Het volgende spel levert een iets uitgebreidere onderzoeksaanpak op dan de bovenstaande spellen. Je hebt er ook nog een aantal extra dingen voor nodig, namelijk: post-its, een pen, een stuk tafel of muur, en eventueel nog extra post-it-plakkers in de vorm van pijltjes.
Voorbereiding
Schrijf op een post-it in een paar steekwoorden het doel van de opdracht.
Schud de kaarten en verdeel ze onder de teamleden.
Fase 1) Divergeren
Een teamlid begint. Tijdens je beurt:
Kies een methode uit je stapel en zeg wat voor informatie deze methode op zou kunnen leveren die nuttig zou zijn om te komen tot een geschikte oplossing.
Schrijf methode en de informatie op een post-it en plak het op tafel (of op de muur). Let op: Hou de kaart in je stapel. Misschien kun je dezelfde methode nog gebruiken om andere informatie naar boven te halen!
Is er al een methode geplakt die dezelfde informatie oplevert, probeer dan je team te overtuigen waarom deze methode beter is. Is je team overtuigd? Plak dan jouw methode er bovenop. Of misschien is het besluit om beide methodes samen te gebruiken zodat jullie zekerder zijn van het antwoord: plak het er dan naast.
Geef afhankelijkheden aan.
Ben je voor het uitvoeren van de methode afhankelijk van andere informatie die al opgeplakt is, plak dan een pijl zodat die wijst van die informatie die je nodig hebt naar deze methode die je net hebt neergeplakt. Herpositioneer eventueel wat post-its als dat je aanpak duidelijker maakt.
Ligt er een methode op tafel die de informatie nodig heeft die jouw methode oplevert, plak dan een pijl van de informatie naar die andere methode. Herpositioneer wat post-its als dat je aanpak duidelijker maakt.
Ga door met het volgende teamlid tot niemand meer een methode toe wil voegen. Ga dan door naar de volgende fase.
Fase 2) Convergeren
Nu alle mogelijk interessante onderzoeksactiviteiten zijn opgeplakt is het tijd om terug te werken naar een haalbaar plan met alleen de meest belangrijke onderdelen.
Een teamlid begint. Tijdens je beurt:
Wijs een van de opgeplakte onderzoeksactiviteiten aan en geef aan waarom deze activiteit het minst (of in ieder geval zeer weinig) bijdraagt aan het eindresultaat.
Heb je je team kunnen overtuigen, dan haal je de activiteit weg. Let op: haal je niet per ongelijk toch belangrijke informatie weg? Zit er nog triangulatie in je aanpak?
Ga door met het volgende teamlid tot niemand meer een methode toe wil weghalen en jullie het erover eens zijn dat dit haalbaar is binnen de tijd die jullie hebben.