Bespreek deze vragen klassikaal:
1. Doe jij aan een teamsport of een individuele sport? Waarom is sport belangrijk?
2. Schrijf 2 voordelen op van teamsporten en van individuele sporten.
3. Maak een lijstje van vijf teamsporten en van vijf individuele sporten.
4. Bespreek bij elke sport kort wat het inhoudt.