Mensen Zonder Uitstraling - Jente Posthuma

Mensen zonder uitstraling

 

Samenvatting

De roman kent 12 hoofdstukken. Die vertellen eigenlijk steeds over een andere periode in het leven van de vertelster. Af en toe lijkt het alsof we te maken hebben met een  verhalenbundel. Er gebeurt ook  erg weinig in de roman.

1.  De vertelster is 13 jaar. Haar moeder is overleden en ze leeft met haar vader in één huis. Ze laat de hond uit. In dit eerste hoofdstuk blijkt al dat ze geobsedeerd is door geluiden. Haar vader is psychiater: hij krijgt vaak te maken met mensen die het zwaar hebben en vertelt er dan thuis over.
2. De vertelster is 8 jaar. Ze mag met haar moeder mee naar het theater waar haar moeder een klein rolletje als hoer mag spelen. Op de eerste rij plast ze in haar broek, omdat ze de scène met haar moeder niet wil missen. Die is zo klein dat ze voorbij is voordat ze er erg in heeft.
3. De ik-vertelster schrijft graag verhalen die ze dan van haar moeder moet voorlezen. Haar opa en oma zijn van de Jehova Getuige. Als de moeder in verwachting is van de vertelster, willen de ouders dat ze breekt met haar vriendje.
4. Na het eindexamen (18 jaar) vertrekt de vertelster naar Parijs om stof op te doen voor haar verhalen. Ze heeftin Nederland  een relatie met een oudere schrijver die er ook een vriendin op na houdt.
5. Na een jaartje heeft ze het wel gezien in Parijs. haar vader komt haar ophalen. Ze willen langs de kust terugrijden, maar de auto gaat stuk. Ze moeten een paar dagen in een dorpje doorbrengen. Haar vader zit met zijn hand vast in een ring. De vertelster heeft seks met een barjongen.
6. Moeder zegt dat ze doodgaat. Ze heeft hallucinaties. De dokter komt en zegt dat ze teveel bruine taart (drugs?) heeft genuttigd.
7.De vertelster ontmoet student Thom. Ze moet voor de opname van zijn speelfilm als lijk fungeren. Dat kan ze namelijk goed,. Verder doet ze niet zoveel.
8.De ik-is elf jaar. haar vader wil met pensioen. Hij wil dan My Way zingen en zij begeleidt haar vader.
9.Als de vertelster ouder is dan 30 jaar, ontstaat er bij haar een kinderwens.
10. Ze wordt moeder van een jongetje Bob met haar vriend Arthur. Daarvoor is ze een tijdje in therapie geweest, omdat ze niet met smakgeluiden kan omgaan.
11. Ze trouwt later met Arthur.
12. Het laatste hoofdstuk beschrijft de terminale fase van haar moeder die aan kanker lijdt. Op haar ziekbed komen de opa en oma van de Jehova Getuigen nog op bezoek om te vertellen dat een  bekering nog niet te laat is. De ik-vertelster blijft bij haar moeder aan bed zitten.

 

 

 

Personages:

Vertelster:
Er is eigenlijk maar één personages die duidelijk wordt beschreven, dat is de vertelster. Je komt eigenlijk geen karaktereigenschappen van de vertelster tegen. Ik denk wel dat het een meisje is.

 

Motieven:

Dood:

De vertelster krijgt te maken de dood van haar moeder. Ze moet nu alleen met haar vader verder door het leven.

Psychische afwijking:

De vertelster moet in therapie doordat ze niet tegen smakgeluiden van andere mensen kan luisteren. Zelf vertelt ze in het boek dat ze in een gekkenhuis heeft gezeten.

Kinderwens:

De vertelster heeft een kinderwens. Op dat moment heeft ze een relatie met Arthur, en ze proberen later een kindje te maken. Later is de vertelster bevallen van een zoontje genaamd Bob.

 

Plaats:

Er wordt in de tekst niet duidelijk aangegeven waar het verhaal zich afspeelt. Er hebben zich 2 hoofdstukken in Parijs en omgeving afgespeeld, de rest is nogal onduidelijk.

 

Tijd:

De tijd is een beetje lastig te bepalen, maar het gaat vooral om het verleden. Ze kijkt terug op haar kinderjaren en puberjaren.

 

Perspectief:

Het verhaal heeft een ik-perspectief, alles wordt vertelt vanuit het meisje waarom het gaat in het verhaal.

Thema:

Het gaat in het boek eigenlijk vooral om de zin van het leven. Na de dood van haar moeder krijgt de vertelster het erg zwaar om alles te verwerken en ze vindt het lastig om een weg te vinden in haar verdere leven.

 

Schrijver

De schrijver van het boek is Jente Posthuma. Jente Posthuma is een Nederlandse schrijver. Ze studeerde Frans en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht en Université Paris Diderot. Daarna werkte ze als journalist, ze deed lange interviews.

 

Mijn eigen mening

Ik vond het wel een mooi boek maar ik kwam er heel moeilijk doorheen. Er zaten veel tijdsverschillen in en dat was heel verwarrend. Op het begin van het boek was de moeder overleden maar even later in het boek was er ineens een terugblik. Ik vond dit heel lastig om te zien en daardoor deed ik er heel lang over om het boek uit te lezen. Dit vond ik wel jammer. Als je goed door verschillende tijden heen kan lezen raad ik dit boek zeker aan, maar voor mij was het lastig om te lezen. Ik geef dit boek een 6.