Introductie

Vanuit hoger geleden gebieden stroomt het water door ons laagland naar zee. Rivieren met hun brede, bochtige waterlopen, lage oevers, dijken en aan weerszijden weiden en akkers vormen een belangrijk en kenmerkend onderdeel van ons landschap.

Probleemstelling

Oriƫntatie
Hoofdvraag
Hoe zijn onze rivieren het best te beschrijven?

Deelvragen

Eindtermen
Domein E: Leefomgeving
Subdomein E1: Het vraagstuk van overstromingsgevaar van de grote rivieren
In dit verband kan de kandidaat:
Kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas beschrijven

Aan het einde van deze les ken je de volgende begrippen: