Standaardverslag de tweeling Isabel van Donzel H5
Samenvatting
Deel 1: 'Interbellum'
De vierenzeventigjarig Lotte bevindt zich in het Thermaal Instituut te Spa voor een kuur tegen artrose. De kuur is een geschenk van haar kinderen. Tijdens de middagrust wordt ze wakker van een stevige Duitse dame van haar eigen leeftijd, eveneens een artroselijdster. Ze ergert zich aan de luidruchtigheid van de vrouw en aan het feit dat het een Duitse is. Desondanks antwoordt ze de vrouw in het Duits dat zij vlekkeloos spreekt aangezien ze in Duitsland geboren is. Het blijkt dat de dames tweelingzussen zijn die op hun zesde jaar uit elkaar zijn gehaald. Anna reageert spontaan en enthousiast op het weerzien met haar zus. Lotte is gereserveerd en reageert met verwijten aan het adres van de Duitsers die zes miljoen joden vermoord hebben en de wereld in een oorlog hebben gedompeld. Anna verhaalt van de vernederingen en armoede van de Duitsers na de Eerste Wereldoorlog en herinnert Lotte eraan dat ook zij als Duitse geboren is. Lottes woede ebt langzamerhand weg.
De beelden van hun prille jeugd te Keulen komen boven. Hun moeder werkte aan de kassa van 'Die Hoffnung', een winkel van een socialistische coöperatie. Zij stierf aan borstkanker toen de meisjes drie waren. Hun vader had toen al tuberculose. Drie jaar later stierf ook hij.
Lotte, ook besmet met tbc, ging met tante Elisabeth naar Nederland om in het Gooi te worden ondergebracht bij het gezin van de zoon van tante Elisabeth, de familie Rockanje. Vader Rockanje had een moeilijk karakter. Hij was liefhebber van klassieke muziek en aanhanger van het communisme. In de periode dat Lotte moest genezen van de tuberculose, schreef ze veel brieven naar Anna, maar Anna kreeg die nooit in handen. Nadat ze was genezen, groeide Lotte op als een Nederlands meisje. Tijdens een strenge winter vol ijspret kwam ze onder het ijs terecht en werd met veel moeite tot leven gewekt. Sedertdien had ze moeite met praten. Zingen ging haar beter af; ze mocht meezingen in het radiokinderkoor. Later kwam ze in een meisjeskoor en kreeg ze zangles en een piano om zichzelf te begeleiden. Haar (stief)vader belette haar vaak het spelen door tijdens haar spel zijn befaamde grammofoon aan te zetten. Ook tegenover zijn vrouw en overige kinderen gedroeg bij zich erg tiranniek. Als gevolg van een ongeluk zweefde hij geruime tijd tussen hemel en aarde. Hij herstelde in de tijd van toenemende internationale spanningen. Hij schimpte op de Duitsers en Lotte trok zich dit aan, zich realiserend dat ook zij een Duitse was, evenals de moeder van haar stiefvader. In het geheim had ze gespaard om naar Duitsland te gaan om daar Anna op te zoeken. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verhinderde aanvankelijk dit plan.
Anna ging naar haar grootvader op een boerderij aan de Lippe. Grootvader wilde Lotte er niet bij omdat ze ziek was en dus duur en niet geschikt als werkkracht. Bij grootvader woonde ook oom Heinrich die, evenals haar overleden vader, meer interesse in boeken had dan belangstelling voor de boerderij. Ook was er tante Liesl, die vreselijk hard werkte.
De overgang van de stad naar het platteland was erg groot voor Anna. Ze moest naar de rooms-katholieke kerk, waar Alois Jacobsmeyer pastoor was. Enkele jaren later stierf grootvader en ging tante Liesl het klooster in na een kortstondige kuise verhouding met Leon Rosenbaum, die tot niets leidde vanwege Leons joodse afkomst. Anna had zich inmiddels aangepast aan het boerenleven en dacht dat Lotte haar was vergeten. Uit balorigheid trouwde oom Heinrich met Martha Hohnekop, de oudste dochter van een kastelein. Martha was lui en bracht veel kinderen ter wereld. Het werk kwam op Anna neer, waardoor ze niet naar het gymnasium kon. Op haar zestiende zag ze bij de smid een krant met een foto van Hitler en hoorde voor het eerst van de nazibeweging. Er ontstond vriendschap tussen Anna en de smid, die lid was van de NSDAP. Oom Heinrich was tegen Hitler en ook tegen deze vriendschap en mishandelde Anna vreselijk. Er moest een dokter aan te pas komen, die constateerde dat haar baarmoeder door de mishandeling was gedraaid. Pastoor Jacobsmeyer zorgde ervoor dat ze uit huis werd gehaald en onderdak kreeg in een klooster om er op krachten te komen. Kort daarna was Hitler kanselier geworden en zag ze in het dorp bij het klooster voor het eerst de hakenkruisvlag. Nadat ze was aangesterkt, keerde ze terug naar het dorp. Daar was veel veranderd. Velen waren lid geworden van de SA en veel klasgenootjes van Anna waren bij de Hitlerjugend of Bund Deutsche Mädel (BDM). Pastoor Jacobsmeyer raadde Anna aan ook bij de BDM te gaan om te voorkomen dat het anders helemaal een naziclub zou worden.
Kort daarna stelde Jacobsmeyer haar in staat in Keulen een opleiding tot dienstmeisje/huishoudster voor de betere standen te volgen. Toen zij op haar eenentwintigste meerderjarig werd, moest ze een verklaring ondertekenen over het voogdijschap van haar oom over haar. Ze ondertekende zonder het stuk te lezen. In het stuk stond dat haar oom jaarlijks verklaard had dat Anna zwakzinnig was. De rechter zou er kort nadien reden in zien een procedure te beginnen om haar te laten steriliseren. Door de mishandelingen van oom Heinrich was ze echter al onvruchtbaar geworden. Kordaat optreden van Anna voorkwam die sterilisatie. Inmiddels was ze in dienst van de familie Stolz, waar de vrouw des huizes een dwangmatige regelmaat had ingesteld. Deze dwangmatigheid kon Anna niet lang verdragen. Ze nam ontslag en kwam in dienst van een adellijke familie die er in de buurt van Keulen een groot huis en veel personeel op nahield. Het was aanvankelijk een rustig bestaan dat Anna er als kamermeisje van Gräfin von Falkenau leidde. Ze bracht veel tijd door in de bibliotheek.
Deel 2: 'Oorlog'
Lotte wist via haar grootmoeder (tante Elisabeth) het adres van Anna te achterhalen. Inmiddels was het oorlog, maar toch kreeg Lotte een visum en ging tegen het einde van 1939 naar Keulen om er met Anna de jaarwisseling door te brengen. Lotte verwachtte veel van de ontmoeting, maar het werd een desillusie. Anna sloot zich geheel van Lotte af en vluchtte in het werk. Diep teleurgesteld keerde Lotte terug naar Nederland.
Anna bleef achter met zelfverwijt; ze begreep niet waarom ze haar zus zo koel en afwijzend had behandeld. Het had er mee te maken dat Lotte erg op hun vader leek en in niets herinnerde aan het zesjarige meisje van wie ze eens was gescheiden. Tijdens een dansavond ontmoette Anna in het tot danszaal omgebouwde casino van haar jeugd de uit Wenen afkomstige dienstplichtig soldaat Martin Grosalie.
Er ontstond een verhouding die zich aanvankelijk zou uiten in wederzijdse brieven, aangezien Martin werd verplaatst van het ene naar het andere front. Na de Poolse veldtocht genoten ze samen van enkele dagen vakantie in de Eiffel, maar toen de eerste bommen op Keulen vielen, moest Martin weer naar Polen. De familie waar Anna werkte, was naar het buitenhuis in Oost-Pruisen gegaan. Anna volgde hen na de winter van 1940/41. Eind oktober 1941 had Martin verlof en hij stelde haar voor te trouwen in Wenen. Het huwelijk kon echter geen doorgang vinden. Anna maakte wel kennis met de enigszins gestoorde moeder van Martin en met zijn vader.
Terug bij haar werkgever moest ze mee verhuizen naar een ander landhuis in de buurt van Berlijn waar Anna de leiding kreeg van de huishouding, met personeel dat bestond uit Poolse en Russische krijgsgevangenen. Ze slaagde erin het vervallen huis bewoonbaar te maken en de ouderwetse huishouding te stroomlijnen. Een jaar later had Martin weer verlof en trouwden ze alsnog in Wenen. Niet lang daarna werd Martin in de buurt van Berlijn gedetacheerd en zagen ze elkaar elk weekend. Na een onderofficierscursus te hebben gevolgd, kreeg hij verlof en verbleven ze korte tijd in Wenen. Nadat haar werkgever was verongelukt bij een vliegtuigongeluk werd het landgoed bij Berlijn het decor voor het beramen van de mislukte aanslag op Hitler door Von Stauffenberg en de zijnen in de zomer van 1944.
Martin kwam bij de Waffen-SS en adviseerde Anna naar Wenen te gaan; de Russen zouden spoedig in Pruisen zijn. Met verdriet nam ze afscheid van de familie waar ze meer dan vijf jaar had gewerkt. In Wenen kreeg ze het bericht dat Martin was gesneuveld in de Eiffel. Na een periode van depressies hielp de sociale dienst van de SS haar er weer een beetje bovenop en zorgde voor werk in een veldlazaret, dat door nonnen werd geleid. Ze werkte zonder zich rust te gunnen. Bij een bombardement werd haar woning in Wenen verwoest. De Russen waren in aantocht en het veldhospitaal werd ontruimd, en met bussen en een Donauschip vertrokken patiënten en verpleegsters noordwaarts.
Lotte leerde in de eerste maanden van de oorlog de conservatoriumstudent David de Vries kennen die haar aan de piano begeleidde. Ze zeilden en schaatsten samen, maar voor er iets definitiefs uit hun verliefdheid kon groeien, werd David opgepakt door de Duitse politie en naar het kamp Buchenwald gestuurd. De joodse familie Frinkel dook bij de (stief)ouders van Lotte onder. Vader Frinkel en zijn zoon David speelden viool. Daarna volgden nog andere onderduikers. Lotte had geweigerd zich bij de Kultuurkamer aan te melden en mocht niet meer optreden met haar koor. Ze hielp haar (stief)moeder in het zich door onderduikers uitbreidende gezin. Moeder Rockanje werd geopereerd en kreeg extra bonnen om na de operatie aan te sterken. Het egoïstische gezinshoofd gebruikte de bonnen voor zichzelf, kocht er brood en roomboter voor en at het alleen op. Na ontdekking eiste Lotte de resterende bonnen op voor haar moeder. Ze kreeg de bonnen, maar hij wist haar diep te kwetsen: 'na al die jaren... nog steeds een echte moffin. ' (blz. 277).
Van een paragnost had ze inmiddels begrepen dat David deVries een vreselijke dood moest zijn gestorven. In het laatste oorlogsjaar, toen de voedselsituatie nijpend was, nam ook Lotte deel aan hongertochten naar het platteland met alle 'avonturen' vandien. Vlak voor het einde van de oorlog trouwde ze met de vioolbouwer Ernst Goudriaan, een van de vele onderduikers in het gezin Rockanje.
Deel 3: 'Vrede'
Anna
De komst van de Amerikanen maakte een einde aan de oorlog. Het veldhospitaal kwam onder Amerikaans toezicht. Na een korte gevangenschap werd Anna in september 1945 vrijgelaten. Na omzwervingen besloot ze in de kinderbescherming haar toekomst te zoeken. Ze werd aangenomen voor de opleiding omdat ze verklaard had zelf als kind problemen te hebben gehad. Voordat ze naar de opleiding vertrok, bezocht ze het graf van Martin. Ze kreeg er te horen hoe Martin gesneuveld was. Toen enkelen van zijn manschappen appels wilden plukken, had hij aan hun wens gevolg gegeven en had de vrachtwagen waarin ze zaten, halt laten houden. Een verdwaalde granaat maakte toen een einde aan zijn leven.
Haar opleiding in de kinderbescherming was in een klooster in de nabijheid van de boerderij waar ze was opgegroeid. Het kwam tot een afrekening met tante Martha. Oom Heinrich was als een wrak uit Rusland teruggekeerd.
Ze ging ook naar Nederland om Lotte op te zoeken. Lotte wilde echter niet met haar praten, dat wil zeggen: Lotte wilde geen Duits met Anna praten. Het bezoek werd dan ook een grote teleurstelling. Een andere teleurstelling was dat het graf van Martin werd ontruimd en dat, zonder haar iets te vragen, zijn gebeente werd bijgezet in een anoniem soldatengraf.
Lotte beleefde de komst van de geallieerden en zag hoe de Duitsers werden afgevoerd. De onderduikers verlieten het huis en moeder Rockanje kwam in het ziekenhuis terecht; de opgekropte spanningen van de laatste jaren eisten hun tol. Ernst kreeg een baan in Den Haag, waar Lotte en hij gingen wonen. Ernst ging totaal op in zijn werk, Lotte was erg eenzaam. Haar zangstem was verdwenen. Ze leefde alleen voor de zorg voor haar kinderen.
Na een van de vele gemeenschappelijke diners, met verhalen over dood en begrafenissen, eindigen de gesprekken van de tweeling. De zussen gaan ieder naar hun eigen kamer in de veronderstelling dat zij de volgende dag verder zullen gaan met het elkaar vertellen van het verleden. Als Lotte de volgende dag haar modderbad neemt, wordt ze gewaarschuwd dat de vrouw met wie ze de laatste tijd omging was overleden aan een hartaanval. Een vrouw met een wit schort vroeg Lotte: 'weet U of ze familie had?... U was tenslotte haar vriendin... ' 'Nee... ' zei Lotte 'Ik ben... ze is mijn zuster. '
https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/296035/de-tweeling
overzichtelijke analyse met de belangrijkste elementen uit de verhaalanalyse
Thematiek
'Wanneer zij tweeën, tegelijk geboren uit dezelfde moeder, liefgehad door dezelfde vader, er niet in zouden slagen over domme, door de geschiedenis opgeworpen hindernissen heen te stappen, wie zou daar dan wel toe in staat zijn? Wat was het toekomstperspectief van de wereld als zelfs zij tweeën, die werden geacht mild te zijn in hun ouderdom, niet eens dat ene steentje konden werpen?' (p. 429).Dit citaat vat de thematiek van de roman beknopt samen. In de figuren van de twee zusters wordt de problematische verhouding tussen de buurlanden Nederland en Duitsland weergegeven. De roman stelt het onbegrip centraal, de onwil tot begrip en vergeving. Lotte en Nederland, zo stelt de schrijfster, hebben nooit begrip kunnen opbrengen voor het wedervaren van de gewone Duitsers in de oorlog. De antipathieke houding ten opzichte van Duitsland, vooral in de hand gewerkt door de hongersnood in de oorlog en de deportatie van een groot deel van de goed geïntegreerde joodse gemeenschap in Nederland, heeft vergeving decennialang in de weg gestaan. De Loo is uit op begrip, eventueel zelfs op verzoening, en probeert daartoe het 'Wir haben es nicht gewusst' in te kleuren, tastbaar te maken via een persoonlijk relaas. Anna verpersoonlijkt alle gewone Duitsers die tijdens de oorlog willens nillens achter de Führer en zijn regime aanliepen, omdat ze geen andere keuze hadden. De Loo ontneemt op die manier de Nederlanders hun zekerheden: niet alle Duitsers zijn slecht, zo blijkt. De scheiding van een tweeling is uiteraard een uitstekend symbool voor de scheiding van de twee landen die een zo historische band hebben: van oorsprong allebei Duits en steeds verder uiteen gegroeid zonder nog veel contact te wensen.
Centraal in de roman staat natuurlijk de Tweede Wereldoorlog. Veel genoegzaam bekende gebeurtenissen passeren de revue: Hitlers machtsovername, de Blitzkrieg en inval in Polen en andere landen, de hongerwinter in Nederland, het Oostfront, Stalingrad, de langzaam doorsijpelende informatie over de vernietigingskampen enz. De oorlog is slechts de achtergrond waartegen zich het leven van de gewone mensen afspeelt, zowel in Duitsland als in Nederland. De oorlogsgebeurtenissen worden ook vanuit dat standpunt bekeken.
Structuur en techniek
De roman valt uiteen in drie grote delen: 'Interbellum', 'Oorlog' en 'Vrede - après le deluge encore nous', die louter tijd aanduidend zijn wat betreft de verhaalde gebeurtenissen. Het tijdsverloop overspant inderdaad ongeveer zeventig jaar, vanaf 1922 tot de jaren '90. De tijdsstructuur is vrij eenvoudig. Alles verloopt strikt chronologisch, maar dan wel op twee tijdsniveaus: dat van het heden, wanneer de zussen op hoge leeftijd in Spa elkaar hun verhaal vertellen, en dat van de oorlogsgebeurtenissen in Nederland en Duitsland. Tussen die twee niveaus wordt voortdurend heen en weer geswitcht. Het vertelstandpunt is dat van een auctoriële verteller die alle gebeurtenissen - zowel in heden als verleden - objectief registreert, waarbij beurtelings Lotte en Anna aan bod komen. De week in Spa, het vertelmoment, is wat teleurstellend. Er gebeurt absoluut niets en het is een puur literair-technische kwestie dat de dames daar überhaupt enige tijd moeten doorbrengen. Ze komen niet verder dan wat wandelen, gebak eten of dineren. De situering van die verhaallijn, in Spa, is niet toevallig: het Belgische kuuroordstadje is niet alleen neutraal terrein voor een ontmoeting als deze, het is ook symbolisch geladen. Er werden namelijk verscheidene slagen uitgevochten tussen de geallieerden en het Duitse leger. De streek - zo blijkt ook in de roman - staat vol oorlogsmonumenten. De eigenlijke gebeurtenissen grijpen natuurlijk plaats in Duitsland en Nederland. Daarbij gaat de meeste aandacht uit naar Duitsland. Lotte heeft een vrij beperkte leefwereld: vrij veilig thuis bij haar familie, af en toe een uitje om voedsel te zoeken enz. Anna heeft een ruimer bereik. In het spoor van haar wedervaren doorkruist de lezer bijna heel Duitsland, komt in Pruisen en in Wenen. De mobiliteit van Anna heeft vaak te maken met haar sociale promoties: van slavenarbeid op de boerderij schopt ze het tot een verantwoordelijke functie bij de kinderbescherming. Wat de karakterisering betreft, wordt het snel duidelijk dat Anna en Lotte in feite 'vehikels' zijn voor de ideeën van de schrijfster. Daarom missen ze psychologische diepgang. Slechts door de aard van de verhaalde gebeurtenissen zijn ze te onderscheiden, niet door hun stijl of karakter. Het valt ook snel op dat Anna de meeste ruimte toebedeeld krijgt, Lotte vormt slechts een tegengewicht. De tegenstelling tussen de tweeling is ook wel erg groot en zelfs wat overdreven zwart-wit gesteld. Zo wordt de inleving erg gemakkelijk gemaakt, maar de echtheid lijdt eronder. De Loo wil begrip voor het lot van Anna en de Duitsers, en wie zou er geen begrip tonen voor een personage dat alle kwalen van Egypte over zich heen lijkt te krijgen en daar nog als sterke vrouw uit komt? Even de tegenstellingen op een rijtje: Anna is Duitse (toch nog steeds de agressors in de oorlog), ze komt terecht in een boerenmilieu, met fascistische sympathieën, ze dient een adellijke familie en trouwt met een SS'er. Lotte daarentegen is Nederlandse geworden, in een communistisch en progressief gezin, dat joodse en andere onderduikers helpt en bovendien is haar joodse vriend vergast. De extreme politieke incorrectheid van Anna, haar totaal verkeerde premissen en uitgangssituatie, staan wel borg een schrijverstruc: als zij toch menselijk blijkt te zijn, voortdurend eerlijk en oprecht is wanneer haar onrecht wordt aangedaan en zij haar medemensen helpt, dan verdient ze begrip. De dames incarneren de gevoelens van twee naties, wat noodgedwongen moet leiden tot vereenvoudiging en veralgemening in hun denken. Men kan rustig stellen dat Lotte wil HATEN en Anna wil OVERTUIGEN. Geen van beiden slaagt in haar opzet; Anna stuit voortdurend op de afwijzingen van Lotte, terwijl die op het einde ondanks zichzelf zegt: '(...) ik ben... ze is mijn zuster' (p. 435) Dat is alvast een erkenning die ze vijftig jaar heeft uitgesteld, wat je kan interpreteren als een vrij positief einde. De voortdurende afstandelijkheid van Lotte ten opzichte van evenzovele facetten van het 'Wir haben es nicht gewusst' en haar principiële onverzoenbaarheid zorgt voor permanent gekibbel, een structureel procédé dat telkens andere anekdotes en oorlogsherinneringen inleidt: '"En de joden," zei ze fel, "de verdwijningen, de Kristallnacht...?" (...) "Hör mal, jij kunt al deze vragen stellen omdat je weet wat er allemaal gebeurd is. Wij wisten nog niet waar het toe zou leiden, dus we stelden die vragen niet." (...) "Wir hab es nicht gewusst... dàt horen we al zo lang." (...)"Jullie wijzen maar, met je beschuldigende vinger," zei Anna bits, "dat doen jullie nu al vijfenveertig jaar, dat is maar makkelijk."' (p. 146). Soms geeft de auteur Anna's relaas een provocatief karakter, bijvoorbeeld als ze enkele voordelen van het nazi-regime opsomt: '"De industrie floreerde. De jeugd hing niet rond op straat - ze zaten bij de Hitler-Jugend en kwamen fris en vrolijk op school. Ze volgden een vooropleiding voor de militaire dienst, zodat ze later goeie soldaten werden (...) Het was een ordelijke, schone, fantastische wereld."' (p. 144).
Taal en stijl
De Loos taalgebruik staat bij recensenten en critici meer dan eens ter discussie. Sommigen vinden dat ze arm en gezocht proza schrijft. Anderen, net als de meeste lezers, vinden dat haar boeken vlot en helder lezen. Hoewel in het algemeen vrij sober, bezondigt ze zich wel af en toe aan al te gedetailleerde beschrijvingen, zodat het verhaal soms gebukt gaat onder een teveel aan informatie: 'Vanuit een Friedrichiaanse behoefte aan symmetrie was in het midden van de voorgevel een uitbouw aangebracht met een trap, die breed en uitnodigend begon maar zich versmalde tot aan de dubbele voordeur. Aan weerszijden schraagden vierkante pilaren een timpaan; daarboven was in reliëf het familiewapen afgebeeld (...)' (p. 227). De keuze van haar adjectieven of vergelijkingen zijn al eens apart: 'Lotte, opgeslokt door de moloch van het huishouden, kwam niet meer aan schuldgevoelens toe. Eindeloos roeren in gargantueske pannen met karnemelkse pap (...)' (p. 272).
https://scholen.uittrekselbank.nbdbiblion.nl/detail/360669/de-tweeling
informatie over de schrijver.
Na haar eindexamen op de middelbare school te Oss studeerde Tessa de Loo aan de Universiteit Utrecht Nederlandse taal- en letterkunde. Ze verhuisde naar de Achterhoek en ging als lerares Nederlands aan de slag. Na een tussenstop in Amsterdam verhuisde ze naar Portugal, waar ze tot op heden woont en werkt.
Tessa de Loo debuteerde in 1983 met de verhalenbundel De meisjes van de suikerwerkfabriek. Het boek beleefde meer dan twintig drukken en werd bekroond met twee debuutprijzen. In 1993 verscheen haar grote roman De Tweeling. Het verhaal over twee zussen in de Tweede Wereldoorlog werd in 24 talen vertaald en in 2002 verfilmd door Ben Sombogaart. Haar nieuwste roman Liefde in Pangea verscheen 14 februari 2017.[1]
https://nl.wikipedia.org/wiki/Tessa_de_Loo
mening over het boek
ik vond de tweeling een heel mooi boek. Ik vond het zo mooi omdat je het verhaal over Anna en Lotte vanaf twee kanten bekijkt. Vanaf de Nederlandse en Duitse kant bekijk je de oorlog en zo zie je ook de verschillen en vooroordelen tussen Nederland en Duitsland. Aan het begin van het boek merk je dat vooral Lotte niks met Anna te maken wil hebben maar hoe verder het boek loopt merk je dat de twee steeds meer naar elkaar toe groeien. Ik kwam niet zo gemakkelijk door het boek heen. ik denk dat het vooral kwam door het taalgebruik. Soms vond ik het taalgebruik namelijk best wel lastig. Ook moest ik soms weer even omschakelen of het nou over Anna’s of Lottes jeugd ging. Als ik dat eenmaal even door had ging het lezen ook weer gemakkelijker. Ik vond vooral het einde van het boek heel erg mooi dat Lotte hardop zegt dat Anna haar zus is. Hiermee zegt ze eigenlijk dat ze het allemaal geaccepteerd heeft en dat ze trots is dat Anna haar zus is. Kortom ik vond het dus een heel mooi verhaal maar ik vond soms het taalgebruik en het omswitchen van Anna naar Lotte wel soms lastig.