegt. Het trekt de aandacht van lezers. De titel wordt vaak door lezers gezien als een soort van samenvatting in één woord of zin. Daarom is het belangrijk als een titel pakkend en opvallend is, zodat mensen sneller naar dat boek gaan kijken.
3) Er moet actie en spanning in het boek zitten.
In een goed boek moet steeds iets gebeuren waardoor het verhaal spannend wordt of meer actie krijgt. Zo wordt de lezer soms ook even wakker geschud en zit hij helemaal in het verhaal. Hierdoor heeft diegene sneller de neiging om het boek uit te lezen, omdat hij wil weten wat er verder in het verhaal gaat gebeuren.
4) In het boek moeten zintuigelijke waarnemingen voorkomen.
Met zintuigelijke waarnemingen wordt bedoeld dat er verschillende emoties en eigenschappen van de personages in het verhaal zitten. De persoonlijkheid van de personages worden dan dus uitgebreid beschreven. Hierdoor kun je als lezer goed inleven in de personages. Ook is het belangrijk dat er fragmenten in het verhaal zitten waarin je goed kan lezen hoe de stemming is op dat moment. Dus is iedereen bijvoorbeeld verdrietig of boos?
5) De lezer moet goed een beeld kunnen vormen bij het verhaal en daarmee zijn of haar eigen fantasie gebruiken.
Het taalgebruik moet beeldend zijn, zodat lezers de situatie begrijpen en elke lezer een gelijk beeld krijgt van de situatie maar nog steeds zelf zijn fantasie kan gebruiken. Dit is erg belangrijk bij een boek. Hierdoor kan diegene met zijn eigen fantasie er een beeld bij maken. Als de lezer dit niet kan, dan is het boek misschien wel te moeilijk of vaag. Ook wil de lezer dan niet meer verder lezen.
De 5 gestelde eisen koppelen aan het gelezen boek ‘Lieveling’
1) Het boek moet een verrassend einde hebben.
Het einde van het boek ‘Lieveling’ vond ik wel een verrassend einde hebben. Ik had namelijk niet verwacht dat Puck en haar moeder terug gingen naar Zwijndrecht om weer bij Ludovicus te wonen. Ik kon niet begrijpen dat de oma en moeder van Puck dat haar aandeden, om weer bij de man te gaan wonen die haar heeft verkracht. Dus eigenlijk vond ik het einde ook erg zielig voor Puck. Ze heeft namelijk ook nog eens heel lang alleen gezeten zonder eten, omdat haar moeder opgenomen werd en niemand wist dat Puck daar zat. Ik had gehoopt dat Puck en haar moeder samen verder konden leven of dat Puck uiteindelijk naar meester Hofslot zou gaan. Maar dit was helaas niet het geval. Het einde van het boek is een open einde en dat maakt mij erg nieuwsgierig naar een vervolg.
2) De titel moet perfect de strekking van het verhaal weergeven.
‘Lieveling’ is de titel van het boek en het slaat op de titel van een lied van Wim Sonneveld dat Puck in een hoofdstuk aan tafel zingt. Het lied gaat over een man die denkt aan alle meiden die hij niet heeft kunnen krijgen, omdat hij vast zat aan zijn vrouw. Eigenlijk wil hij van zijn vrouw af, maar hij noemt haar wel ‘lieveling’. De man in het boek is ook niet blij met zijn nieuwe vrouw, de moeder van Puck. Hij is duidelijk bij haar zodat hij iets kan beginnen met Puck, die wel zijn ‘lieveling’ is. De figuurlijke betekenis van de titel is dat hij Puck ziet als zijn lieveling terwijl hij helemaal niet lief voor haar is. Dus deze titel geeft perfect de strekking van het verhaal weer.
3) Er moet actie en spanning in het boek zitten.
Ik vind dat er wel genoeg actie en spanning in het boek zit. Want in elk hoofdstuk gebeurt er wel iets met Puck wat zij niet leuk vindt of wat heel zielig is voor haar. Ook is het spannend wanneer Puck alleen is met Ludovicus, want je weet niet wat hij met haar gaat doen. Hierdoor kan je niet stoppen met lezen en dat is erg goed van dit boek. Een klein spannend fragment was wanneer Puck was flauwgevallen op school, omdat ze niet eet, en hierdoor opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Je wist niet of het wel goed zou komen met haar. Zelfs in het ziekenhuis heeft Ludovicus haar misbruikt.
4) In het boek moeten zintuigelijke waarnemingen voorkomen.
Er zitten zeker genoeg zintuigelijke waarnemingen in het boek. Het verhaal wordt namelijk vanuit Puck vertelt, dus je leest haar gevoelens ook. Puck voelt zich op heel veel momenten niet fijn, doordat Ludovicus aan haar zit. Als lezer vind je dat super zielig voor haar. Ook de persoonlijkheden van de personen in het boek worden goed beschreven. Je kunt bijvoorbeeld lezen dat de moeder van Puck alleen maar geeft om geld, status en kleding. Verder lees je ook dat Ludovicus helemaal verliefd is op Puck en absoluut niet op haar moeder. In het boek kun je ook goed de stemming lezen van bepaalde fragmenten. Bijvoorbeeld wanneer de familie van Puck erachter kwamen dat Ludovicus haar had misbruikt waren ze allemaal heel erg boos en gingen ze zijn huis overhoop halen en leeg stelen.
5) De lezer moet goed een beeld kunnen vormen bij het verhaal en daarmee zijn of haar eigen fantasie gebruiken.
In het boek wordt veel gebruik gemaakt van beeldend taalgebruik. Bijvoorbeeld in het eerst hoofdstuk omschrijft Puck al Ludovicus wanneer hij in hun oude buurt uit de auto stapt. Ze zegt dat de man oud is, een grijs pak draagt, grote oren heeft, een grote neus en een grote bril heeft. Zo kun je als lezer met je eigen fantasie een beeld erbij bedenken van hoe hij eruit ziet, maar je wordt wel een beetje in de juiste richting gestuurd. Dit gebeurt ook nog in een paar andere hoofdstukken. In het laatste hoofdstuk omschrijft Puck bijvoorbeeld ook nog de omgeving. Ze zegt “Het sneeuwt. We staan op de stoep voor de flat. Er viel niks te pakken, dus we hebben geen koffers. Ik draag een plastic tasje met mama’s pillen.” Ook hier kun je weer zelf een goed beeld erbij bedenken van hoe de situatie is.
Conclusie
Ik ben tot de conclusie gekomen dat het boek ‘Lieveling’ van Kim van Kooten zeker aan alle vijf eisen voldoet. Dus heeft het de prijs gewonnen van het beste Nederlandstalige boek. Ik vond het boek zó goed dat ik niet kon stoppen met lezen en hem in één ruk uit had. Wat er met Puck gebeurt, is heel heftig, maar zo komt het niet over. Puck realiseert het zelf namelijk niet helemaal en ze vertelt het ook op een makkelijke manier. Dit boek is anders dan andere boeken die ik heb gelezen. Ik heb namelijk nog nooit over misbruik gelezen en ik vond het een heftig maar erg goed boek. Ook vind ik dat het einde heel goed aan sluit aan het begin. Het boek begint namelijk met ‘De zwarte auto’ en eindigt hier ook mee. Tot slot vond ik een heftig fragment om te lezen dat Puck samen in bad moest met Ludovicus en dat hij tegen haar zei dat het normaal is dat hij haar met zijn handen afdroogt. Vanaf dat moment geloofde Puck dat wat hij deed, allemaal normaal was. Maar gelukkig werd ze minder naïef naarmate je verder las.