Boek 2 - havo 4

Een bijzonder huis!

Gemaakt door: Anne van Rossum

Boek: de negen kamers

Geschreven door: Peter-Paul Rauwerda

 

Samenvatting:

De zeventienjarige Jonas is erg klein en heeft geen baardgroei. Sinds kort heeft hij ook vreselijke last van hoofdpijn. Op een ochtend, wanneer zijn ouders net op reis zijn, ligt er ineens een groot boek in de woonkamer. Op de eerste bladzijde staat een versje:

 

Eén kamer is alleen maar schijn

Eén kamer geeft plezier en pijn

Eén kamer eet en laat je eten

Eén kamer speelt met je geweten

Eén kamer valt niet te ontvluchten

Eén kamer zweeft op wolkenluchten

Eén kamer laat de warmte stromen

Eén kamer geeft je toekomstdromen

Eén kamer is nog onbekend

Die zal bepalen wie je bent’ (p. 15).

 

Het boek gaat over een huis dat spontaan verschijnt en verdwijnt. Alleen ‘wie oog heeft voor het onmogelijke’ kan het zien en ‘wie echt slim en moedig is’ kan het binnengaan. Kort daarna ziet Jonas het huis staan in zijn eigen straat. Voor een van de ramen staat een beeldschoon meisje. Jonas probeert tevergeefs om het huis binnen te komen. Die nacht droomt hij dat hij het meisje spreekt terwijl zij beiden in het ziekenhuis liggen.

In het verhaal gaat jonas door verschillende kamers van het huis. De eerste kamer is een replica van zijn eigen woonkamer. De tweede kamer is een bibliotheek met levende boeken. Jonas raakt verdwaald, maar iemand geeft hem steeds aanwijzingen en helpt hem te ontsnappen aan de rare tweeling Edo en Ode. In de derde kamer, de eetzaal, krijgen Anna en Jonas een feestmaal voorgezet. Jonas valt flauw en wordt wakker achter in een auto. Hij moet in de Stad van Goud in de arena gaan vechten. Zijn medegevangene, Wieland, geeft hem een fluitje waarmee hij in de arena de wilde dieren kan kalmeren. Samen ontvluchten ze via het riool. In het onderaardse theater blijkt de vierde kamer van het huis te zijn, de kelder. Jonas klimt omhoog via een grote stapel door Edo en Ode afgedankte boeken en verlaat het huis.

Thuis neemt Jonas een bad, maar het water voert hem mee naar de vijfde kamer van het huis, de badkamer, waar Anna hem opwacht. In de zwoele zesde kamer, Anna's slaapkamer, vallen de twee samen in bijna slaap. Het hemelbed verandert in een luchtballon en stijgt op. Anna wijst Jonas op steden ver onder hen, ze vertellen elkaar gedichten en verhalen en kussen elkaar.

Jonas wordt wakker in het ziekenhuis met zijn ouders en zusje aan zijn bed. Hij heeft een zware operatie gehad. In het bed naast hem ligt een ziek ogende Anna te slapen. Die nacht is haar bed leeg. Jonas ontsnapt uit het ziekenhuis. In zijn broekzak vindt hij een sleutel in de vorm van het huis, waarmee hij vanuit zijn eigen woonkamer de zevende kamer van het huis, de stookkamer, binnenkomt. Daar is Anna's vader, een glasblazer. Hij blaast telkens glazen bollen waarin al Jonas’ mogelijke toekomsten te zien zijn. Met behulp van de informatie in de bollen kan Jonas de achtste kamer, de torenkamer, bereiken, waar Anna huisarrest heeft. En wat er gebeurt in de negende kamer dat moet je zelf maar lezen.

Schrijver:

Peter – Paul Rauwerda is de schrijver van het boek de negen kamers. Al sinds hij klein was hield hij van tekenen. hij werkte jarenlang bij een reclamebureau, en in 2016 verscheen dit boek. Hij heeft een vrouw en 3 kinderen. Zijn thema in het boek is fantasie en verliefdheid. Het boek bestaat uit 2 delen het huis en het fundament. En het perspectief is geschreven uit het derde persoon de lezer beleeft alleen Jonas’ gedachten.

 

Mening:

Ik vond het een super leuk boek! Zo leuk zelfs dat ik hem in een dag heb uitgelezen. Het idee van de negenkamers vond ik origineel en een leuk concept. Het maakte het verhaal ook spannend, omdat je wilt weten wat er in de volgende kamer gaat gebeuren. Toen Jonas de eerste kamer in kwam vond ik het wel verwarrend, maar al snel was het duidelijk wat er aan de hand was. Ik vond de 2e kamer erg bijzonder, omdat hij gelinkt was aan de 4de kamer. Ik vond het heel leuk bedacht dat alle kamers een soort van verbonden zijn daar moet ik de schrijver echt pluspunten voor geven. Toen ik aan het einde van het boek kwam besefte ik me dat het versje een doel had. Het was dus een soort vooruitwijzing. Dit vond ik zo interessant en leuk iets wat je in het begin totaal niet verwacht. ‘oh’ een versje niet zo interessant, maar omdat het versje op een manier terug kwam werd het opeens voor mij een heel bijzonder gedichtje. Het perspectief waarin het is geschreven vond ik erg prettig. Uiteindelijk heb ik nog 2 vragen. Wie was de dwerg en waarom lag Jonas in het ziekenhuis? Ik vond het een zo leuk boek dat ik hem zelf in mijn boekenkast wil hebben. Ik raad iedereen dit boek als ik het een cijfer zou moeten geven 9/10.