Boek 5 - havo 4

Het gouden ei van Tim Krabbé

Samenvatting

Rex Hofman en Saskia Ehlvest, met vakantie op weg naar het zuiden, stoppen ergens in Frankrijk aan een Total-benzinestation. Terwijl Rex tankt, loopt Saskia naar binnen om wat blikjes frisdrank. Rex wacht vruchteloos op haar terugkomst: Saskia lijkt van de aardbodem verdwenen.Ramond Lemorne was altijd al een wat vreemde jongen. Reeds in zijn jeugd was hij ervan overtuigd dat een gedachte eigenlijk onvermijdelijk de daad inhield en dat een daad onvermijdelijk is, wanneer je er eenmaal aan gedacht hebt. Als man van middelbare leeftijd, gelukkig getrouwd met twee kinderen en de perfecte middenklasser, heeft hij plotseling de gedachte of hij in staat zou zijn een misdaad te plegen. Hij verbouwt zijn vakantiehuisje en vanuit die basis gaat hij experimenteren en repeteren. Elk onderdeel van de moord op een voor hem nog onbekend slachtoffer, elk detail van zijn idee, werkt hij minutieus uit. Als hij klaar is, ontmoet hij Saskia.Acht jaar na de feiten houdt Rex nogmaals een advertentiecampagne in de Franse kranten.Lemorne komt er op af; hij doet Rex het voorstel om het mysterie op te lossen door hem hetzelfde te laten ondergaan, met een gewisse dood als gevolg. Rex stemt toe en na het drinken van een slaapmiddel bij het bewuste benzinestation, wordt hij wakker in een doodskist. Hij is levend begraven.

 

Onderwerpen

Het toeval speelt een grote rol in dit boek; meer dan eens wordt verwezen naar de toevallighe-den die zich soms in het leven voordoen en waarvoor geen enkele verklaring lijkt te bestaan.Een goed voorbeeld hiervan is het badminton-partijtje dat Rex en Lieneke, zijn nieuwe vriendin,spelen tegen enkele Franse toeristen. Rex is zich ten volle bewust van de gekke score: 'Het werd 15-15 en 16-16; alsof ze een dubbelgesternte waren geworden zweefde de ploegen samen een steeds hoger uitslag in. (...) 18-18, 19-19, 22-22, het was volkomen belachelijk, maar het leek of er niets aan te doen was. (...) 25-25, zou een dergelijke stand ooit eerder zijn voorgeko-men? Het was griezelig, alsof het toeval een loopje met ze nam (...)'. (p. 37-38).Dat geloof in vreemde toevalligheden manifesteert zich bij Saskia in bijgeloof: zij heeft geluksge-tallen, begraaft muntjes en probeert een interpretatie te geven aan die gewoontes, alsof ze de toekomst wil lezen: 'Hij telde; het was de achtste paal van het einde van het hek. Er kwam een glimlach op zijn gezicht: acht was haar geluksgetal. Rozen waren het mooist als het er acht waren, en ze vond het jammer dat hij niet een jaar jonger was - dan zouden ze acht jaar schelen'. (p. 12).Het toeval is een van de meest mysterieuze aspecten van het leven en door de confrontatie ermee, durft Rex sommige dingen te gaan interpreteren, terwijl hij weet hoe onzinnig dat is:'Verder stonden er alleen cijfers op, altijd dezelfde: 75.07.29., met puntjes ertussen alsof iemand bang was dat je er geen datum in zou zien. Die scheelde een dag met haar verdwijning -het was het telefoonnummer van het publiciteitsbureau dat die muren verhuurde'. (p. 78). Hij probeert later ook de namen van Sandra en Saskia op onnavolgbare wijze te interpreteren en ziet overal boodschappen: 'Op een blocnotevelletje schreef hij de namen Saskia en Sandra onder elkaar. Evenveel letters. Zelfde initiaal. Zelfde tweede letter, zelfde zesde letter. Als je de gelijke letters wegstreepte bleef er over: NDR en SKI. Rex keek er een tijdje naar en schreef toen: DR.NIKS. En daarna: KIND R&S.' (p. 83).Lemorne, die minutieus zijn plan heeft voorbereid, laat de selectie van het slachtoffer gedeeltelijk aan het toeval over. Maar ook hij ontkomt niet aan de grotere impact van het toeval: de dingen gebeuren niet zoals hij het zo zorgvuldig had gepland en eigenlijk is het 'stom geluk' dat hij erin slaagt Saskia te ontvoeren.

 

 

Titel en motto’s

'Het gouden ei' refereert aan een droom die Saskia had in haar jeugd: 'Toen ze klein was had ze eens gedroomd dat ze opgesloten zat in een gouden ei dat door het heelal vloog. Alles was zwart, er waren niet eens sterren, ze zou er altijd in moeten zitten, en ze kon niet doodgaan. Er was maar één hoop. Er vloog nog zo'n gouden ei door de ruimte, als ze tegen elkaar botsten zouden ze allebei vernietigd zijn, dan was het afgelopen. Maar het heelal was zo groot!' (p. 12).De twee gouden eieren zijn echter ook symbool voor de relatie tussen Rex en Saskia; ze pesten elkaar namelijk veel en hebben soms een heuse haat-liefde verhouding. Nochtans zitten ze daar niet erg mee, misschien gaan ze er wel vanuit dat dat erbij hoort: 'Dat kinderachtige geruzie,daarin uitte zich juist hun verbondenheid, ze gaven zich er aan over om te voelen hoeveel ze van elkaar hielden...' (p. 10). Het is duidelijk dat Saskia voor Rex de ware is en zijn grootste verlangen is werkelijk één te zijn met haar (p. 13). Het is ook een typische droom voor gevoe-lens van eenzaamheid en claustrofobie en als Saskia verdwenen is, voelt Rex zich, paradoxaal genoeg, inniger met haar verbonden: 'Het was alsof hij voelde wat zij nu voelde - de angst en de eenzaamheid van het Gouden Ei, en alsof daarmee zijn wens eindelijk in vervulling was gegaan:één met haar worden'. (p. 25). In het tweede hoofdstuk heeft Rex zelf de droom over het gouden ei. Later zal blijken dat je dat als een voorspellende droom kan interpreteren. Uiteindelijk wacht hem namelijk hetzelfde lot als Saskia; opnieuw een paradox: de twee gouden eieren zijn gebotst, ze delen nu hun lot en misschien - zo leek de droom te suggereren - is dat de beste oplossing.

 

Opbouw

Het boek telt vijf hoofdstukken, een indeling die enigszins refereert aan de structuur van de Griekse tragedie. De eerste vier hoofdstukken zijn ongeveer gelijk in lengte, het laatste is een soort nawoord van de verteller. De gruwel speelt zich af in hoofdstuk 1, wanneer we Rex en Saskia volgen, en in hoofdstuk 3, waar we Lemorne volgen. Hoofdstuk 2 lijkt een rustmoment in de roman; het biedt ruimte voor Rex' overpeinzingen en onderbouwt psychologisch zijn vernieuwde ijver in het zoeken naar Saskia en - dus ongewild - zijn eigen ondergang.Hoewel erg eenvoudig, is het verhaal toch hecht onderbouwd. Krabbé, een meer dan verdienste-lijk schaakspeler, weet dat aan een schaakmat ingewikkelde combinaties ten grondslag liggen,maar weet ook dat die zich dikwijls pas achteraf manifesteren. Het hele verhaal wordt bovendien verteld door een auctoriële verteller die zeer afstandelijk en objectief de gebeurtenissen registreert.Wat de ruimte betreft, is het Total-benzinestation het belangrijkste element. Daar verdwijnt Saskia en daar moet Rex naartoe om het raadsel op te lossen; een regelrechte cirkelbeweging dus. Die wordt geëxpliciteerd door een parallel: de tweede rit van Rex - met Lemorne - naar Frankrijk waarbij sommige aspecten terugverwijzen naar die eerste rit, bijvoorbeeld de muntjes die Saskia en hij hadden begraven. De plaatsen die Lemorne aandoet verdienen ook aandacht. Er is een scherp contrast tussen zijn gezinsleven - in zijn gewoon huis - en zijn plannen en daden in het buitenhuisje. Dat huisje verwordt van ikoon van lieflijkheid tot een oord van griezeldaden.Lemorne bestrijkt met zijn Autoroute-abonnement ook alle Franse snelwegen. Zijn beslissing om van benzinestations zijn jachtterrein te maken, was een goede vondst van de auteur: 'En ineens zag Lemorne hoe elegant deze oplossing was: niet alleen zou hij in de benzinestations duizenden buitenlandse vrouwen vinden, ieder uur nieuwe, maar ze waren daar ook als zodanig herkenbaar door de nummerborden van hun auto's.' (p. 59).De gebeurtenissen spelen zich af, gespreid over een periode van verscheidene jaren. Saskia's verdwijning is omgerekend ergens gesitueerd in het midden van de jaren '70, de moord op Rex acht jaar later. In het hoofdstuk dat aan Lemorne is gewijd, is het tijdsverloop iets grilliger: in een lange flash-back gaan we terug tot 1950, toen hij 16 jaar was, blijven even hangen in 1971,om dan vanaf 1974 systematisch zijn plannen te volgen die hij enkele jaren later (een dag vroeger of later dan 29 juli 1975) kan concretiseren in de moord op Saskia. Dat is dus een erg elliptische tijdsbeleving, die zorgt voor een behoorlijke vaart in het verhaal, waarbij nog eens versneld wordt - als een onomkeerbare vaart van het noodlot - in de passages van de twee misdaden.

 

Personages

Krabbé zet ook enkele boeiende personages neer. Rex is een erg tragische figuur: hij koestert een grote liefde voor Saskia, maar kan die niet altijd goed uiten. Pas na haar verdwijning wordt,door de mate waarin hij haar mist, duidelijk hoezeer ze verbonden waren. Zijn tragiek ligt niet alleen in het feit dat hij Saskia verliest, maar vooral dat hij de oplossing van het raadsel pas krijgt door er met zijn leven voor te betalen. Vreemd - maar door de opbouw van het boek erg overtuigend (en bovendien heel romantisch) - is dat hij niet twijfelt aan Lemornes voorstel: het raadsel heeft tenslotte acht jaar lang zijn leven beheerst. Lemorne is eigenlijk het interessantste personage. Hij is uiteraard licht krankzinnig, maar het lugubere zit juist in het feit dat hij zo niet overkomt. Hij is de brave huisvader, de intelligente leraar met - als wetenschapper - een grote drang naar experiment. Meer dan eens krijg je ook het gevoel (wat hij zelf ook heeft) dat de dingen buiten hem om gebeuren: 'Hoe kreeg de man wiens voorbereidingen hij stap voor stap naspeelde zijn slachtoffer in het huisje?' (p. 54). Een erg gevaarlijke situatie, omdat dat gelijk staat aan het ontkennen van eigen verantwoordelijkheid en hem letterlijk gewetenloos maakt. Lemorne schakelt zijn geweten uit. Dat contrasteert met Rex, die in het begin van het verhaal foute gedachten heeft over Saskia, maar ze weet te verdringen als zijn geweten in opstand komt. Rex reageert zoals de gemiddelde mens: hij laat zijn geweten toe om zijn taak te volbrengen en handelt daarnaar. Lemorne heeft die controle uitgeschakeld. Zonder bijgedachte, zonder emotie, gebruikt hij alle informatie en situaties die zich voordoen en integreert ze in zijn voorbereiding en meesterplan: de kennis dat het gegil van zijn dochters niet ver genoeg reikt bijvoorbeeld of het lumineuze idee dat hij krijgt door zijn verjaardagscadeau. Het kilst komt hij over bij de moord op de twee jonge toeristen. Die ziet hij slechts als een onderdeel en een oefening van zijn echte plan. Voor hem is de voorbereiding en planning een spel waarvan de afloop fataal zal zijn. Het is echter des te zinlozer omdat hij met zijn activiteiten niets te winnen heeft. Als hij uiteindelijk Rex voorstelt om hem alles te verklaren,wil hij diens leven in de plaats. Dat zijn duivelse trekken.

 

Taal en stijl

'Het gouden ei' is eigenlijk een gruwelverhaal dat niet in de geijkte stijl is gegoten; dat is het originele en het verrassende van dit boek. De onderkoelde, afstandelijke stijl van de verteller is daar de oorzaak van. Krabbé heeft ook een sober-realistische aanpak gehandhaafd en suggereert meer dan dat hij vertelt. Net als Lemorne speelt de auteur een spel, door vooruitwijzingen,woordspelletjes (p. 83) en dubbele bodems. De tweede rit naar Frankrijk houdt bijvoorbeeld duidelijk reminiscenties in aan de eerste. Enkele vooruitwijzingen: op een bepaald ogenblik krijgt Lemorne een sleutelhanger met een R cadeau van zijn kinderen; die zal hij later misbruiken om Saskia mee te lokken (zij wou hem kopen voor Rex); Lemorne komt al in beeld tijdens de eerste rondblik van Rex als hij denkt Saskia kwijt te zijn, alleen besteed je als lezer dan nog geen aandacht aan de man met de mitella. Met Saskia's lievelingscijfer 8 speelt Krabbé ook een spel:hij laat het regelmatig opduiken, onder meer op p. 82 ("8000 gulden", "zeven achtste"), de acht jaar die verstrijken tussen de twee moorden, enz.Saskia's geluksgetal blijkt in grote mate een ongeluksgetal; dat is nu juist het horror-aspect van het boek: Krabbé keert de dingen om en put uit de alledaagsheid om griezeleffecten te bereiken.

 

Samenvatting

Misschien niet zo’n populaire mening maar ik heb betere boeken gelezen. Ik vond het nou niet super spannend boek. Nou dat klopt ook niet helemaal, het is wel spannend boek maar het is niet dat ik op het puntje van me stoel zit. Sowieso hou ik niet echt van mysterie vooral als ik het moet lezen. Moet al moeite doen om iets voor mijn plezier te lezen, en dan moet ik ook nog nadenken hoe het verhaal afloopt.

Ik vind detectives films wel leuk, omdat dat wel spannend is want je wilt kei graag wilt weten wie het gedaan heeft. Maar als je leest is dat toch anders. Is allemaal moeilijker kost je meer tijd. Als je filmpje kijkt vliegt de tijd zo voorbij maar als je eenmaal leest duurt het zo lang. Simpel gezegd, ik heb nooit het geduld gehad om een boek te lezen.

Over het boek gesproken, het is een goed verteld verhaal. Niet te moeilijk ook niet te moeizaam. Het is een redelijk boek om te lezen. Daarnaast heeft het ook een leuke verhaallijn. Ik weet niet, het is niet super goed maar het is ook niet zo slecht als Birk.

Het verhaal kan soms even onduidelijk zijn omdat ik soms niet weet of hij in zichzelf praat of het verhaal wordt verteld. Daarnaast wordt er af en toe gewisseld tussen personages en tijdlijnen. Het is niet vervelend want het hoort bij het verhaal maar het is af en toe gewoon verwarrend.

Ik vind het wel een aanrader om te lezen want het is gewoon een goed boek.