Stap 1: Waar komt al dat rivierwater vandaan?

We beginnen deze les met een fragment van YouTube: ‘Aardrijkskunde – Rivieren’ waarin  enkele begrippen aan de orde komen: stroomgebieden en waterscheidingen. Het filmfragment gaat over de rivier de Mississippi, maar de informatie geldt voor elke rivier.

(Vanaf 3.01 minuten “In het volgende onderdeel van deze video gaan we het hebben“ tot 5.36 minuten “Dat is dus de waterscheiding.“)

Op de landkaart (GB54/GB55, kaart 44A) zie je dat de Rijn ontspringt in Zwitserland en via Duitsland naar Nederland loopt. Als je de Rijn afvaart, zie je onderweg af en toe een zijrivier, een beek of een sloot waar water de Rijn instroomt. Dat water is onder meer als neerslag in deze beken, zijrivieren en sloten terechtgekomen.
Water krijgt de Rijn ook van smeltende sneeuw en gletsjers. De Rijn en alle zijrivieren, beken en sloten in het stroomgebied vormen samen het stroomstelsel van de Rijn en de Rijn zelf is de hoofdrivier van het stroomgebied.

Op de kaart zie je ook andere stroomgebieden, namelijk die van de Maas die in Frankrijk ontspringt en door België naar Nederland loopt, van de Schelde die eveneens in Frankrijk ontspringt en via België naar Nederland loopt en van de Eems die in Duitsland ontspringt. Deze stroomgebieden zijn kleiner dan die van de Rijn.

  1. Omschrijf in je eigen woorden: Wat is een stroomgebied? Wat is een stroomstelsel? Wat is een waterscheiding?
    Je mag deze begrippen ook met een tekening duidelijk maken.
  2. Welke van de vier rivieren die Nederland binnenkomen voert jaarlijks het meeste water aan? En welke het minste?